Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN BOETE- EN BEDETOCHT DOOR SEVILLA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BOETE- EN BEDETOCHT DOOR SEVILLA

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herdenking van de eerste verbranding van 21 protestanten op 24 september 1559.

We verzamelden ons bij een van de bruggen over de Guadalquivir, vlak bij de ruïne van wat eens de gevangenis van de Inquisitie was. We wilden dezelfde tocht maken als de martelaars van toen, hun laatste gang vanaf de vunzige kerker waar ze maandenlang gefolterd werden, naar de plaats waar ze levend verbrand zouden worden.

De schemering van de avond streek al neer over Sevilla, de stad met haar boeiend, maar ook verschrikkelijk verleden.

We waren met niet veel, ongeveer 25. Dat was van de ene kant een teleurstelling. Was er niet voldoende publiciteit aan gegeven? Of durfden de, overigens niet talrijke, protestanten van Sevilla het niet aan om mee te lopen in deze optocht, die toch ook een duidelijke aanklacht zou inhouden tegen Spanje en tegen de R.-K. Kerk?

Van de andere kant werd door dat kleine getal alles veel serener, verhevener. Het had daardoor niets van een wereldse protestmars met spandoeken en met grote getallen, die daardoor indruk willen maken.

We begonnen met gebed, zo maar op die brug, op het trottoir. Voorbijgangers moeten het wel een vreemde vertoning hebben gevonden.

Maar gebed was juist dat wat bij deze tocht van de martelaren paste; gebed en verootmoediging: Heere, vergeef het ons; daartoe zijn wij, mensen, in staat geweest om medemensen die hun volstrekte geloofsvertrouwen uitspraken in Uw Zoon Jezus Christus, in Hem alleen en in Hem volkomen, daarom ter dood te veroordelen en levend te verbranden.

We trokken de brug over in de richting van het centrum. We stonden stil voor een poort, waarboven een reliëf is aangebracht van Christus, Die de wisselaars uit de tempel drijft.

Daar moest de stoet met de veroordeelden stil staan en hield een priester een toespraak over dat gebeuren, dat hij aldus toepaste: "Nu drijft Christus door middel van de R.-K. Kerk, die Zijn enige en ware Kerk is, jullie uit. Hij is het, Die niets meer met jullie te maken wil hebben. Hij staat er volledig achter, dat wij jullie uitbannen door de vuurdood".

Onvoorstelbaar, wat een verblinding! Bij de mensen die door Christus uit de tempel werden verdreven, ging het louter om het geld, ook al probeerden ze die smerige bedoeling onder vrome smoesjes te verbergen. En we weten toch immers, hoe vooral ten tijde van de Reformatie de heiligste dingen door de R.-K. Kerk te koop werden aangeboden zoals aflaatbrieven. Om bisschop, kardinaal of paus te worden moest je grote sommen kunnen neertellen, net zoals nu met de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

Maar deze Spaanse martelaren hadden net als hun Meester hun have en goed, zelfs hun leven ervoor over om Christus trouw te kunnen blijven.

Vervolgens kwamen we op het plein, waar de vonnissen werden voorgelezen. Dr. Gabino Femandez las de namen voor en wij laten die hieronder volgen, uit eerbied voor deze martelaars. We nemen die namen over uit een verslag van de auto-da-fe (= verbranding van andersdenkenden) van de burgerlijke gemeente van Sevilla. Dat begint zo:

24 september 1559

Verslag van de personen die verschenen in de auto-da-fe, die gevierd werd op het plein van San Francisco de Sevilla op zondag 24 september 1559, dat werd voorgezeten inzake het Heilig Officie door de zeer illustere en hoogeerwaarde heer don Juan Gonzdlez, bisschop van Tarazona, terwijl als inquisiteurs optraden de magnifieke heren Andrés Gasco en Miguel del Carpio en Juan Ovando.

Daarna volgt de lijst van hen die utot de sekte van de luthersen behoorden" en die aan de wereldlijke rechter werden overgeleverd. Achter elk van die gelovige christenen van de reformatie stond: quemado = verbrand, of als het om een vrouw ging: quemada.

1. Juan González, predikant. 2. Don Juan Ponce de León, zoon van de hertogin van Bailén; hij bleef hardnekkig in zijn dwaling. 3. Hernando de San Juan, hardnekkig tot op het schavot, maar daar bekeerde hij zich om niet levend te worden verbrand. NB. Wanneer een ter doodveroordeelde zijn protestantse geloof herriep, kreeg hij als "verzachting" van de straf, dat hij eerst gewurgd en pas daarna verbrand werd. Dr. Gabino Fernandez vertelde dat men dat ook deed, omdat ze, terwijl de brandstapel werd aangestoken, niet de kans zouden krijgen zich te bedenken en hun reformatorische geloof toch nog opnieuw zouden belijden.

4. Medel de Espinoza, borduurder. 5. Luis de Abrego, schrijver van boeken over de kerk. 6. Fray Miguel, die de kloostergelofte had afgelegd in de orde van Sint Isidoor. 7. Luis de Sosa, een vermetele ketter. 8. Juan de Zafra, vader van pater Francisco. 9. Diego de Herrera, moor. 10. Antonio Boldrf, Fransman, scheepskapitein. 11. Francisco de la Cámara. 12. Diego Ortiz de Herrera; 13. Maria de Bohorques, hardnekkig tot aan het schavot. 14. Maria de Virués, een eerbaar (honesta) dienstmeisje. 15. Francisca López, weefster; 16 Maria de Comejo; 17. Isabel de Baena, eerbaar dienstmeisje. Tevens werd bevolen de huizen, waarin deze twee meisjes leefden, af te breken en op die plaats op een stuk marmer te schrijven, welke misdaad zij begaan hadden.

18. Catalina González, zuster van Juan González (zie nr. 1). 19. Maria González, eveneens een zus van Juan. 20. Een afbeelding van de priester Francisco de Zafra (die dus aan de klauwen van de Inquisitie had weten te ontsnappen). 21. Fray Francisco Morcillo, van de orde van Sint Isidoor. 22. Carlos de Brujas, een Vlaming.

Nadat de Inquisitie dat vonnis had uitgesproken, werden de veroordeelden aan de wereldlijke rechter overgeleverd met het zeer schijnheilige verzoek om bij hun terechtstelling geen bloed te vergieten. Wanneer ze werden verbrand, vloeide er inderdaad geen bloed, maar deze dood was veel afschuwelijker dan wanneer ze zouden zijn onthoofd.

Wat het betekent om levend verbrand te worden hebben we enigszins kunnen begrijpen, toen we de reportage zagen van de vliegramp in de Bijlmer. Denk aan die jongen, die vertelde dat hij gezien had hoe zijn broer brandend uit de tiende verdieping sprong en gillend naar beneden kwam en er te pletter sloeg. Dan rijst de vraag: hoe hebben mensen gemeend in de Naam van de zachtmoedige Christus anderen tot zo'n vuurdood te moeten veroordelen?

Onder die veroordeelden bevonden zich dus zeven vrouwen/meisjes. Een gruwelijk schouwspel: die lugubere celibataire monniken, die straks er zich in zouden verlustigen, wanneer ze zouden zien hoe de vlammen haar lichamen deden gloeien en verteren.

Overigens hadden deze monniken hun sadistische verlangens reeds kunnen bevredigen, doordat ze deze vrouwen en meisjes geheel ontkleed op de pijnbank vastbonden en hen radbraakten.

We trokken verder naar het brandstapelplein dat vroeger buiten de muren van de stad lag. Ik dacht aan Hebr. 13:12,13: "Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden. Zo laat ons dan uitgaan tot Hem buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende".

Op de plaats waar toen de brandstapels waren aangebracht, staat nu het Portugese consulaatsgebouw. We hielden stil op het trottoir.

Br. Gomez sprak een gebed uit. Toen las dr. Velilla de proclamatie voor. Daarna legde hij twee posters met de herdenking van de Quemadero 1992 op het trottoir, legde er een bos bloemen op en bedekte alles met een steen, zodat het niet zou wegwaaien. We gaven elkaar een hand en een andere ouderling, dr. José Ramón Boxo, sprak opnieuw een gebed uit.

Dr. Velilla nam een bloem uit het boeket en gaf aan ieder een bloemblaadje. Daarna zongen we een Spaans gezang, waarvan we de vertaling hieronder laten volgen:

Nazaten van de Spanjaarden, die voor hun geloof stierven, mogen uw harten branden van een intense en getrouwe liefde.

Refrein: Predik het Evangelie van het bloed van Christus, en moge Spanje

de duisternis achter zich laten en voortschrijden naar het Licht.

Ouderen, jongeren en kinderen, elk op zijn plaats, koestert geen onwaardige vrees, Christus is met u.

Fier, sterk en vastbesloten, bereid om beledigingen en beschimping te verdragen, zonder ooit je geloof te verloochenen.

EEN PRESBYTERIAANS PREDIKANT VERMOORD

EGLISI/NNI (10-8-1992) - Een jonge presbyteriaanse leken-predikant is brutaal vermoord in een hinderlaag, gelegd door katholieken uit de regio, die de protestantse aanwezigheid in de dorpen van de Staat Chiapas, in het zuiden van Mexico, wilden uitroeien.

't Was op 3 juni 1.1. te Saltillo, dat Melecio Gomez Vazquez (32 jaar) door 30 kogels doorzeefd werd. waarna zijn lichaam met een machette in stukken gehakt werd. Aldus Persdienst Eglisi.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

EEN BOETE- EN BEDETOCHT DOOR SEVILLA

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's