Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jongeren vragen naar de weg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jongeren vragen naar de weg

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van een artikel in ;Profetisch Perspectief', een driemaandelijkse uitgave van de Stichting Christenen voor Israël, kreeg ik een vraag over de gave van de profetie. Ik citeer eerst het stukje waar het om gaat. "De Nieuw-Zeelandse evangelist Barry R. Smith had in 1998, naar zijn eigen zeggen, een profetische openbaring. Hij schreef daarover in zijn boek 'The Devil's Jigsaw' (De duivelspuzzel), dat nog in hetzelfde jaar werd uitgegeven. Hij schrift: In de nabije toekomst zal over het centrum van de financiële wereled en de Verenigde Naties in New York plotseling, zomaar in één dag, een grote plaag komen met onblusbaar vuur en er zal veel dood en grote rouw zijn".

Wij leven nu na wat er gebeurde op 11 september 2001. Naar aanleiding van dit citaat kreeg ik van iemand een aantal vragen over profetie. Ik zal ze opnoemen. "Is het mogelijk dat er nu nog mensen zijn die een openbaring van God ontvangen met betrekking tot de toekomst, zoals de genoemde evangelist? Profetie is toch niet alleen beperkt tot het Oude Testament en de tijd van de apostelen. Of vindt u van wel? Geeft God nog nieuwe openbaringen die niet in de Bijbel staan? In evangelische kringen hebben ze nog steeds de gave van de profetie. Is dat bijbels of moet je dat niet geloven? De apostel Petrus schrijft toch dat we nu het profetische woord hebben en dat we daarop moeten letten (2 Petr. 1:19)? Er wordt wel gezegd dat een predikant het "profetische ambt" heeft. Maar iedere christen heeft het ambt van alle gelovigen. Dan moeten we allen toch iets profetisch hebben?" Tot zover de samenvatting van de vragen.

Graag wil ik op deze vragen ingaan en ze in een breed kader zetten. Ik laat me daarbij leiden door 'De gaven van de Heilige Geest', het heldere boek van dr. L. Floor (uitg. Groen, 1999). Om het onderwerp wat te kunnen uitdiepen, schrijf ik mijn antwoord op de gestelde vragen in een paar afleveringen. Ik wil beginnen bij het Oude Testament.

De gave van de profetie in het Oude Testament

In het Oude Testament kunnen we twee hoofdgroepen van profeten onderscheiden. De ene groep is vooral gevormd rondom de profetenscholen, ontstaan in de tijd van Richteren en Samuël. We komen ze tegen bij koning Achab, in de tijd van Elia en Elisa. In die scholen werd door bepaalde heilige oefeningen de profetische gave aangekweekt. Zo heeft Samuël in de tijd dat het heiligdom van de ark was beroofd door middel van die profetenscholen leiding willen geven aan het opnieuw ontwaakte godsdienstige leven van het volk. Naast deze profetenscholen waren er de alleen optredende profeten zoals Samuël, Elia, Elisa, Micha, Nathan, Gad en dergelijke. Onder hen treffen we ook vrouwen aan zoals bijvoorbeeld Mirjam, Debora en de vrouw van Jesaja (de profetes), Hulda en Noadja. De profeten die de boodschap die God hun gaf op schrift hebben gesteld, noemen we de "schriftprofeten", zoals we die tegenkomen in het Oude Testament, de vier grote en de twaalf kleine profeten. In Numeri 11 lezen we over de zeventig oudsten in de woestijn: "En het geschiedde wanneer de Geest op hen rustte, dat zij profeteerden, maar daarna niet meer". Hetzelfde wordt van Bileam gezegd (Num. 24), van koning Saul (1 Sam. 10) en van de leviet Jehaziël (2 Kron. 20). Joël voorzegt de uitstorting van de Heilige Geest met de gave van de profetie: "En daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten over alle vlees en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren".

Wat zegt het Nieuwe Testament?

Ook in het Nieuwe Testament is er een nauw verband tussen de Heilige Geest en de profetie. Direct al worden we geconfronteerd met profeten en profetessen rondom de geboorte van Johannes de Doper en de Heere Jezus Christus. We lezen over de profeterende Elizabet en de zingende Maria in haar profetische lofzang. Zacharias profeteert na de geboorte van zijn zoon Johannes. Bij de voorstelling van Jezus in de tempel treden Simeon en Anna op als profeet en profetes. Johannes de Doper wordt beschouwd als een profeet en de Heere Jezus is de grote Profeet, Die al door Mozes voorzegd was. Hij is bijzonder gezalfd met de Heilige Geest en met kracht tot Zijn bediening onder Israël (Hand. 10:38-39).

In het boek Handelingen komen we veel profeten en profetessen tegen. Ook uit de brieven van Paulus blijkt dat in de jonge zendingsgemeenten heel wat profeten werkzaam zijn. Paulus is er ook diep van overtuigd dat de gave van de profetie van groot belang is. Tot drie keer toe noemt hij dat in de eerste Korinthebrief: Streef naar de hoogste gaven, naar de gaven van de Geest en vooral om te profeteren.

Net als in het Oude Testament zien we ook in het Nieuwe Testament dat er twee groepen profeten zijn, namelijk enerzijds de profeten in de directe omgeving van de apostelen en anderzijds de profeten die in de gemeenten werkzaam zijn. De apostelen zijn bij hun grondleggende werk voor de kerk van het Nieuwe Testament bijgestaan en vergezeld door profeten en evangelisten (Ef. 4:11). Die profeten treden vooral op als er gemeenten gesticht zijn. Zij hebben de apostelen geholpen bij hun opbouwende, stichtende en lerende arbeid in de gemeenten. De apostelen brachten overal het Evangelie en de profeten werkten door openbaringen, door bijzondere kennis waarover zij beschikten, verder aan de opbouw van de gelovigen. Deze profeten waren de door de Heilige Geest gedreven verkondigers van het Woord van God, die in de gemeenten het heilsplan van God ontvouwden, maar ook het concrete vermanende werk ter hand namen in het pastoraat aan de gemeenteleden.

Waar het om gaat bij de profetie

Volgens de Bijbel is profetie een openbaringsgebeuren. De profeten ontvingen inzicht in de verborgenheden van God en Zijn heilsplan. God maakt Zichzelf bekend, Zijn wil en Zijn plan. In de eerste plaats wordt door de profeten geopenbaard wat God in Christus Jezus tot heil van de wereld doet en in de tweede plaats wordt Gods wil bekendgemaakt in verband met de pastorale opbouw van de gemeente. De vraag die daarbij opkomt, is of die openbaring van God een directe bovennatuurlijke inspraak is van God via spreken, dromen of visioenen, of dat het om een meer indirecte inspraak gaat waarbij God een bepaald licht laat vallen over Zijn Woord. De Heere staan vele middelen ten dienste. De uitkomst is in ieder geval dat Hij Zichzelf openbaart.

Het vervolg van dit artikel leest u in het volgende nummer.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Jongeren vragen naar de weg

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

In de Rechte Straat | 16 Pagina's