Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

R E L I G I - - - e u s

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

R E L I G I - - - e u s

De Eucharistie

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor wie bij de Heilige Schrift en de reformatische belijdenisgeschriften is opgegroeid, is het vaak moeilijk om enig inzicht te krijgen in wat er bv. bij het "Sacrament der eucharistie" ten diepste aan de orde is. Daarom wil ik dit "sacrament" iets uitvoeriger behandelen dan de vorige.

Voor de r.-k. gelovige is de eucharistie het centrale en vitale element in zijn godsdienstige beleving. Een zondag zonder eucharistie is ondenkbaar. Een feest zonder een voorafgaande eucharistieviering kan nooit een feestelijk gebeuren zijn. Of het nu een voetbalclub is die vijf jaar bestaat of een duivenclub waarvan de voorzitter zijn gouden huwelijksjubileum viert of de fanfare die haar jaarlijkse feestje organiseert, wanneer de dag niet wordt ingezet met een eucharistie. dan voelt men zich toch wel wat onwennig…

Elk voorval in het leven van de r.-k. gelovige wordt in een eucharistisch kleedje verpakt. "Een goede gewoonte", zo redeneert men zonder dat men verder stilstaat bij de consequenties, verbonden aan de r.-k. eucharistieviering. Voor velen is het een traditie die er nu eenmaal bijhoort en die moet worden bewaard. Weinigen beseffen tenvolle waar het nu in wezen om te doen is. Trouwens, die onwetendheid en oppervlakkigheid is een gevolg van de dogmatische vrijzinnigheid waarin heel wat priesters en leraren binnen de R.-K. Kerk zich hebben genesteld.

De leer van de kerk blijft overeind staan, strak dogmatisch geformuleerd. Deze leer m.b.t. de eucharistie wil ik in twee delen behandelen. Een eerste artikel over de "transsubstantiatie" d.i. de verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Jezus Christus om vervolgens in een tweede artikel het "offerkarakter" van de eucharistie te ontvouwen.

Transsubstantiatie

Zoals het ooit te Trente heeft geklonken, klinkt het vandaag nog: "Indien iemand ontkent dat in het sacrament van de allerheiligste Eucharistie het lichaam en bloed van onze Heere Jezus Christus, tezamen met zijn ziel en godheid, en dus de gehele Christus, waarlijk, werkelijk en wezenlijk tegenwoordig is en integendeel beweert dat Christus daarin slechts tegenwoordig is als in een teken of afbeelding of als door kracht: die zij vervloekt" (13e Sess. C.1).

Onze Belgische kardinaal Danneels liet in zijn boek "Het Geloof van een Kardinaal" optekenen:

"Het is een geloofswerkelijkheid dat Christus van de elementen brood en wijn helemaal bezit neemt om Zijn tegenwoordigheid te realiseren. Het gaat dus niet om een louter mentale verwijzing, om een herinnering, maar Christus komt aanwezig "per modum substantiae", het gaat om een aanwezigheid door zijn substantie zelf, volgens de thomistische formule. Met de gedweeheid van de materiële schepping zeggen brood en wijn altijd ja op de consecratie-formule "Dit is Mijn lichaam, dit is Mijn bloed".

Op een weinig fraaie wijze heeft Rome de reformatoren en allen die zich stellen op de grondslag van het Woord, aangepakt in een nijdige scheldkanonnade:

"De woorden die door de heilige Evangelisten worden weergegeven (Mat.26:26 vlg.; Mark.14:22 vlg.; Luk.22:19 vlg.) en die door de hoogvereerde Paulus herhaald worden (1 Kor.11:23 vlg.), hoewel ze zeer duidelijk de betekenis bezitten zoals de Vaders dat hebben begrepen, worden door sommige vechtlustige en slechte mensen - het is inderdaad een uiterste schande - verdraaid tot verzonnen fantasieën, waarin de waarheid van het vlees en bloed van Christus geloochend wordt en wel tegen de algemene opvatting van de Kerk in, die als pijler en fundament van de waarheid (1 Tim.3:15), deze door goddeloze mensen uitgedachte leugens als satanisch veracht heeft en steeds in dankbare herinnering deze uitnemende weldaad van Christus heeft erkend" (Trente caput 2).

De Kerk beslist

Volgens Rome is het een geloofsgegeven dat door het uitspreken van de consecratiewoorden "Dit is mijn Lichaam - Dit is mijn Bloed", het brood en de wijn een wezenlijke verandering ondergaan. Brood en wijn zijn er niet meer, alleen de gedaanten ervan, de reuk en de smaak; wat daar werkelijk is, dat is Jezus zelf.

Paus Paulus VI heeft het in niet mis te verstane bewoordingen geformuleerd in zijn encycliek "Mysterium Fidei". Daarin beweert hij dat het uitsluitend aan de R.-K. Kerk toekomt om eigenmachtig zo'n leer te bepalen, want - zo stelt hij - "de stem van de Kerk is de voortdurende echo van de stem van Christus en daarom moeten wij volgzaam luisteren naar de stem van de Kerk".

En verder "De Kerk verzekert ons dat Christus in dit sacrament niet anders tegenwoordig komt dan door de verandering van heel de substantie van de wijn in zijn Bloed, een wonderbare verandering van unieke aard, die door de Katholieke Kerk met een juiste en geëigende term "transsubstantiatie" wordt genoemd. Door de transsubstantiatie krijgen de gedaanten van brood en wijn ongetwijfeld een nieuwe betekenis en een nieuw doel, omdat ze geen gewoon brood en geen gewone drank meer zijn, doch het teken van iets heiligs, het teken van een geestelijk voedsel; maar ze krijgen slechts inzoverre een nieuwe betekenis en een nieuw doel, inzoverre ze een nieuwe "werkelijkheid" bevatten, die wij terecht "ontologisch" noemen. Immers, onder de genoemde gedaanten is niet meer dat wat er eerst was, maar iets geheel anders; en dit niet alleen op grond van het geloofsoordeel van de Kerk, maar in de objectieve werkelijkheid. Want wanneer de substantie of natuur van het brood en de wijn veranderd is in het Lichaam en Bloed van Christus, blijven er van het brood en de wijn alleen de gedaanten, waaronder Christus geheel en volledig tegenwoordig is in zijn "fysieke" werkelijk heid, ook lichamelijk, hoewel niet op dezelfde wijze als waarop de lichamen plaatselijk ergens zijn" (Myst.Fidei, art.46).

Paus Johannes - Paulus II schrijft in zijn encycliek "Over het Mysterie en de verering van de heilige Eucharistie":

"Het brood en de wijn die zich op het altaar bevin den, vergezeld van de toewijding en de geestelijke offers van de deelnemers, worden tenslotte opgedragen en worden dus "werkelijk, reëel en substantieel" het geofferde Lichaam en vergoten Bloed van Christus zelf. Door de consecratie stellen het brood en de wijn op een sacramentele en onbloedige wijze het zoenoffer aanwezig, dat Hij aan Zijn Vader op het kruis voor het heil van de wereld opgedragen heeft" (Febr.'80).

Zo, dat weten we dan. En daar willen we dan ook rekening mee houden in onze relatiebepaling met Rome. Indachtig wat Rome leert, lijkt het mij volkomen uitgesloten om deel te nemen aan de Roomse mis.

Het "Scheidt u af. spreekt de Heere" (2 Kor.6:17) geldt ook hier! Rome heeft immers heel de viering van het sacrament ijdel gemaakt. Ik weet me sterk verbonden met Calvijn, wanneer hij in zijn prediking over 1 Kor. 11:23-25 zegt: "Want het sacrament is ingesteld om onder aardse dingen te verstaan te geven, wat God ons op geestelijke wijze wil leren.

Waartoe zijn dus de sacramenten ingesteld? We moeten dan op het punt van vergelijking letten, namelijk dat het zichtbaar teken ons moet dienen tot zegel en onderpand van wat ons afgebeeld wordt, te weten van een geestelijke en hemelse zaak, die ons tot boven de wereld moet uitheften.

Wanneer wij nu geen brood hebben, als wij het lichaam van Jezus Christus ontvangen, zo houden wij geen sacrament meer over.

Wat wil dus: dit is mijn lichaam, zeggen? Ge wordt tot het eeuwige leven gevoed met mijn lichaam en mijn bloed. En daar dit zo is, geef Ik u een onderpand, waaraan gij zult weten, dat Ik op geestelijke wijze in vervulling doe gaan, wat Ik u hier voor ogen laat zien door deze zichtbare tekenen van brood en wijn. Wanneer Jezus Christus nu ons iets dergelijks verklaart, houden wij geen sacrament meer over, als het brood en de wijn niet blijven wat ze zijn, zoals het zou zijn als men de roomsen wil geloven.

Zo is het dus een uitgemaakte zaak, dat wat de roomsen transsubstantiatie noemen, alleen dient om het sacrament te vernietigen". Einde citaat Calvijn.

Op grond van Gods Woord verfoeien wij de leer van de transsubstantiatie alsmede de hele praxis van de roomse mis, daar het een eigenmachtige verbastering is van het oorspronkelijke Avondmaal.

Wij zijn zeer begaan met de miljoenen die door deze afgodische leer misleid worden.

De Eucharstieviering

Het is goed om ook even in de geschiedenis te duiken en na te gaan hoe zo'n echt rooms-katholiek leerstuk in de kerk is binnengeslopen.

Opvallend en verheugend is dat de eerste christenen een "transsubstantiatie" niet kenden.

Als Justinus de martelaar (100-165) in zijn eerste geloofsverdediging de samenkomsten op zondag in de christelijke kerk beschrijft, zegt hij: "Christus gaf ons het brood om het tot een "herinnering" te maken van Zijn vleeswording voor allen, die in Hem geloven, en de beker gaf Hij, opdat zij dien dankend zouden nemen tot een herinnering aan Zijn bloed" (Apologia).

Ook Augustinus schrijft: "De Heere aarzelde niet te zeggen "Dit is mijn Lichaam", toen Hij het "teken" van Zijn lichaam gaf. In zijn commentaar op Joh.6:26-27 schrijft hij: "Geloof en gij hebt gegeten" (Crede et manducasti).

Johannes Chrysostomos (354-407) zag het al realistischer: "Wanneer ge dit voor u ziet liggen, zeg dan: Dit is het lichaam waarover de dood zijn macht niet behield, toen het aan het kruis genageld en gegeseld werd. Dit is het lichaam dat bebloed was en door de lans getroffen werd. Dit lichaam gaf HIJ ons vast te houden en te eten. Wat in de beker is, is dat wat uit de zijde van Christus vloeide en daaraan hebben wij deel".

Johannes Damascenus (+749), een man van gezag in het Oosten, zegt over de transsubstantiatie: "Het is het vergoddelijkte lichaam van de Heere zelf, echter niet omdat het lichaam dat in de hemel opgenomen is, neerdaalt, maar omdat brood en wijn zelf veranderd worden in het lichaam en bloed van God. Vraagt iemand hoe dat mogelijk is? Door de Heilige Geest. Het brood dat op de voorbereidingstafel gereedgemaakt wordt en de wijn met het water worden door de aanroeping en de komst van de Heilige Geest op bovennatuurlijke wijze veranderd in het lichaam en bloed van Christus en ze zijn dan niet meer twee, maar een en hetzelfde. Het is geen ander lichaam dan het lichaam dat uit de maagd Maria geboren is, het is het lichaam van de gekrui sigde Christus dat nu verheerlijkt is."

Ambrosius (339-394) leert: "Wij verkondigen de dood des Heeren, zo dikwijls als wij de sacramenten ontvangen die door het mysterie van het heilige gebed in het vlees en bloed van Christus worden veranderd".

Als in de 9e eeuw de monnik Paschasius Radbertus de leer verdedigt, dat in de mis brood en wijn werkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Christus, dan wordt hij door andere theologen fel bestreden! Zijn kloostergenoot Ratramnus verdedigde namelijk de geestelijke opvatting van het Avondmaal.

In 1047 was paus Gregorius VII zelf nog in twijfel of men de transsubstantiatie moest aannemen of niet. Hij beval een vasten aan de kardinalen om van God een openbaring der waarheid te krijgen, maar die zo begeerde openbaring bleef uit. Hij veroordeelde Berengarius van Tours (+1088), die de realistische visie bestreed. Voor Berengarius was het Avondmaal een gedachtenismaal: "Christus eist dat gij door het lichamelijke eten en drinken - dat gebeurt door uiterlijke dingen, door brood en wijn - u bewust wordt van het geestelijk eten en drinken van het vlees en bloed van Christus - dat gebeurt in de geest - terwijl ge u in uw innerlijk verkwikt met de menswording en het lijden van het Woord, opdat gij het leven van uw innerlijk inricht volgens de nederigheid waardoor het Woord vlees is geworden en het geduld waardoor Hij zijn bloed vergoten heeft".

In 1079 werd hij door Gregorius VII gedwongen dit te herroepen. Hij moest onder ede verklaren: "dat brood en wijn veranderen in het ware, eigenlijke en levendmakende vlees en bloed van Jezus Christus en na de consecratie het ware lichaam van Christus zijn dat uit de maagd geboren werd en het ware bloed van Christus dat uit zijn zijde vloeide, en dat niet alleen door het teken en de kracht van het sacrament, maar in de eigenlijke natuur en in de waarheid van het wezen (in proprietate naturae en veritate substantiae)".

Het is pas in 1215 op het 4e Lateraans concilie dat de transsubstantiatie als officiële leer van de R.-K. Kerk is erkend, door paus Innocentius III (11981216).

Tenslotte sprak het concilie van Trente in 1551 de banvloek uit over alwie dit betwijfelt of verwerpt:

"Indien iemand beweert dat in het hoogheilig sacrament van de Eucharistie de substantie van brood en wijn tegenwoordig blijft tezamen met het lichaam en bloed van onze Heer Jezus Christus: en die wonderbare en unieke verandering loochent van de gehele substantie van het brood in het lichaam en van de gehele substantie van de wijn in het bloed, terwijl slechts de gedaanten van brood en wijn overblijven - welke verandering de kerk zeer juist "transsubstantiatie" noemt - die zij vervloekt" (canon 2).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

R E L I G I - - - e u s

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's