Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WENDT U… …NAAR MIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WENDT U… …NAAR MIJ

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Wendt u naar Mij toe; wordt behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer".

(Jes. 45:22)

Wat zijn er veel mensen, die menen dat de boodschap van het Evangelie hen niet geldt. Je ontmoet dat zo vaak in de pastorale gesprekken. Altijd maar weer de gedachte dat genade, zaligheid, vergeving van zonden, behoud, alleen voor een heel select gezelschap geldt. Het dodelijk gevaar van zo'n redenering is, dat wij ons niet aangesproken weten door het Woord der prediking. Wanneer wij in de prediking geschilderd worden als verloren zondaren, willen wij dat verstandelijk nog wel toestemmen. Kunnen we zelfs kritiek hebben wanneer deze zaken in de prediking gemist worden. Maar als het onvoorwaardelijk aanbod van Gods genade daar tegenover wordt gesteld in datzelfde Woord, weten we er geen raad meer mee. We horen het aan. Kunnen ons met de inwoners van Nazareth verwonderen over zoveel aangename woorden, maar ten diepste blijkt dit woord vijandschap op te wekken. Keren we ons er vanaf als zijnde niet tegen ons gesproken.

Welnu, om alle vrijblijvendheid uit te bannen richt de sprekende God deze tekstwoorden tot u. "Wendt u naar Mij toe; wordt behouden, alle gij einden der aarde".

Wie nu nog meent buiten schot te kunnen blijven, verklaart de sprekende God onmiskenbaar tot een leugenaar.

Uit het verhand van de tekstwoorden blijkt dat deze woorden, die in eerste instantie tot het volk van Israël zijn uitgesproken, duidelijk heenwijzen naar het heil dat tot de heidenvolken zal uitgaan.

En hoe heeft God dit woord bevestigd? Door de komst van Zijn lieve Zoon, door Zijn bitter lijden en sterven, werd de scheiding die er was tussen Joden en heidenen opgeheven. Het heil moest wereldwijd geproclameerd worden. De Koning der Kerk, Jezus Christus, heeft Zijn dienaren daartoe de strikte opdracht gegeven: "Predikt het Evangelie aan alle creaturen". Daarin zien we hoe God deze profetische woorden, eenmaal door Jesaja gesproken, in Zijn Zoon in volle heerlijkheid heeft geopenbaard. Want juist in Jezus Christus heeft God de weg des behouds geschonken.

Nu worden wij in deze tekstwoorden opgeroepen om ons tot deze God te wenden, teneinde behouden te worden. En om alle ontsnappingsmogelijkheden voor u en jou weg te nemen wordt daar bijgevoegd: "Alle gij einden der aarde". Wie van ons zal nu nog durven zeggen: dit woord is niet voor mij! Dit is het bevel van de Heere der Heeren: Wendt u tot Hem en wordt behouden.

Al schrijvende realiseer je jezelf, dat er weer velen zullen zijn die ook deze meditatie weer naast zich neer zullen leggen als niet terzake doende. Misschien zegt u wel; ja maar zo makkelijk gaat het niet. Mag ik u nu eens op de man af vragen: hoe weet u dat nu eigenlijk? Ik vrees dat velen zich met hun vermeende rechtzinnigheid op de been houden. Hun eigen weg willen blijven gaan. Beladen met de zware last van jaren lang opgetaste godsdienstigheid.

In vers 20 staat zo kennelijk: "Zij (dat zijn de heidenen) weten niets, die hun houten gesneden beelden dragen en een god aanbidden, die niet verlossen kan". Ik durf gerust te zeggen dat er velen zijn, die van hun godsdienst een god gemaakt hebben. De god van hun rechtzinnigheid aanbidden, die niet verlossen kan. Wie eerlijk is zal dat ook moeten beamen, want waar heeft het u alles gebracht? Het antwoord laat zich raden: nergens. U bent al die jaren geen streep verder gekomen. U bent nog even koud en dood als voorheen.

Welnu, de Heere wil dit alles radicaal doorbreken met deze tekstwoorden. In vers 21 zegt Hij: "Er is geen God meer behalve Mij, een rechtvaardige God, een Heiland, niemand is er dan Ik". Opmerkelijk toch dat God hier zich de rechtvaardige God noemt en als in één adem ook een Heiland, dat wil zeggen een geneesmeester.

U die dit leest moet heel duidelijk weten dat de rechtvaardige God u moet veroordelen vanwege uw zonden. Daar is geen ontkoming aan. God is een rechtvaardig God, Die geenszins onschuldig zal houden, die Zijn wet overtreden en Zijn Naam miskennen. Maar Hij is ook een Heiland in Christus. Dat is die gezegende Zaligmaker, Die de toom van God over de zonde droeg, Die de schuld wegnam en Gods wet op een volmaakte wijze heeft gehoorzaamd. De strikte eenvoud van het Evangelie leert mij dit; dat alleen in een gelovig zien op Christus ik behouden kan en zal worden.

Vandaar dat onze tekstwoorden zeggen: "Wendt u naar Mij toe, wordt behouden". Ik kan u van de waarheid van deze woorden niet overtuigen. Maar het is de sprekende God, Die deze woorden tot u en jou spreekt. En Hij spreekt als machthebbende. Ik weet, ook uit mijn eigen leven, wat het zeggen wil dat het Woord daadwerkelijk doel treft, waardoor je hele leven in een totaal ander daglicht komt te staan en je het woord Gods mag aannemen voor wat het waarlijk is, nl. Gods Woord. Wie zo, geleid door de Heilige Geest, deze meditatie leest, zal bemerken dat het "wenden tot God om behouden te worden" onlosmakelijk aan dit horen verbonden is. Dan krijgt mijn leven in de meest letterlijke zin van het woord een wending. Wie oog krijgt voor zijn verloren leven buiten God door de wondere werking van de Heilige Geest, raakt betrokken op deze God. Dan wordt het levende werkelijkheid voor mij; ik kan deze God niet meer missen. Dan houdt alle redeneren op, dan moet u deze God tot uw deel krijgen. Dan zult u ook oog krijgen voor alle hindernissen die er zijn tussen God en uw ziel. Uw zonden, Uw hemelhoge schuld, maar merkwaardigerwijs vervreemden deze zaken u niet van de Heere, maar wordt u des te meer aan Hem verbonden. U zult merken dat de weg des behouds voor u geopenbaard moet worden. Dat wordt dan ook uw verlangen.

En daarin wil deze tekst u helpen. God gebiedt u in dit woord om het geheel en al met Zijn Zoon te wagen. En dat is geen sprong in het duister, maar een heenwenden tot het Licht. In dit Woord schijnt het licht van Goddelijke genade en ontferming. Het bedoelt uw verduisterde ogen te verlichten, zodat u het zult zien en uit zult gaan tot Hem, Die in dit Woord met wijd uitgebreide armen u toe roept: "Wendt u naar Mij toe; wordt behouden". Het is God in Christus die deze woorden tot u spreekt. En dan zullen er komen, ik twijfel er niet aan. Met de koorden van veroordeling om de hals. In eigen oog verloren, maar in hun komen tot Christus bij God uitverkoren en dierbaar. O wonderlijke ontmoeting, als daar die genadige overgave er mag zijn. Ik heb nooit geweten dat het zo gemakkelijk was. Van mijn kant was het een nauwelijks zalig worden, maar in Christus worden de poorten der gerechtigheid wijd voor mij opengezet. In de geloofsontmoeting met Christus vallen alle zonden van mij af. Mag ik weten: "Ja waarlijk. Hij heeft onze krankheden op Zich genomen". In Christus mijn behoud en dat voor eeuwig. Dan kan ik volmondig met dit woord instemmen; "Ik ben God en niemand meer". Ja, "Wie, wie is een God als Gij, zo groot van macht en heerschappij?" Zo groot dat Hij zich in Christus wilde neerbuigen om mij te behouden. Er is niemand anders dan deze God. die mij kon redden. Daarom ben ik van nu voortaan geheel en al op Zijn reddende genade aangewezen. Keer op keer. Met in het vooruitzicht het eeuwig behoud. Het behoud hier en nu kent geen weg meer terug. Wie zich eenmaal in zijn zonden en ellenden tot God mocht wenden, mag het gelovig weten: "Hij verlaat niet wat Zijn hand begon". Maar dat zal de gerechtvaardigde zondaar ook des te meer aan deze Behouder der mensen verbinden, met de bede: "O Levensbron, wil bijstand zenden". Wie eenmaal op Christus mocht zien, zal zich bij de voortduur tot Hem wenden om Zijn genadige hulp en bijstand.

Dan wordt het wenden tot God in Christus een steeds maar weerkerende zaak. Het "zonder Mij kunt gij niets doen" krijgt met name gestalte in het leven van de heiliging. Dat is een leven uit Christus en met Christus. En de uitkomst zal niet falen, want aan het einde van de levensreis wacht het eeuwig behoud. Dan hoeven wij ons nooit meer tot God te wenden tot ons behoud. Nee, dan zal Hij alles zijn en in allen. Dan zal ons aangezicht voortdurend op de Drie-enige God gericht zijn om Hem in gerechtigheid te aanschouwen, verzadigd met Zijn Goddelijk beeld.

Dordrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1993

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

WENDT U… …NAAR MIJ

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1993

In de Rechte Straat | 32 Pagina's