Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ONWAARACHTIGHEID VAN ROME

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ONWAARACHTIGHEID VAN ROME

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ja inderdaad, op het eerste gezicht kan het zo lijken. Leest u maar de hierna volgende uitspraken van Rome.

Bonuventura (1221-1274) heeft breedvoerig gehandeld over de Schrift in zijn 'Breviloquium':

"De H. Schrift heeft haar oorsprong niet uit menselijk onderzoek, maar uit Openbaring van de Vader door de Zoon in de Heilige Geest. Niemand kan haar kennen dan door het geloof, want Christus is haar inhoud. Zij is 'cor Dei'(hart van God), 'os Dei'(mond van God), 'lingua Dei'(woord van God), 'calamus Dei'(pen van God)… Hoezeer de H. Schrift ook verschillende wijzen van spreken gebruikt, zij is altijd echt, er is niets onwaars in. Want de Heilige Geest, haar volmaakte auteur kan niets vals zeggen, ook niets overtolligs en niets onbelangrijks. Daarom is het lezen en onderzoeken van de H. Schrift zo dringend nodig".

Dergelijke uitspraken kunnen we toch alleen maar toejuichen!

Het eerste Vat. Concilie leert het volgende:

"De kerk houdt die boeken voor heilig, niet omdat zij - na door menselijke arbeid geschreven te zijn - door haar gezag werden goedgekeurd; ook niet enkel en alleen omdat zij zonder dwaling de openbaring inhouden, maar omdat zij, als zijnde onder de ingeving van de Heilige Geest geschreven, God tot schrijver hebben". Vervolgens wordt de banvloek uitgesproken tegen allen 'die dit leerstuk des geloofs durven loochenen' (cap. II de Rev. en can. 4).

Paus Leo XIII schrijft in zijn encycliek 'Providentissimus Deus'(18 Nov. 1893): "God heeft de schrijvers door zijn bovennatuurlijke kracht derwijze tot schrijven opgewekt en bewogen, bij het schrijven terzijde gestaan, dat zij al datgene en ook datgene alleen, wat Hij wilde, én goed met hun verstand zouden begrijpen, én getrouw zouden weergeven, én met onfeilbare juistheid zouden uitdrukken" (Denz. 1952).

Het zijn stuk voor stuk correcte uitspraken, en toch maakt Rome zichzelf onwaarachtig. Immers, Rome maakt haar belijdenis van de inspiratie der Schrift krachteloos door ook aan de traditie goddelijk gezag toe te kennen, want volgens Rome is ook de traditie door de Heilige Geest geïnspireerd.

Dit werd reeds op het concilie van Trente vastgelegd.

In het vorige artikel 'Het schrijfmes van Rome' (Okt. '89) heb ik daar nadrukkelijk naar verwezen.

Die gedachte werd eveneens uitgesproken en bevestigd zowel op het eerste als op het tweede Vatikaanse concilie.

Schriftgezag wordt bij Rome afhankelijk gesteld van de beslissing van de Kerk.

"De heilige overlevering en de Heilige Schrift zijn derhalve onderling nauw verbonden en hebben aan elkaar deel. Want beide stromen voort uit dezelfde goddelijke oorsprong, vloeien als het ware ineen en zijn op hetzelfde doel gericht. De Heilige Schrift immers is het spreken van God, voor zover dit onder aandrift van de Geest schriftelijk wordt vastgelegd; de heilige overlevering geeft het woord van God, door Christus de Heer en de Heilige Geest aan de apostelen toevertrouwd, ongerept door aan hun opvolgers, opdat zij dit, in het licht van de Geest der waarheid, door hun verkondiging trouw bewaren, uiteenzetten en verbreiden. Vandaar dat de Kerk haar zekerheid over al het geopenbaarde niet put door middel van de Schrift alleen.

Daarom moeten beide, overlevering en Schrift, met gelijke toewijding, vroomheid en eerbied worden aanvaard en vereerd" (n° 9).

De heilige overlevering en de Heilige Schrift vormen één heilig aan de kerk toevertrouwd pand"(n° 10).

Deze uitspraken staan opgetekend in de constitutie 'Dei Verbum'van het tweede Vatikaanse concilie.

In het 'Kerkelijk Wetboek'(1983):

"Met goddelijk en katholiek geloof moet geloofd worden alles wat vervat is in het geschreven of overgeleverd woord van God, namelijk in het ene geloofsgoed dat aan de Kerk toevertrouwd is en dat tegelijk als van Godswege geopenbaard voorgehouden wordt" (canon 750).

"In de bediening van het woord, die moet steunen op de Heilige Schrift, de traditie, de liturgie, het leergezag en het leven van de Kerk, moet het mysterie van Christus

volledig en getrouw voorgehouden worden" (canon 760).

De kerk boven de Schrift

In dergelijke uitspraken wordt het absolute gezag van de Schrift terzijde gesteld. Het gezag van de Kerk wordt hoger geacht dan het gezag van de Schrift!

Dit kunnen we zo duidelijk afleiden uit de vele uitspraken van Rome over de verhouding Schrift-traditie.

Het eerste Vatikaanse concilie leert dat het gezag van de Kerk en de autoriteit van de pausen en concilies beslissen in geloofszaken en dat het niemand vrij staat om tegen dat gezag en tegen het gemeenschappelijk gevoelen der kerkvaders in te gaan (Denz. 1788).

Dit gezag van de R.-K. Kerk culmineert in de persoon van de paus, die het beslissende en gezaghebbende oordeel uitspreekt over de juiste verklaring van de Schrift.

Pretentieus

Voor wie zouden twijfelen aan deze houding van Rome is het aangewezen om eens de officiële verklaringen te lezen van haar conciliestukken! Het is vanuit haar officiële leerstukken dat het ware gelaat van Rome oplicht: pretentieus in haar machtsaanspraken, wat blijkt uit haar beoordeling van de Schrift!

Beseffen we wel goed dat door het dogma van de 'onfeilbaarheid' de paus naast de bijbelschrijvers wordt gesteld!?

Het is de paus zelfs geoorloofd om te oordelen over de inhoud en de betekenis van de Schrift!

"Wie de onfeilbare boeken van de H. Schrift, zoals de heilige synode van Trente ze heeft vastgesteld, niet voor heilig en canoniek houdt, of loochent, dat zij goddelijk geïnspireerd zijn, zij vervloekt" (Denz. 1809).

Rome heeft behalve de Bijbelboeken ook apocriefe boeken in de canon opgenomen, zoals het boek Tobit, het boek Judith, de boeken der Maccabeeën, het boek Baruch, Wijsheid van Jezus Sirach, en het boek Wijsheid.

Zo meende Rome eigenmachtig te kunnen oordelen over de inhoud van de Schrift. Concilies en theologen meenden te kunnen uitmaken welk boek gezag heeft of niet. Zo zou het tenslotte van menselijke erkenning afhangen wat Gods Woord is of niet! Ook de uitleg van de Schrift is volkomen afhankelijk gesteld van het oordeel van de Kerk. De uitleg van de Schrift is het werk van de Kerk en het is aan niemand geoorloofd de zin van de Schrift tegen de mening van de Kerk te verklaren (Denz. 1788).

Vanuit de verscheidenheid van haar uitspraken kan ik niet anders dan vaststellen dat Rome aan de traditie en aan het oordeel van de Kerk zo'n hoog gezag heeft toegekend, dat deze het gezag van de Schrift hebben verzwakt en overvleugeld. Wat is het toch belangrijk om onvermoeid te blijven vasthouden aan de absolute autoriteit van de Schrift alleen, die haar gezag ontleent, niet aan het oordeel van de Kerk, maar aan zichzelf, daar zij het onvervalste getuigenis is van de Heilige Geest!

De Schrift is op zichzelf geloofwaardig.

Vanuit haar autoriteit zijn wij gemachtigd om onbevreesd te spreken en te getuigen dat Jezus de Christus is!

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

DE ONWAARACHTIGHEID VAN ROME

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

In de Rechte Straat | 32 Pagina's