AAN CHRISTUS IS DE TOEKOMST!

De toekomst interesseert ons allen. Er is tegenwoordig zelfs een wetenschap, die er zich mee bezighoudt, de zogenaamde futurologie.

Hebt u belangstelling voor de toekomst? Lees dan de Bijbel, het Woord van God. Met name het laatste bijbelboek, de Openbaring aan Johannes, spreekt van de wederkomst van onze Heere Jezus Christus.

Wij horen, dat Johannes een gezicht krijgt in de hemel. Hij ziet daar een troon. Op de troon zit God de Vader, de eerste Persoon van de Heilige Drieëenheid. Rondom de goddelijke troon zijn nog 24 andere tronen. Daarop zitten 24 ouderlingen. Zij vertegenwoordigen heel Gods Kerk, zowel die van het Oude Verbond als van het Nieuwe. Op de vier trappen, die naar Gods troon voeren, zijn vier dieren, vier levende wezens. Zij vertegenwoordigen de gehele schepping. Johannes kijkt geïnteresseerd toe. God de Vader houdt in Zijn rechterhand een boekrol, die verzegeld is met zeven zegels. De boekrol wijst ons op Gods raadsbesluit over de wereld, vanaf Christus' hemelvaart tot aan Zijn wederkomst.

Alles wat gebeuren moet, staat erin beschreven. Er staan nare dingen in. Wij horen in Openbaring van oordelen en gerichten. Maar in de boekrol staat ook beschreven, dat onze Heere Jezus Christus weerkomt op de wolken, dat er zal komen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en dat God dan alle eer zal ontvangen.

Johannes merkt, dat geen enkel schepsel waardig is om de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken.

Het is ook geen kleinigheid om dat te doen. Want het boek openen betekent niet alleen meedelen, wat erin staat, maar ook het ten uitvoer brengen.

Geen engel kan dat, geen mens kan dat. Wat is dat verootmoedigend voor ons. Wat wijst ons dat op de verschrikkelijkheid van de zonde. Als de toorn van God tegen de zonde niet geblust wordt, kan er nooit een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komen. Dan moet de gehele schepping verzinken in de eeuwige chaos, het eeuwige verderf. Als het van het schepsel zou afhangen, zou dat ook gebeuren.

Laten we het dan maar nooit van het schepsel verwachten, van onszelf niet, van anderen niet. Laten wij het liever verwachten van onze Heere Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon.

Uit liefde tot zondaren heeft God de Vader Hem gegeven. In Hem was Hij de wereld met zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende. Door Hem worden er gevallen mensen zalig. Door Hem zal er komen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar God de eer zal ontvangen, die Hij waardig is en waar Hij recht op heeft.

Als Johannes weent, omdat niemand waardig bleekte zijn om de oekrol te openen en zijn bzegels te verbreken, wijst één van de ouderlingen hem op onze Heere Jezus Christus. "Ween niet; zie de Leeuw, die uit de stam van Juda is, de wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen en zijn zegels open te breken".

Wat wij niet kunnen, heeft Christus gedaan.

Hij heeft overwonnen. Hij heeft de duivel verslagen, de wet het zijne gegeven en Gods toorn tegen de zonde gestild in Zijn bloed. Daarom is Hij waardig het boek van Gods heilsraad te openen. Door de weg van oordelen en gerichten zal Hij alles leiden naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Is dat geen troost? Neen, niet voor hen, die Christus verwerpen. Het is troost voor allen, die het zelf niet meer weten en niet meer kunnen, die met zichzelf aan een eind gekomen zijn, maar die zich leerden overgeven aan onze Heere Jezus Christus. Mag het zo met ons wezen? Zie toch niet op uzelf.

Zie op Christus, Die eerst kwam ter verzoening en Die wederkomen zal in heerlijkheid.

Golven van ongerechtigheid slaan over ons land. Je kan er bang van .worden. Het kerkelijke leven gaat achteruit. Het doet je verdriet. En van jezelf is geen goed te verwachten. Moedeloos kan je soms denken: zal satan het dan toch winnen? Neen. Zie op onze Heere Jezus Christus. Hij heeft overwonnen. Hij is waardig de boekrol te openen. Als wij op Christus zien, behoeven wij niet te wenen. Want het komt goed! Hoe donker de tijd ook is.

Johannes ziet in de hemel een Lam. Bedoeld is onze Heere Jezus Christus. Hij is het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Het Lam staat in de hemel als geslacht. Het is nog duidelijk aan Hem te zien, dat Hij stierf aan het kruis. De littekens zijn er nog. Met Zijn volbrachte offer, met Zijn bloed is Hij verschenen voor Zijn Vader, de hoogste Rechter. Dat bloed is nog steeds niet opgedroogd. Nog steeds heeft het verzoenende kracht.

Daarom neemt niemand vergeefs tot Christus de toevlucht. Wie in Hem gelooft, is voor God rechtvaardig. De Heere stelt Hem ons voor tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Ken dan uw ongerechtigheid en vertrouw op Christus. Hij is in de hemel. En Hij is daar als een Lam.

Maar Hij ligt daar niet stuiptrekkend op de grond. Hij staat. Dat wijst op Zijn overwinning.

Zonde, satan, dood en hel heeft Hij overwonnen. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Johannes ziet dat. Want hij ziet, dat Christus de boekrol overneemt uit de hand van Zijn Vader. Hij krijgt loon op Zijn middelaarswerk. Voortaaregeert God de Vader alles door onze Heere Jezus Christus.

Dat betekent, dat het bestuur van de gehele wereld ligt in Zijn doorboorde middelaarshanden.

Dat is troost. Maar wel troost des geloofs. Want vaak zien wij het niet. Het aardse leven is immers zo vol moeite en verdriet.

Maar in het geloof mogen wij het weten, dat Christus weerkomt, dat er zal komen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en dat God alle tranen van de ogen zal afwissen. Zie dan op Christus. Wie op Hem ziet, gaat vanzelf meezingen, als in de hemel ter ere van het Lam een nieuw lied gezongen wordt.

Als Christus namelijk de boekrol genomen heeft, vallen de 24 ouderlingen voor Hem neer. Ook de vier dieren doen dat, de vertegenwoordigers van de gehele schepping.

Immers om der zonden wil is de gehele schepping vervloekt. Maar door Christus zal de schepping vernieuwd worden. De 24 ouderlingen vertegenwoordigen Gods kerk. Zij zingen een nieuw lied. Nooit tevoren is zo'n lied gezongen. Maar nu gebeurt het, nu Christus alle macht gekregen heeft in hemel en op aarde. Hoor, de triumferende Kerk zingt het Christus toe: "Gij zijt waardig dat boek te nemen en zijn zegels te openen; want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed".

Vindt het weerklank in ons hart? Heeft de Heilige Geest het ons geleerd mee te zingen? Is Christus ons dierbaar geworden? Uit onszelf zijn wij slaven, gevangen onder de macht van zonde en satan, gevangen onder Gods toorn. Vanwege onze zonden staan wij bij God in de schuld. Die schuld moet betaald worden. Dat eist Gods gerechtigheid. Zelf kan ik niet betalen. Mijn geld baat niet, mijn nette leven baat niet, mijn bidden niet, niets van mij baat. Bent u daar achtergekomen? Zie dan eens op onze Heere Jezus Christus. Hij liet Zich als een lam ter slachting leiden.

De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.

Hij, Gods eniggeboren Zoon in ons vlees, liet op Golgotha Zijn bloed vloeien. Het is dierbaar, kostbaar bloed. Het is zoenbloed, dat reinigt van alle zonden. Mochten wij het dan maar van Christus verwachten. Dan zijn wij vrij van de schuld en geen slaven meer van zonde en satan. Dan heeft het Lam ons Gode gekocht met Zijn bloed. Door dat bloed zijn wij dan met God verzoend, zijn wij van vijanden vrienden, ja kinderen van God geworden. In het geloof denken wij gelovig terug aan het gebeuren op Golgotha. Dat is de enige grond van onze zaligheid. Wij zijn tevreden met Christus' bloed. Maar in het geloof kijken wij ook vooruit. Durven wij vooruit te kijken. Want aan Christus is de toekomst. Hij komt weder. Eomdat aan Christus de toekomst is, is er ook toekomst voor allen, die van Christus zijn. Wat zadie toekomst zijn? Een prijzen van God, en van het Lam. "Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen