Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WE hebben ook vandaag profeten nodig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WE hebben ook vandaag profeten nodig

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

"De gave van de profetie is uiterst belangrijk, ook vandaag nog, en moet volgens Paulus intens gezocht worden (1 Kor. 14: 1, 2, 4, 5, 12, 18, 19, 24). Elke gelovige moet dit charisma ijverig zoeken". "Calvijn oordeelt dat de gave van de profetie niet tot de beginperiode van de kerk van het NT beperkt mag worden"(Dr.L.Floor, p. 192-193, van "De Doop met de Heilige Geest").

De vraag is dan: Wat zijn profeten? Ik heb daarover uitvoerig geschreven in "Zij is Mijn bruid" p. 133-147. Ik wil daaruit citeren:

"Profetie moet in elk geval het direkte gei'olg zijn van de vervulling met de Geest. Dat blijkt uit Hand. 2:17-18. waar Petrus vanuit de profetie van Joel het profeteren direkt in verband brengt met de uitstorting van en het vervuld zijn met de Heilige Geest.

Profetie heeft daarom altijd een geladen karakter. De "kracht (Grieks: dunamis) uit den hoge"(Lk.24:49). de dynamiek van de Heilige Geest, zit erin. Bij een echte profetie proef je de aanwezigheid van de Heilige Geest. Het is dan alsof de vurige tongen van het pinksterfeest even oplichten over de eeuwen heen naar de gemeente die dan en daar vergaderd is".

Profeet-leraar

Om wat dieper zicht te krijgen op de roeping van de profeet of profetes in de gemeente zal het goed zijn die af te grenzen tegenover de roeping van de leraar.

Ik schreef daarover in "Zij is Mijn bruid" o.a. het volgende:

"Ten derde leraars" (1 Kor. 12:28). De leraars komen dus op de derde plaats, na de profeten. Dat is te begrijpen, omdat Paulus de gemeente allereerst zag als een pneumatische, een van Geest vervulde gemeenschap.

Ziet men de gemeente allereerst als een kerkmstituut dat een bepaalde leer onderschrijft, dan moet men wel de leraars vóór de profeten plaatsen en eigenlijk is er dan voor de profeten geen plaats.

Men heeft er dan geen behoefte aan. Men heeft dan genoeg aan leraars, die de leer uiteenzetten en in aansluiting aan die leer als een soort konklusie en toepassing de gemeente vertroosten en vermanen".

"De leraars zijn ei'enals de profeten een geschenk van Christus aan de gemeente:' 'Hij heeft herders en leraars gegeven" (Ef.4:l 1)".

"Een leraar van de gemeente heeft dus tot opdracht om aan de gemeente die praktische kennis over God. die verborgen omgang met de God van het Verbond, bij te brengen. Hij moet niet allerlei bespiegelingen aan de gemeente voorhouden en ei'enmin zijn eigen zielservaringen aan de gemeente voorschotelen.

Hij moet altijd weer vertellen wat God aan Zijn beminden geeft, hoe Hij Zijn Zoon en mét Hem alle dingen gegeven heeft (Rom.8:32)".

Omdat óók het leraar-zijn een gave van de Geest is, ligt het voor de hand dat er geen duidelijke scheidingslijn te trekken is tussen de profeet en de leraar. Een leraar moet met profetische kracht het Woord Gods verklaren en toepassen, en een profeet moet in zijn spreken geladen zijn met de inhoud van de Schrift. Dat blijkt ook wel daaruit dat we lezen: "En er waren te Antiochië in de gemeente, enige profeten en leraars… En toen zij de Heere dienden en vastten, zeide de Heilige Geest… "(Hand. 13:1).

Toch mogen we deze bedieningen niet zonder meer vereenzelvigen. Dan doen we geen recht aan wat Paulus schrijft: "En God heeft er sommigen in de gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars"(1 Kor. 12:28).

Er is een wezenlijk verschil tussen apostelen en profeten. Laat er dan een iets kleiner verschil zijn tussen de profeet en de leraar in de gemeente, maar wanneer deze figuren in de gemeente precies hetzelfde zouden betekenen, dan kunnen we Paulus niet meer begrijpen, wanneer die een duidelijke rangorde aangeeft: "ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars".

Herschepping of een schep erboven op?

Hoe krijgen we meer zicht op het verschil tussen de profeet en de leraar? Ik dacht dat ons daarbij kan helpen het reformatorische beginsel dat de genade niet een verdieping is boven op de natuur zoals Rome min ot meer leert, maar een herstel van de oorspronkelijke natuur. God had de mens geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Op instigatie van de slang, de duivel, is dat beeld Gods in de mens grondig geschonden. De triomf van Gods genade is dan dat in de gelovigen dat oorspronkelijke beeld weer wordt hersteld.

Als dat zo is, dan kunnen we ook aannemen dat de gaven van de Geest aansluiten bij natuurlijke gaven, die een mens reeds van God had ontvangen. Die gaven waren echter volkomen gedesoriënteerd. De zondige mens was gedoemd om die gaven te gebruiken tegen Gods bedoelingen in, voor zichzelf en voor de machten der duisternis.

Door de wedergeboorte wordt de gehele mens, dus ook met zijn natuurlijke gaven, weer op God gericht. Hij krijgt een totaal nieuwe oriëntatie.

Door de bekering worden we niet een totaal ander mens in die zin, dat we een ander temperament, een andere aanleg met andere begaafdheden krijgen. Door de bekering wordt iemand die tot dan toe geen enkel muzikaal gevoel had en zo vals zong als een kater, ineens een heerlijke diep-donkere bas of een zuivere sopraan. Maar het valse katertje van vroeger heeft dat nu aanvaard dat hij op muzikaal gebied geen gaven heeft gekregen. En hij of zij die tevoren geurde in allerlei wereldse kringen met zijn/haar prachtige stem, zal voortaan in ootmoed alle eer aan God toebrengen en zijn/haar stem nog slechts willen gebruiken overeenkomstig Gods wil.

Onderwijzende begaafdheid

Zo zijn er mensen, die reeds vóór hun bekering een uitgesproken gave hadden om anderen kennis bij te brengen. Ze kunnen alles in een volstrekt logische orde rangschikken en het vervolgens illustreren met eenvoudige voorbeelden. Wanneer ze onderwijzeres) zijn op school, dan weten ze de kinderen zozeer te boeien, dat de klas daardoor een eenheid wordt.

Anderen kunnen echter onmogelijk orde houden. Het is altijd een chaos in de klas. En er is alle kans dat dit ook het geval blijft na hun bekering.

Wanneer nu iemand die de gave van het onderwijzen had, tot bekering komt, dan zal hij die gave aanwenden om de inhoud van de Schrift zo ordelijk mogelijk te rang schikken. En wordt hij geroepen om leraar van de gemeente te zijn, dan zal hij ook in staat zijn om door zijn fascinerende helderheid de gemeente tot een intens-luisterende eenheid te maken.

Maar slechts wanneer hij vervuld is met de Heilige Geest, zal zijn onderwijs ook de vrucht van de Geest voortbrengen, zie Gal. 5:22. Anders houdt hi) de gemeente alleen maar bezig "met uitnemendheid van woorden of van wijsheid", "in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid"(l Kor.2:1,4). Dan mist hij "de betoning van geest en van kracht".

Profetische begaafdheid

Anderen hebben een sterke intuïtieve begaafdheid meegekregen vanaf hun geboorte. Zij voelen heel snel aan waar het eigenlijk om gaat. Terwijl een ander ellenlange redeneringen aan elkaar vlecht, doorschouwt hij de kern van de zaak.

Met zijn intuïtie reikt hij ook veel verder dan de mens met een meer logische aanleg. Hij schouwt dingen, die door de anderen niet eens vermoed worden.

En hij wordt meteen ook geladen door wat hij in de verte ziet. Hij wordt esdoor bezield en wil ervoor leven en sterven.

Wanneer zulk een intuïtief mens tot bekering komt en bovendien vervuld wordt met de Geest, dan is het zeer waarschijnlijk dat de Heilige Geest hem wil gebruiken als profeet voor de gemeente van nu. Wanneer hij de gemeente zou toespreken, dan zal hij de hoorders kunnen meeslepen door wat hij thans reeds in geloof aanschouwt, maar waarvan misschien nog niets verwezenlijkt is.

Het kenmerkende-van het spreken van de profeet is dan ook niet het ordelijke verloop, de klaar-geformuleerde inhoud. Dat is meer eigen aan de leraar. Misschien maakt zijn betoog zelfs een enigszins verwarde indruk. Maar door alles heen voelt de gemeente toch de bezieling, het oprecht gegrepen zijn door de Heilige Geest. Misschien juist omdat hij een beetje stuntelt en hijgt om de juiste woorden te vinden, ervaart de gemeente dat hij niet spreekt uit zichzelf, maar vanuit een visie, die de Heilige Geest op en in hem heeft gelegd. Dan wordt het stil en zelfs een ongelovige die op dat moment binnen zou komen, "zal, vallende op (zijn) aangezicht, God aanbidden en verkondigen dat God waarlijk onder u is" (1 Kor. 14:25).

Openbaring

Als ik het zo zie, kan ik ook verklaren wat Paulus schrijft: "En dat twee of drie profeten spreken en dat de anderen oordelen. Doch indien een ander die er zit, (iets) geopenbaard is, dat de eerste zwijge"(1 Kor. 14:29-30).

Paulus maakt dus onderscheid tussen - ik zou bijna zeggen: gewone-profeten én profeten, die een openbaring van God ontvangen of althans denken te ontvangen.

De openbaring is duidelijk een rechtstreeks ingrijpen van God, dus in die zin iets bovennatuurlijks, een wonder.

Bij de gewone profeten werkt de Heilige Geest via de profetische begaafdheid, die hij hen heeft geschonken. Maar een openbaring komt rechtstreeks van de Geest en sluit dus niet aan op een natuurlijke aanleg.

Vanzelfsprekend moet ook zulk een openbaring van Nieuw-Testamentische profeten door de gemeente, onder leiding van de oudsten, getoetst worden. Ais dat niet zo zou zijn, dat zou het totaal geen zin hebben gehad dat God Zijn openbaring op Schrift heeft laten zetten. Door middel van de Schrift wil de Heere de gemeente ervoor bewaren dat ze zou overgeleverd zijn aan valse profeten, die de gemeente verwarren met vermeende openbaringen, die echter in wezen slechts produkten zijn van hun verhitte fantasie.

Profeet, sta op!

Dat is de titel van een brochure, die ds. J.H. Velemaenige jaren geleden heeft geschreven.

Van harte onderschrijf ik die oproep. Maar… bedoelen we werkelijk profeten in de bijbelse zin, die dus "mond Gods" zijn, of profeten die óns naar de al of niet kerkelijke mond praten?

Paulus waarschuwt voor de tijd die komen gaat, dat "ze" de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar "zichzelf leraars zullen vergaderen naar hun eigen begeerlijkheden", leraars die hun oren kietelen en hen pluimstrijken dwz. precies datgene in fraaie, meeslepende, bloemrijke taal vertellen wat ze gaarne horen.

Nee, het is geen profeet des Heeren, wanneer iemand alleen maar het eigen kerkelijke besef streelt en hiep, hiep, hoera roept voor het eigen kerkverband of de eigen geloofsgemeenschap en daarbij dan flink afgeeft op de leden van de andere kerken, die niet onder hun gehoor zitten.

Bidt om profeten

Moeten we in onze tijd, nu alles steeds duisterder wordt rondom ons, niet bidden om mensen, die door God begenadigd worden zoals dat met Luther het geval was, om uit de Schrift een tot nog toe nauwelijks bekende waarheid naar voren te halen, waardoor een nieuwen beslissend licht valt op de grote problemen, waarmee wij worstelen? Zeker, we hebben het verdiend dat de Heere niet meer naar ons omziet, maar we kennen toch immers Zijn grenzeloze genade in Christus. En daarop mogen wij pleiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

WE hebben ook vandaag profeten nodig

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's