Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RELIGI - - - EUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RELIGI - - - EUS

Het priesterschap

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Blik op de priester

In de Apostolische Exhortatie 'Pastores dabo Vobis' van 1992 over de vorming van de priesters, schrijft paus Johannes-Paulus II: "De priester vindt de volle waarheid van zijn identiteit in het feit dat hij van Christus Zelf komt, de hogepriester en enige priester van het nieuwe, altijddurende Verbond, dat hij een specifieke deelname is aan Christus en een voortzetting van Christus. Hij is een levend en transparant beeld van Christus priester".

In de prefatie van de chrismamis (wijdingsmis) wordt de lof op de priester als volgt bezongen:

"Door de zalving van de Heilige Geest hebt Gij Christus Uw Zoon aangesteld tot hogepriester van het nieuwe, altijddurende Verbond. Gij hebt gewild dat Zijn enig priesterschap in de Kerk bestendigd wordt. Hij deelt het koninklijk priesterschap mee aan heel het volk van de verlosten en kiest met voorliefde sommigen onder de broeders, die Hij door de handoplegging deelachtig maakt aan zijn heilsbediening. Gij wilt dat zij in Zijn naam het offer van de verlossing hernieuwen, voor uw kinderen het paasmaal bereiden en als zorgzame dienaars van uw volk het voeden met uw woord en het heiligen met de sacramenten. Gij houdt hun Christus als voorbeeld voor, opdat zij hun leven geven voor U en voor hun broeders, zich beijveren om gelijkvormig te worden aan het beeld van uw Zoon en getuigen van trouw en van edelmoedige liefde".

Zo wordt ons duidelijk gemaakt dat de R.K.Kerk de priesterwijding in zekere zin als het voornaamste sacrament beschouwt, omdat de priester voorwaarde is tot al het kerkelijke leven. Immers van de priester hangt toch alles af. Hij is het die genade schenkt. Hij is het die de mens tot God voert. En dit alles krachtens geschonken volmacht.

Wat Rome leert

Het Concilie van Trente leert duidelijk dat het sacrament van het priesterschap een door Jezus Christus ingesteld sacrament is, dat volmacht en genade verleent.

In canon 1 van de 23e zitting heeft Trente geleerd:

"Daar de katholieke kerk in het Nieuwe Testament krachtens de instelling van de Heer het heilige zichtbare offer van de Eucharistie heeft ontvangen, moet men eveneens erkennen dat in deze kerk ook een nieuw zichtbaar en uiterlijk priesterschap aanwezig is, waarin het vroegere priesterschap is overgegaan (Hebr. 7:12 e.v.).

De vervloeking wordt zelfs uitgesproken over hen die leren dat er "in het Nieuwe Testament geen zichtbaar en uiterlijk (waarneembaar) priesterschap is of dat er daarin geen macht is om het ware lichaam van Christus te wijden en te offeren".

De priester ontvangt door de wijding (zalving) de bijzondere macht om het offer aan God te brengen (misoffer) en de zonden te vergeven. Dat is zijn voornaamste bediening.

De Catechismus ten gebruike van de bisdommen van België leert:

"De priesters hebben de macht om het heilig misoffer op te dragen, de zonden te vergeven of te weerhouden, andere sacramenten toe te dienen, het Woord Gods te verkondigen, en de zielzorg waar te nemen" (nr.436).

Het accent in het ministerium van de priester is gelegen in de sacramentsbediening met als hoogtepunt het Misoffer. In het boek 'Wezen en spiritualiteit van de diocesane geestelijkheid' schrijft prof. dr. G. Thils:

"Bij de consecratie, waardoor op het altaar -sacramenteel- het verlossingswerk van het kruis wordt hernieuwd, stelt de priester een daad die alleen hij kan stellen en die hem boven en buiten de christengemeente plaatst. De macht die hij op dat ogenblik uitoefent is niet alleen een macht om God te dienen, gelijk elke gedoopte dat kan krachtens het sacramenteel merkteken van het doopsel, maar het is een macht die uitsluitend toekomt aan gewijden. Wanneer de heilige Mis voor de priester inderdaad de sacramentshernieuwing betekent van de enige verlossingsdaad die door de verheerlijkte Christus in de hemel wordt uitgeoefend, dan is zij daarmee ook vanzelf het middelpunt van zijn apostolisch leven" (blz.154).

Het 2e Vaticaanse Concilie heeft dit nog eens uitdrukkelijk gesteld in haar Dogmatische Constitutie over de Kerk:

"Hun gewijde taak vervullen zij echter vooral in de eucharistische eredienst of synaxe, waarbij zij in de persoon van Christus handelend optreden, zijn mysterie afkondigen en de offeranden van de gelovigen met het offer van hun Hoofd verbinden. Inderdaad, het enige offer van het Nieuwe Verbond, dat van Christus namelijk, stellen zij tegenwoordig en passen zij toe in het offer van de Mis tot aan de komst van de Heer".

Samengevat:

Rome leert, dat degenen die het 'sacrament' van het priesterschap ontvangen, de macht hebben om het priesterschap van Christus voort te zetten, vooral door het opdragen van het Misoffer, het toedienen der sacramenten en het verkondigen van de leer van Christus.

Rome leert, dat iemand, die tot priester gewijd wordt een 'eeuwigdurend merkteken' in zijn ziel gedrukt krijgt, waardoor hij deelachtig wordt aan het priesterschap van Christus en evenals Hij 'Sacerdos in aeternum' (priester in eeuwigheid) is naar de orde van Melchizedek.

Rome leert dat de priester evenals Christus Middelaar tussen God en de mensen is. De priester heeft de macht om Jezus Christus door een paar woorden (consecratiewoorden) naar Godheid en mensheid op aarde tegenwoordig te brengen onder de gedaanten van brood en wijn. De priester is de uitdeler van Gods genademiddelen. De priester staat tussen het geweten der mensen en tussen Christus: Zijn vrijsprekende woorden zijn het die een zondaar weer met God verzoenen. De priester is de man die het aureool van de maagdelijkheid (celibaat) met zich mee moet dragen, waardoor hij in de achting stijgt bij de gewone mens die tot zoiets niet in staat is.

Rome zoekt dit sacrament bijbels te stutten of te funderen door te wijzen op:

Christus heeft bepaalde volmachten gegeven:

om te binden en te ontbinden (Mat. 18:18). om zonden te vergeven (Joh. 20:22-23). om brood en wijn in Christus te veranderen (1 Kor. 11:24-25).

De apostelen hebben deze macht door handoplegging overgedragen aan hun leerlingen: Hand. 14:23; 1 Tim.4:14; 2 Tim. 1:6; Titus 1:5.

Zo spreekt de Bijbel

Wie ernstig in de Bijbel de teksten bestudeert met betrekking tot het Middelaar schap van Jezus Christus, zal ontdekken hoe spitsvondig de interpretatie van Rome is en hoe afwijkend van Gods Woord haar leer is met betrekking tot het roomse priesterschap.

"Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de mens Christus Jezus" (1 Tim.2:5).

Hij is de Middelaar van het Nieuwe Verbond, Hebr. 8:6; 9:15; 12:24.

Hij alleen kon als de Zoon van God een volkomen offer brengen voor al onze zonden. Door Hem alleen hebben wij de toegang tot de Vader, Hebr.2:18 en tot de genade Ef. 1:6; Hebr.4:15-16; Rom.5:2.

Op een heldere wijze ontkent het Nieuwe Testament dat er nog nieuwe otters moeten worden gebracht! Het hele Nieuwe Testament is immers één welluidende lofzang op het éne offer van Jezus Christus, dat eens en voorgoed is gebracht voor onze zaligmaking.

De Bijbel leert dat Christus eens voor al geleden heeft voor de zonden (1 Petr.3:18)en dat Hij door de dood die Hij is gestorven, eens voor al heeft afgerekend met de zonde (Rom.6:10). De Hebreeënbrief in het bijzonder spreekt met klem over de éénmaligheid en algenoegzaamheid van Christus' Kruisoffer. Diezelfde brief laat ook duidelijk uitkomen dat tegenover de vele priesters en hogepriesters van het Oude Testament, de éne Hogepriester staat van het Nieuwe Testament (Hebr. 7:23,27).

Nooit kon Christus de bedoeling hebben gehad om een aparte priesterstand in het leven te roepen met het oog op de bediening van de sacramenten waaronder vooral het misoffer.

Paulus schrijft: "Dat de ouderlingen die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het woord en de leer" (1 Tim. 5:7).

De prediking van het Woord staat duidelijk voorop in de bediening van de ambtsdragers.

Wat betreft 1 Tim. 4:14: "Verzuim de gave niet die in u is, die u gegeven is door de profetie met oplegging der handen van de ouderlingschap".

Hier is geen sprake van zalving, maar van handoplegging. Timótheús is niet door zalving, maar door handoplegging in de bediening gesteld. En die bediening bestaat niet in het 'offeren aan God' en het 'vergeven van zonden', maar in de prediking van het Woord!

"Schaam u niet voor de getuigenis van onze Heere" (2 Tim. 1:8).


Opvallend is dat 'alle' gelovigen friesters genoemd worden!


"Houd het voorbeeld der gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt…" (2 Tim. 1:13).

"Bewaar het goede pand dat u toebetrouwd is…" (2 Tim.1:14).

Al deze aansporingen van Paulus aan Timótheús wijzen er op dat de leer, de onderwijzing, de prediking van het Evangelie primair zijn voor de dienstknecht van Christus!

Conclusie: In het Nieuwe Testament lezen we nergens over priesters in de betekenis die Rome er aan geeft. De enige keren dat we lezen over Nieuw-Testamentische priesters is in 1 Petrus 2:5,9 en in Openb. 1:6; 5:10; 20:6.

Opvallend is dat in deze teksten 'alle' gelovigen priesters genoemd worden! Volgens Petrus gaat het echter niet om het brengen van echte offers, maar "om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus".

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

RELIGI - - - EUS

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

In de Rechte Straat | 24 Pagina's