Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONTMOETINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONTMOETINGEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al een hele tijd loop ik te denken over waar ze in de kerk het vaak over hebben, over zonden. Ze zeggen dan bijvoorbeeld: "Al heb je nog zo zwaar gezondigd, er is altijd vergeving te krijgen bij Hem".

Moet je dan eerst je zonden voelen en er berouw over hebben en bidden om vergeving? Maar ik voel m'n zonden niet, dus dan kan ik toch ook niet om vergeving vragen, want ik heb er geen last van. Ik heb weieens zondige gedachten, dan besef ik wel dat dat ver keerd is, maar om er nu berouw van te hebben, ik weet niet wat dat is.

Ik bid ook wel om bekering en voor ons gezin ook, maar m'n gedachten zijn er haast niet bij en met het lezen kan ik mezelf ook haast niet concentreren. Ik lees af en toe het boek van John Bunyan: "Komen tot Jezus Christus", daar staan wel allemaal nodigingen in, maar ik zit vastgelast aan de aarde. Hoe zal ik moeten komen daar ik geen schuld voel?

Er staat ook: "Die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen". Hoe zal ik kunnen komen daar er geen berouw over m'n zonden is, dan heb ik toch geen Middelaar nodig?

Of mag je ook zo komen, in die staat waarin ik nu verkeer, gevoelloos, dor, dood, enzovoort. Ik voel wel dat dit geen leven is, zonder doel. Als je de Heere mist dan ben je toch een doelmisser? Ik zie het wel aan bekeerde mensen, die hebben wat, om jaloers op te wezen, enkel die blijmoedigheid al.

Als ik in de kerk zit dan snap ik er ook zo weinig van, ik heb al zo vaak gehoord dat als je niet bekeerd bent, je dan voor eeuwig verloren gaat, maar ik smelt er niet onder, het doet me zo weinig. Ik zou ook wel graag bij de Heere behoren, maar ik ken m'n zonden niet. Waar heb ik dan de Heere voor nodig? En toch…ik zou toch graag na kunnen zeggen: "Wat is uw enige Troost in leven en sterven enzovoort".

We hebben nog geen huisbezoek gehad, maar als het zover is, wat zullen die ouderlingen wel niet denken van mij, dat hebben ze misschien nog nooit meegemaakt. Ik zie me vaak in gedachten staan bij het doopvont, toen ds. V. mij doopte. Ik was toen tien jaar. En als ik dan dat bandje draai waarop ds. V. mij toespreekt, dan krijg ik heimwee naar die tijd. We zongen en lazen toen Psalm 130. U zei een keer dat de Heere toen al bezig was met mij, maar nu ben ik zo hard. De Heere moet er zelf aan te pas komen, want ik voel wel dat ik te ongevoelig en te hard ben om tot Hem te komen. Als u een keer tijd hebt, zou u dan wat antwoorden kunnen geven op deze brief?

Waar u over loopt te denken, over zonden, dat is goed. Maar daar moet je het natuurlijk niet bij laten. Want het is waar wat u hebt horen zeggen. Er is altijd vergeving. Al heb je nog zoveel en nog zo zwaar gezondigd. Dat is bijbels!

In de tweede alinea van uw brief schrijft u over zonden 'voelen' en er 'berouw over hebben'.

Graag wil ik daar even met u over nadenken. Vaak worden de dingen veel te veel uit elkaar getrokken. Uit hun verband gerukt, zou je kunnen zeggen. Men heeft dan een voorstelling van wedergeboorte, bekering, tot geloof komen, die geheel onbijbels is.

Veel mensen, waaronder u, lopen met de gedachte rond dat ze niet naar de Heere Jezus kunnen om vergeving, verlossing, voordat zijzelf een ontzaglijk diep besef hebben van hun zondigheid. Dat besef zou men als het ware mee willen nemen naar de Heiland om het Hem te laten zien. "Kijk, Heere, ziet U wel dat ik geholpen moet worden, ik besef zo goed hoe groot mijn zonden zijn".

Je loopt dan het gevaar dat je je zondenbesef als een betaalmiddel bij je hebt. Om de Heere daarmee over te halen om je te bekeren, je zonden te vergeven.

Maar dan gaat er iets fout!

Gaat u maar eens mee naar Ezechiël 36. Lees eens heel aandachtig vers 24 tot en met vers 32.

Heeft u het gezien? Het begint met de zegeningen: "Ik zal rein water op u sprengen, van al uw drekgoden (afgoden) zal Ik u reinigen. Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest.

Ik zal het stenen hart wegnemen en een vlesen hart geven". Let goed op de volgorde: eerst de vernieuwing, dan de leiding en besturing, in vers 27: "Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u, en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen". In vers 29 wordt het allemaal nog eens heel sterk beklemtoond: "Verlossen van onreinigheden".

Nog steeds staat er niets bij van besef van zonden bij het volk Israël. De hele zegen, de hele vernieuwing van het hart, de gehele verandering van hun bestaan, komt alleen van God vandaan! Hij geeft de nieuwe geest, Hij verbreekt het stenen hart en neemt het weg om er een vlesen hart voor in de plaats te geven. Daar behoef je niets voor mee te brengen. Daar is van Israël en van u en van mij niets bij nodig.

Israël heeft alles verkeerd gedaan. Dat beseffen ze niet, maar het is wel werkelijkheid.

Zo is het ook met u. U beseft het niet dat u alles verkeerd gedaan heeft tegenover God….maar toch is het zo! (ik zeg het in liefde). Ons leven, ook het uwe, kan niet bestaan voor God, of we het nu beseffen of niet. Ons leven komt niet overeen met Gods heilige Wet. Of we het beseffen of niet. Dat verandert er niets aan.

Al zou u nog zo'n zwaar besef hebben van zonden, het kan u niet helpen voor vergeving van uw zonden. Ook het berouw over uw zonden niet. Vergeving komt van God uit. Om Christus' wil.

Laten we het elkaar toch nog eens helder aanwijzen: er wordt niemand zalig omdat hij of zij met zoveel besef van zonden en zoveel berouw over de zonden tot Jezus gegaan is. Nee, nee en nog eens nee!

Waarom dan wel? Om Gods wil!

Lees maar mee in vers 32: "Ik doe het niet om uwentwil, spreekt de Heere HEERE, het zij u bekend! Schaamt u en wordt schaamrood van uw wegen".

De Heere zegt als het ware tegen Israël: "Ga je zitten schamen over je zondige bestaan, over de afdwaling van God, maar ook over de gedachten dat het ooit van u uit nog goed zou kunnen komen".

"Ik doe het om Mijn grote Naam", zegt de Heere in vers 22, "heel de wereld moet zien dat Ik goed ben".

Het is met dat zondenbesef en het berouw heel anders. Daar gaat het over in vers 31 van Ezechiël 36. Na alles van de Heere Zelf ontvangen te hebben: genade, een verbroken hart, een nieuw hart, een nieuwe geest, nadat de Heere uw zonden vergeven heeft, nadat u wedergeboren bent, nadat u bekeerd bent pas daarna komt het berouw en het besef van zondigheid. Als een vrucht van de wedergeboorte.

Daarom schiet er voor u ook maar één ding over: "Ga zoals je bent!" Ga, zonder zondenbesef. Ga met je koude hart. Ga, zo koud en zo leeg en zo arm en ongevoelig als je bent. De Heiland roept het u toe: "Komt tot Mij!….ALLEN DIE VERMOEID EN BELAST ZIJT".

Ik heb voor u maar één raad: vertel alles aan de Heere Jezus zoals u het aan mij verteld hebt. Laat Hem uw hele lege hart maar zien. Leg het maar bij Hem neer. U hebt net als iedereen Hem nodig om zalig te kunnen leven en sterven. Buiten Hem is er niets!

En wat die ouderlingen betreft: als die komen en ze zijn heel eerlijk, dan zullen ze het moeten toegeven dat ze van zichzelf ook niets hebben dan een verdorven hart en lege handen.

En al voelt u zich dan koud en hard, de Heere zoekt u! Hij roept u, Hij nodigt u. Geef u toch gewonnen aan Hem. Sta Hem niet langer tegen, maar werp u aan Zijn voeten. Arm en naakt!

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

ONTMOETINGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996

In de Rechte Straat | 24 Pagina's