Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WIE REDT DE ARMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WIE REDT DE ARMEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij zal een Redder zijn der armen

In onze tijd wordt veel gesproken over de "kerk van de armen", het "Evangelie voor de armen", "de bevrijding van de armen". Arm wordt dan doorgaans direct toegepast op de arme, verdrukte, uitgebuite, gemarginaliseerde miljoenen in de derde wereld. Daar moet wat aan gedaan worden. Voor hèn is de boodschap van Jezus.

Ik ontken dat niet, maar tegelijkertijd geloof ik dat degenen, die (o.a.) de bovenstaande tekst op die manier voor de materieel armen claimen net zo eenzijdig de Schrift naar eigen believen uitleggen als zij die menen dat armoede, gevangenschap, blindheid en verslagen-zijn louter geestelijk verstaan moeten worden.

Jezus hééft de armen op het oog, en Hij zet Zijn boodschap in het perspectief van het Jubeljaar (vergelijk Leviticus 25:855 !). De armen worden als het ware vanuit vier gezichtshoeken beschreven:

De armen, dat zijn zij die materieel arm zijn, dat spreekt voor zich (en Hij werd één van hen -zie 2 Cor.8:9).

De armen, dat zijn de gevangenen. Echte misdadigers kwamen destijds hooguit (korte tijd) in de gevangenis in afwachting van hun terechtstelling. Langdurig in de gevangenis kwam je om je schulden (Mattheus 18:30).

De armen, dat zijn de verslagenen. Eigenlijk staat er degenen, die neer-geslagen zijn, de onderdrukten. Onderdrukking, onrecht zijn volgens de Schrift de oorzaak van armoede (lees er de profeten maar op na).

De armen, dat zijn de blinden. Van de zeven keer dat in het Evangelie naar Lukas sprake is van een blinde (of blinden) wordt er zes keer ook gesproken van hun armoede. Wie blind was, was arm.

Hier zegt Hij Die het Woord is dat Hij gekomen is om … te verkondigen…. te prediken en (nog een keer)….te prediken. En Hij biedt Zichzelf aan als de goddelijke Verlosser uit het lijden van de armen in al zijn dimensies,

* door de verkondiging van het Evangelie - de Goede Boodschap. Dat is bevrijding, loslating. Het Griekse woord hiervoor wordt ook wel vertaald met "vergeving" (van zonden), b.v. in Lukas 1:77 en Lukas 24:47. Bevrijding en vergeving mogen niet van elkaar losgemaakt worden.

Jezus verkondigt niet een Evangelie van bevrijding voor de armen en een Evangelie van vergeving voor de rijken. Het is één Evangelie van bevrijding én vergeving. Lukas 4:18,19 verbiedt ons te doen alsof het Evangelie niets te maken heeft met de vragen van arm en rijk en Lukas 24:46,47 laat niemand toe het Evangelie te verhorizontaliseren door te zwijgen over (de noodzaak van) de vergeving der zonden.

* door het waar-maken van de bevrijding. Jezus verkondigt niet alleen bevrijding, Hij brengt die ook. Daarom voegt Hij aan het citaat uit Jesaja 62 ook een zin uit Jesaja 58 toe "…dat gij vrij los laat de verpletterden". Hier: "de verslagenen heen te zenden in vrijheid".

* door blinden het gezicht te geven. Dat doet Hij letterlijk (Bartimeús b.v.), maar Hij opent ook gees-telijk de ogen.

* door het "aangename jaar des HEEREN" in te luiden. Hier verwijst Jezus naar het Jubeljaar (Lev. 25:855). Juist daarin blijkt zonneklaar dat bevrijding en vergeving niet los van elkaar kunnen bestaan.

Het Jubeljaar betekende: - vrijheid voor alle schuldenaren en slaven (gij zult vrijheid uitroepen in het land voor al zijn inwoners vs 10).

- terugkeer van allen naar hun voorvaderlijke bezittingen en stam.

- rust, zelfs voor de akkers.

Het Jubeljaar heet bij Ezechiël zelfs het vrij-jaar (46:17), bij Jesaja, het jaar van het welbehagen des HEEREN (61:2).

Kortom: de goede boodschap voor de armen is dat met de komst van het Koninkrijk van Jezus Christus de voorzieningen Gods voor het Jubeljaar het aangename jaar des HEEREN- praktijk gaan worden.

U en ik behoren tot de (relatief) rijken. Hoe kunnen wij dan "van Christus" zijn/worden ?

Door in de eerste plaats mijn eigen toestand te erkennen

Jezus spreekt ais Bevrijder, dat is Zaligmaker tot armen, slaven, blinden (zieken), uitzichtlozen, platgewalsten, neer-geslagenen, die verdrukt en uitgeknepen zijn. Dat is nu precies de diagnose van mijn toestand. Als dat niet zo is, heeft Jezus mij niets te bieden. Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node en Hij is niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering.

Wij zijn allemaal zowel verdrukkers als verdrukten (Hand. 10:38; Rom. 3:23). De verdrukking, de knechting door de satan gaat over arm èn rijk, rijk èn arm. Als we zeggen dat we zonder zonde zijn zo bedriegen wij onszelf! Dat is pas blind zijn. En de toorn van God gaat over alle goddeloosheid en ongerechtigheid der mensen (Rom.1:18). Vergeet niet dat in de tekst die Jezus uit Jesaja 61 citeert óók sprake is van "de dag der wrake onzes Gods".

Door dan ook te erkennen wie Jezus is en wat Hij voor mij deed

Hij is de Zoon van God, de enige die mij werkelijk kan bevrijden, kan verlossen (Joh. 8:36), ook van de toorn van God. God heeft Hem voorgesteld tot een Verzoening, niemand en niets anders (Rom.3:25 en volgende). Het jubeljaar voor de armen (in alle betekenissen van dat woord) kon alleen beginnen vanuit de verzoening. In Leviticus is het Jubeljaar gegrond op de Grote Verzoendag (Lev. 25:9). In Lucas 4:18 en 19 wordt de bevrijding gekoppeld aan de vergeving. In de Romeinenbrief zien we dat de verlossing, de bevrijding alleen verworven wordt door de verzoening, waarin het bloed van Jezus Christus de toorn van God te niet doet.

Die bevrijding heeft vele dimensies:

Wij zijn gerechtvaardigd, vrij van de zondeschuld (Rom. 3 en 4).

Wij zijn vrij van de toorn van God (5:9).

Wij zijn vrij van de heerschappij van de zonde (6:18).

Wij zijn vrij van de wet (7:6).

Wij zijn vrij van de dood (8:2).

Door persoonlijk geloof en vertrouwen in de Heere Jezus Christus als mijn Zaligmaker

Wie erkent vervreemd van God, geknecht te zijn door zijn eigen egoïsme, zijn zonden, heeft er niet genoeg aan tegen die zonde en dat egoïsme te strijden. Nee, die moet vrij gemaakt worden, door de Zoon, aan Wie alle macht gegeven is, in hemel en op aarde!

Wie echt bevrijd wil worden zal zich met hart en ziel gewonnen moeten geven aan Hem. Dat wil geen mens van nature, of we nu rijk zijn of arm.

Misschien kan dit eenvoudige gebed van een theoloog uit Latijns Amerika ons helpen:

"Heere Jezus, ik heb me zo vaak boos gemaakt om de ongerechtigheid en de verdrukking die de anderen de armen aandoen. Nu wil ik U ootmoedig mijn eigen ongerechtigheid en egoïsme belijden. Ik wilde een bijdrage leveren aan de oplossing van de problemen van mijn land. Maar ik moet bekennen dat ik deel van die problemen ben, als verdrukkende-verdrukte. Ik erken dat ik niet anders dan Uw rechtvaardige toorn verdien en dat ik niets kan doen om mijzelf te bevrijden. Maar ik geloof heel sterk dat U de enige van God gezonden bevrijder bent. Ik erken dat Gij door Uw vleeswording, door Uw volmaakte leven, door Uw verzoenend sterven en Uw glorierijke opstanding alles gedaan hebt wat nodig was om mij te verlossen. Ik dank U dat Gij aan het kruis de straf gedragen hebt, die ik ver diende, om mij te bevrijden van mijn schuld en de wereld een alles omvattende bevrijding te brengen.

Ik heb de kosten overwo van U te zijn. Van harte gen om een ware discipel wil ik strijden tegen mijn egoïsme en mijn trots, en de zonde verzaken. Ik geef me volkomen over aan U als mijn Heere. Verlos mij van alle machten, die mij binden en van U vervreemden.

Vervul mij met Uw Heilige Geest en leid mij steeds op Uw weg.

Heere, ik weet, dat U al lang stond te kloppen aan de deur van mijn leven. Nu mag ik voor U open doen. Heere Jezus, kom in om voor altijd mijn Heere en mijn Bevrijder te zijn. En maak mij, met mijn broeders en zusters, Uw volgelingen, een instrument van Uw gerechtigheid, Uw bevrijding en Uw vrede. Om Uws Naams wil.

Amen."

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

WIE REDT DE ARMEN

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's