Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GODDELIJKE GENEZING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GODDELIJKE GENEZING

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christus de bevrijder van ziel én lichaam

Jezus, die ziel en lichaam van de mens aannam, bevrijdt beide in gelijke mate van de gevolgen van de zonde.

Deze waarheid wordt nergens duidelijker of beter aangetoond dan in de geschiedenis van de verlamde man. De Heer Jezus begint met tegen hem te zeggen: „Uw zonden worden vergeven", waarna Hij er aan toevoegt: „Sta op, neem uw bed op en ga". De vergeving van zonde en de genezing van ziekte vullen elkaar aan, want in de ogen van God, die onze totale natuur ziet, zijn zonde en ziekte net zo nauw met elkaar verbonden als lichaam en ziel. Voor ons behoort zonde tot het geestelijke terrein; we erkennen dat ze terecht God mishaagt, terecht veroordeeld wordt door Hem, terwijl ziekte daarentegen, slechts een onderdeel van de huidige toestand van onze natuur schijnt te zijn, die niets te maken heeft met Gods veroordeling en zijn gerechtigheid. Sommigen gaan zo ver dat zij zeggen dat ziekte een bewijs is van de liefde en genade van God.

Maar noch de Schrift noch Jezus Christus Zelf spreken ooit zo over ziekte. Evenmin stellen ze ooit ziekte voor als een zegen, als een bewijs van Gods liefde, die geduldig gedragen zou moeten worden. De Heer sprak tegen de discipelen over verschillende vormen van lijden die ze zouden moeten dragen, maar wanneer Hij over ziekte spreekt, is het altijd als over een kwaad dat veroorzaakt wordt door de zonde en satan, en waarvan wij verlost moeten worden. Met nadruk zei Hij dat iedere discipel van Hem zijn kruis zou moeten dragen (Matth. 16 : 24), maar Hij heeft geen enkele zieke geleerd in zijn of haar ziekte te berusten. Overal genas Jezus de zieken; overal behandelde Hij genezing als één van de zegeningen die bij het Koninkrijk der hemelen behoren. De zonde in de ziel en de ziekte in het lichaam getuigen allebei van de macht van satan, en „Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou" (1 Joh. 3 : 8) (p. 10-11)

Werkwijze van de dokters en van Jezus

„We kunnen God dankbaar zijn dat Hij ons dokters heeft gegeven. Hun roeping is één van de verhevenste, want een groot aantal van hen tracht werkelijk met liefde en bewogenheid alles te doen wat ze kunnen om de kwalen en het lijden waaronder de mensheid gebukt gaat ten gevolge van de zonde te verlichten. Er zijn er zelfs bij die ijverige dienstknechten van Jezus Christus zijn, en die ook het goede voorhebben met de zielen van hun patiënten. Niettemin is het Jezus Zelf die altijd de eerste, de beste, de grootste Geneesheer is.

De werkwijze van Jezus verschilt volkomen van die van aardse doktoren. Zij trachten God te dienen door gebruik te maken van geneesmiddelen die men in de natuurlijke wereld vindt, en God gebruikt deze geneesmiddelen volgens hun natuurlijke eigenschappen, maar de genezing door Jezus is geheel anders; Jezus geneest door middel van goddelijke kracht, de kracht van de Heilige Geest." (p. 17-18)

Is ziekte een gevolg van „de" zonde?

„Het geloof ontvangt genezing als een geestelijke zegen die van de Heer komt, zelfs wanneer er geen bewuste verandering in het lichaam is. Het geloof kan God grootmaken en zeggen: „Loof de Heer, o mijn ziel… die al mijn krankheden geneest" (Ps. 103:1-3). De Heer verlangt dit geloof om te genezen.

Maar hoe krijgt men zulk geloof? Vertel God van het ongeloof dat u in uw hart vindt, en vertrouw op Hem, dat Hij u er van bevrijdt. Geloof is niet geld waarmee u uw genezing van de Heer kan kopen. Hij is het die in u het vereiste geloof wil wekken en versterken. „Kom mijn ongeloof te hulp", riep de vader van het kind. Het was zijn vurige wens, dat zijn geloof niet tekort zou schieten. Belijd de Heer alle moeilijkheden die u heeft om Hem te geloven op grond van Zijn Woord; vertel Hem dat u verlost wil worden van dit ongeloof. Dat u het bij Hem brengt, omdat u alleen naar Zijn Woord wil luisteren. Verlies geen tijd met jammeren over uw ongeloof, maar zie op Jezus. Zijn Licht zal u de kracht geven om in Hem te geloven (Ps. 43 : 3). Hij roept u op Hem te vertrouwen. Luister naar Hem, en door zijn genade zal het geloof in u overwinnen. Zeg tegen Hem: „Heer, ik ben me nog bewust van het ongeloof in me. Ik vind het moeilijk om zeker te zijn van mijn genezing alleen door het gegeven dat ik Hem bezit die haar bewerkt. En niettemin wil ik dit ongeloof overwinnen. Wilt u, Heer, mij de overwinning geven. Ik wil geloven, ik zal geloven, door uw genade, durf ik te zeggen dat ik kan geloven. Ja Heer, ik geloof, want U komt mijn ongeloof te hulp". Wanneer we in innige gemeenschap met de Heer zijn, en ons hart reageert op Zijn hart, dan overwinnen we dat ongeloof." (p. 34-35)

Uw lichaam is de tempel van de Heilige Geest

„De Bijbel leert ons dat het Lichaam van Christus de Gemeente der getrouwen is. Deze woorden worden in algemene zin opgevat, in hun geestelijke betekenis, terwijl de Bijbel ons uitdrukkelijk vraagt of wij niet weten, dat onze lichamen leden van Christus zijn. Op diezelfde manier beperken wij zijn tegenwoordigheid, wanneer de Bijbel spreekt over de inwoning van de Heilige Geest of van Christus, tot het geestelijk deel van ons wezen. Niettemin zegt de Bijbel met opzet: „Weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest?" Wanneer de Kerk inziet dat het lichaam ook deel heeft aan de verzoening door Christus, waardoor het teruggebracht moet worden tot zijn oorspronkelijke bestemming: woonplaats te zijn van de Heilige Geest, te dienen als Zijn instrument, geheiligd te worden door Zijn tegenwoordigheid - dan zal ze ook inzien welke plaats goddelijke genezing inneemt in de Bijbel en in Gods plan." (p. 57)

Weest niet bezorgd over uw lichaam

„Wat een contrast is dit met de meeste zieken die hun genezing verwachten van geneesmiddelen. Al zijn er ook enkele van hen die door de ziekte geheiligd zijn, hoeveel meer zijn er niet die door de ziekte zelf voortdurend met zichzelf bezig zijn en met de toestand waarin hun lichaam zich bevindt. Met welk een oneindige zorg merken zij het geringste symptoom op, of het nu gunstig of ongunstig is. Hun eten en drinken houdt hen voortdurend bezig en ze zijn o zo bezorgd om dit of dat te vermijden! Wat worden ze niet in beslag genomen door wat, naar hun mening, anderen hen verschuldigd zijn, of er wel voldoende aandacht aan hen wordt besteed, of ze goed genoeg verpleegd worden, of vaak genoeg bezocht! Wat wordt er op die manier veel tijd besteed aan de aandacht voor het lichaam en wat het wil, in plaats van die tijd te besteden aan de Heer en aan de verhouding die Hij met hun zielen tot stand wil brengen! O, wat zijn er veel mensen die door ziekte haast uitsluitend met zichzelf bezig zijn!

Dit alles is heel anders wanneer men in geloof genezing zoekt bij de God die u liefheeft. Het eerste wat u moet leren is stoppen met bezorgd te zijn over de toestand van uw lichaam. U hebt het aan de Heer toevertrouwd en Hij heeft de verantwoordelijkheid ervoor op Zich genomen. Als u niet meteen verbetering ziet, maar de symptomen worden daarentegen erger, denk er dan aan dat u bent gaan wandelen op een geloofsweg, en daarom moet u niet op uw lichaam letten, maar u vastklemmen aan de levende God. Het bevel van Christus: „Weest niet bezorgd over uw… lichaam" (Matth. 6 : 25), komt hierdoor in een nieuw licht. (p. 50-51)

Verkeerd verstaan

Reeds tijdens zijn leven werd dit boekje echter door velen verkeerd beoordeeld. Daarover kunt u lezen in „Het leven van Andrew Murray", door prof. dr. J. du Plessis. Hij citeert op p. 363-364 een artikel van ds. J. R. Albertijn, die jarenlang collega en daarna opvolger van ds. Murray is geweest en hem dus van zeer nabij heeft gekend. Ds. Albertijn schreef in „Het Gereformeerd Maandblad" van febr. 1919:

„Het is waar dat er geweest zijn en nog zijn, die in dat boekje aanleiding en grond hebben gevonden voor hun overtuiging dat men God onteert en wantrouwt, wanneer men middelen gebruikt, en dat genezing alleen volgen kan, wanneer men van alle middelen afziet en op de Heer alleen vertrouwt. Ik heb ze bij mijn krankenbezoek in de gemeente ontmoet. Bij hen in of vóór het bed, lag dan naast de Bijbel het boekje Jezus de Geneesheer der Kranken. In de regel moest ik het eigenlijke doel van het krankenbezoek bij de zodanigen laten varen, want daartoe bestond geen kans. Men wilde van sterven, en van de voorbereiding voor de gewichtige overstap uit de tijd in de eeuwigheid niets horen, want dan zou de Heer Zijn belofte schenden, ontrouw worden, enz.

Meestal neemt men tot de geloofsgenezing de toevlucht in gevallen die hopeloos zijn, of hopeloos beginnen te worden, nadat men allerlei middelen heeft beproefd. Deze gevallen, die onder onze aandacht zijn gekomen, hebben niet verkregen dat waarnaar men gezocht heeft, en zijn op de dood uitgelopen. Dit was ook het geval met onze twee onvergetelijke broeders, Di Paul Roux en Pieter Stofberg. Hoe groot was niet het getal voorbidders, en hoe ernstig hebben wij niet gebeden, en hoe vast hebben die beide broeders niet in God als hun heelmeester geloofd, en zij zijn nu toch, ten spijte van al ons bidden en van al hun geloven, gestorven, „de belofte niet verkregen hebbende".

Er is zoiets als de goddelijke geloofsgenezing, maar het is niet een zaak waarmede wij spelen en dwepen kunnen, of die wij naar ons goedvinden gebruiken kunnen. Het hangt alles af van des Heren raad en vrijmachtig welbehagen. De eerste stellingen van degenen, die met de geloofsgenezing dwepen, tonen reeds aan waar de dwaling ligt, namelijk: „Het is niet Gods wil of beschikking dat Zijn kind krank zal zijn. Alle krankheid is uit de duivel. De Heer heeft er geen bedoeling mee, en het kan ook geen goed uitwerken. Alle geneeskunde en geneeskundige hulp en middelen zijn uit de Boze, en die daarvan gebruik maakt, onteert God". Deze stellingen zijn vals, en werden ook nimmer door Dr. Murray onderschreven.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1981

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

GODDELIJKE GENEZING

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1981

In de Rechte Straat | 32 Pagina's