Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bekommernis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bekommernis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De echte bekommerdheid die door Gods Woord en Geest werd gewekt, heeft vele waardevolle, bijbelse elementen.

In de eerste plaats de schroom, de schuchterheid, de verwondering: Hoe kan deze heilige God dingen naar mijn hand? Hoe kan Hij ook maar iets bekoorlijks in of aan mij vinden?

Want de bruid weet zich niet slechts onwaardig, gering, nietig, maar ook schuldig tegenover deze Bruidegom: "Ik ben zwart" (Hooglied 1:5).

Die Bruidegom moest haar Rechter zijn, die haar volkomen terecht zou veroordelen tot de eeuwige dood: "Ga weg van Mij, vervloekte!".

Die Bruidegom wil echter niet slechts haar Redder, maar haar Vriend, zelfs haar Man zijn.

Dat zijn uitersten die zij aanvankelijk op geen enkele wijze, en ook later nooit helemaal, in haar hart kan overspannen. Dit is allemaal te groot en te lief.

Vervolgens het verlangen. De bruid gaat uit om haar Geliefde te vinden: "Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem, indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde" (Hl. 5:8).

De spanning van de bekommerde kan zo groot worden, dat zij ziek van liefdesverlangen wordt. Zij heeft uit de verte de schoonheid van de Bruidegom zien gloren en nu wil ze Hem vinden om altijd weer bij Hem te zijn:

"Wat is uw Liefste meer dan een (andere) liefste, o gij schoonste onder de vrouwen?". "Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. Zijn ogen zijn als der duiven bij de waterstromen, met melk gewassen, staande (als) in kasjes (der ringen). Zijn wangen zijn als een bed van specerijen, (als) welriekende torentjes; Zijn lippen zijn als leliën, druppende van vloeiende mirre. Zijn handen zijn (als) gouden ringen, gevuld met turkoois; Zijn buik is (als) blinkend elpenbeen, overtogen met saffieren; Zijn schenkelen zijn (als) marmeren pilaren, gegrond op voeten van het dichtste goud; Zijn gestalte is als de Libanon, uitverkoren als de cederen. Zijn gehemelte is enkel zoetigheid en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste; ja, zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem" (Hl. 5:9-16).

En toch altijd weer die aarzeling, dat besef van onwaardigheid, die verlegenheid, wanneer ze ineens tegenover Hem komt te staan en Hem aanschouwt in Zijn verrukkelijke schoonheid!

Hoe zal zij ooit over deze Bruidegom die overgoten is van goddelijk licht, durven zeggen: "Mijn Liefste is mijn en ik ben Zijn" (Hl. 2:16)?

En daarom ook het geduld. De bruid weet dat deze liefde door de Heilige Geest gewekt moet worden. "Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem (die) bij de reeën of bij de hinden des velds zijt. dat gij die liefde niet opwekt noch wakker maakt, totdat het (haar) luste" (Hl. 2:7).

De bruid wil slechts het echte goud van de liefde. Daarom weet zij te wachten op de stormen van vuur, die zoals op de Pinksterdag van Boven moeten komen.

Ik heb gemerkt dat sommige voorstanders van de louter-voorwerpelijke richting geen enkel gevoel hebben voor deze bekommerdheid. Ze begrijpen er niets van.

Ze proberen een bekommerde tot de liefdesovergave aan Christus te brengen op grond van allerlei redeneringen zoals: "Het staat er toch! Gods verbondsbelofte is toch immers vast! Zijn trouw is onverbreekbaar. Hij vraagt toch immers alleen maar geloof'.

Stuk voor stuk zijn dat allemaal onomstotelijke waarheden. Maar je kunt toch ook niet proberen een meisje tot liefdesovergave aan willekeurig welke jongen te brengen op grond van waarheden als een koe. Het is toch dwaas tegenover haar te redeneren: "Hij is toch immers een man. Hij kan kinderen verwekken. Wat verhindert je dan nog om met hem te trouwen en je aldus voorgoed aan hem in liefde over te geven?".

Natuurlijk moeten wij het Woord Gods aan een bekommerde verkondigen zowel vanaf de kansel als in persoonlijke gesprekken. Maar dat moet op de juiste manier en met de juiste toon gebeuren, uitgaande van de bijbelse schuchterheid van deze bruid. En dan is zulk een ziel ook graag bereid om te luisteren, want ze hoort niets liever dan over haar Bruidegom spreken. Maar dan moet zij wel bij de ander bemerken dat hij evenzeer vervuld is van huiver en ontzag voor de verblindende schoonheid van deze Bruidegom.

Wanneer zij bij de ander die zich als een ware gelovige bij haar aandient, bemerkt dat voor hem de Bruidegom slechts een idee, een theologie is, dan zal zij zich verontwaardigd van hem afkeren.

In de echte bekommerdheid zitten dus veel bijbelse waarden. Maar als die bekommerdheid echt is, zal zij zich steeds op bepaalde manieren uiten.

Zo is het een wezenlijke trek van de echte bekommerdheid dat de bruid wanneer zij de roep hoort: "Ziet, de bruidegom komt" (Mt. 25:6), Hem ook tegemoet gaat. Het is valse bescheidenheid die vrucht is van het 'vlees', indien de bruid wanneer zij die uitnodiging ook innerlijk in haar hart heeft gehoord, toch blijft ronddrentelen in het kringetje van een bekommerdheid die door haar gekoesterd wordt.

Dan immers blijkt dat haar verlangen naar de vereniging met de Bruidegom slechts schijn was, want toen zij duidelijk de uitnodiging hoorde: "O bruid, kom bij Mij!"(Hl. 4:8), weigerde zij aan die lokroep der liefde gehoor te geven.

Ondanks die bijbelse waarden die de bekommerdheid bezit, kan zij nooit de grond worden van onze heilszekerheid.

Christus heeft niet gezegd: "Wie bekommerd is, heeft het eeuwige leven", maar: "Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" (Joh. 6:47).

Ik zeg dit met alle voorzichtigheid, maar ook met alle kracht. De liefde Gods in Christus is groots en machtig: "De liefde is sterk als de dood" (Hl. 8:6). Die liefde is een tedere kracht. Die liefde lokt, èn eist. "En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja.

Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht en in goedertierenheid en barmhartigheid" (Hosea 2:18).

En toch… al staat er niet: "Wie bekommerd is, heeft het eeuwige leven", Christus heeft wèl gezegd: "Zalig (zijn) zij die treuren" (Mat. 5:4). En iedere waarachtige gelovige zal dat beamen; niet slechts omdat Christus dit zegt, maar omdat hij dit in zijn ziel ook zo ervaart.

Daarom: het leven van een kind Gods is niet in schema's te vatten. Het is een leven van liefde en van vreze, een rijk leven met vele schakeringen en nuances. Dat maakt de verborgen omgang des Heeren zo uitermate boeiend.

De schroom van de bruid zal pas dan (bijna) geheel wijken, wanneer zij ziet hoe Christus haar bekleedt met het prachtige gewaad van Zijn eigen gerechtigheid. Dan weet zij voorgoed dat die uitnodiging van Christus om Zijn vrouw te worden niet voortkomt uit een bekoorlijkheid die zij heeft in zichzelf, maar uit een bekoorlijkheid die Christus haar schenkt door toerekening.

Dan weet zij dat die uitnodiging die tot haar gericht wordt, alleen maar haar grond heeft in de liefde van de genadige God, die altijd weer opwelt uit die heilige Bron, overspoelend, bedwelmend. Ze stroomt over in Christus en door Hem heen naar ons toe.

Dan weten wij het dat de Vader niets liever heeft dan dat wij ons zo innig mogelijk door het geloof met Christus verenigen, want naar de mate dat wij één zijn met Zijn Zoon, ziet Hij in ons geen vlek en geen rimpel (Ef. 5:25-27).

Laten wij dan God loven in Zijn liefde door een steeds intensere geloofsovergave aan Zijn Zoon, Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Bekommernis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

In de Rechte Straat | 32 Pagina's