OUD EN NIEUW: 'k Vertrouw op Hem geheel en al

Wat een indrukwekkende woorden bij de wisseling van het jaar: "Op God vertrouwen…"

Daartoe worden we in de Bijbel aan alle kanten opgeroepen. God is het waard dat we op Hem vertrouwen en wij hebben het nodig om op Hem te vertrouwen. Ondertussen is het niet zo eenvoudig om werkelijk op de Heere te vertrouwen. Uit Psalm 73 blijkt dat ook. Asaf, de dichter, heeft eigenlijk alles tegen om echt tot vertrouwen op God te komen. Hij ziet allemaal voorspoed bij mensen die nergens aan doen, terwijl hij zelf tot over zijn oren en nog verder in de narigheid zit. Hij heeft er dan ook echt 'even' over gedaan om tot werkelijk vertrouwen op de Heere alleen te komen. Zijn Godsvertrouwen is daardoor ook geen oppervlakkige bevlieging. Het is echt, hecht, en verankerd in de diepte van zijn ziel. Godsvertrouwen Het is iets dat we van onszelf niet hebben en ook onszelf niet kunnen aanmeten. Dat hebben velen ook in het achterliggende jaar zeker ondervonden. Als we in moeilijkheden zijn, zeggen de mensen zo makkelijk: "Je moet maar op de Heere vertrouwen" …en ze gaan. Maar wat een worstelingen kunnen daar op volgen. Wat een strijd en wat een bitterheid, zelfs als we dan ontdekken dat we alles wel kunnen en willen, maar op God vertrouwen…? Dat is eigenlijk beulenwerk voor ons. Dat heeft Asaf ook ervaren. Woedend heeft hij gekeken naar de mensen om hem heen. En dan verliest hij alle moed en alle vertrouwen op God. Hij ontdekt daarbij dat hij het meest nog zichzelf tegen heeft.

Maar toch is dat bij de jaarwisseling niet het laatste woord. De Heere Zelf wil het ons schenken. Hij wil het in ons werken door de Heilige Geest. En de Heilige Geest maakt daarbij weer gebruik van het Woord, van de Bijbel, de beloften van het Evangelie. Ondertussen zegt de tekst wel: "Ik zet." En dat klinkt geheel als een daad van Asaf zelf. Ja, dat is ook zo, doch het is geen daad van Asaf als oude mens, maar een daad van Asaf als nieuwe mens. Het is een daad die de Heilige Geest in Asaf gewerkt heeft.

Wanneer de Heilige Geest door het Woord ons het geschenk van Godsvertrouwen geeft, dan werkt de Heilige Geest daarbij niet langs ons heen. Integendeel, de Heilige Geest werkt dwars door ons heen, dwars door ons onwillige en zondige bestaan heen.

Dwars door ons bange bestaan heen.

Dwars door ons: "Wat zal dat nieuwe jaar ons weer brengen?" heen. Hij schakelt ons geheel in. Maar let op: de Heilige Geest schakelt niet onze oude mens in. Nee! Het gaat er geheel anders aan toe. De Heilige Geest herschept onze oude mens tot nieuwe mens en schakelt ons zo in.

Hierbij kan de Heilige Geest allerlei dingen gebruiken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de Heere ons laat vastlopen in iets. We kunnen geen kant meer op. Alle vluchtwegen en alle dwaalwegen zijn afgesneden. Er blijft maar één weg over, namelijk die tot de Heere. We geven ons over, want we hebben geen ander dan de Heere. Al kan die overgave een hele worsteling betekenen. Want het is niet zo eenvoudig om echt alles uit handen te ok niet voor 1997.

De Heilige Geest kan echter ook een andereweg met ons gaan om ons tot restloos vertouwen te brengen.. Dat gebeurt wanneer Hij het Woord met zoveel kracht op onze ziel bindt dat we er niet meer onderuit kunnen. Hierbij overwint de Heilige Geest al onze weerstand, al onze twijfels en al onze aanvechting. Al onze vragen worden hierbij overwonnen en alle onbegrijpelijke dingen waar we geen weg mee weten. We leren het in de handen van de Heere te leggen.

Ook kan de Heilige Geest het één en het ander combineren. We lopen vast in iets en tegelijk worden we met kracht geleid door het Woord. Dat gebeurt meestal niet in één moment. Het is een weg die we leren afleggen en waarop de Heilige Geest ons klaarmaakt voor Gods doel. Het is een weg door dalen, over bergen en soms langs diepe afgronden. Doch er zijn ook vlakke velden op die weg. Hoogvlaktes en valleien.

In onze tekstwoorden is de dichter gekomen tot de vlakke velden. De Heilige Geest heeft hem over alle drempels heengehaald, heengetild. Hij is tot algehele geloofsovergave gekomen, tot zozeer restloos vertrouwen dat er geen strijd en geen twijfel meer overgebleven zijn. Een stil lied van dank en aanbidding rijst dan op. Een grote rust in de Heere vervult zijn ziel.

De Heere zorgt voor Zijn kinderen. De Heere weet dat het te zwaar is voor hen om altijd door dalen, over bergen en langs afgronden te moeten gaan.

Daarom geeft Hij ook tijden waarin de Heilige Geest ons doet gaan in de rust van stil vertrouwen.

De Heere is zeer goed voor zijn kinderen. Het is om stil van te worden, vol dank en aanbidding. "Heere, wat bent U goed en dat voor mij. Alles heb ik verzondigd en toch wilt U in de Heere Jezus zo intens veel van mij houden. Daar dank ik U voor. En daarom vertrouw ik nog des te meer op U alleen. Niets kan mij meer tegenhouden, niets kan mij nog afhouden van het volle vertrouwen op U alleen."

Moge de Heere ons bij deze jaarwisseling dit geloofsvertrouwen schenken, opdat we met de jubel van Salomo over de drempel van het jaar mogen gaan: "Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op de Heere HEERE…"

Leerdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen