Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelisatie in Brazilië

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisatie in Brazilië

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Miroslaw Kropidlowski, een van de Poolse broeders die door IRS worden gesteund, verblijft momenteel in Brazilië. Reeds verschillende jaren was hij daar werkzaam, destijds uitgezonden als missionaris door de Rooms-Katholieke Kerk. Voordat hij in maart 2001 vanuit Nederland vertrok heeft hij een bezoek gebracht aan dr. F.L. Schalkwijk, die in Apeldoorn woont. Dr. Schalkwijk heeft van 1959 tot 1995 als missionair predikant in Brazilië gewerkt, eerst als veldzendeling in Zuid-Brazilië, daarna in het noorden als professor en rector aan het Seminario Presbiteriano in Pernambuco, en tenslotte als docent aan een opleiding voor Braziliaanse zendelingen in Centraal-Brazilië. Momenteel is hij als emeritus (73 jaar) dankbaar nog mee te mogen werken aan publicaties in het Portugees en als docent verbonden te zijn aan de Faculdade Internacional de Teologia Reformada, waaraan hij via internet colleges op afstand geeft. Voor de lezers van ons maandblad schreef hij een informatief artikel dat in twee afleveringen geplaatst zal worden. In dit nummer deel 1 over de kerkelijke situatie in het 'roomse' land Brazilië.

Dat Brazilië een enorm land is weten we allemaal, maar ik werd er weer met mijn neus op gedrukt toen ik met een van onze schoonzoons op rondreis was. Hij diende als zendeling in de Amazonas. Bij een splitsing in het bos moesten we links aanhouden, maar de richtingaanwijzer naar rechts vertelde dat Porto Alegre 4000 kilometer verderop lag. Nu ligt Porto Alegre niet helemaal in het zuiden en wijzelf waren niet helemaal in het noorden, daar komt dus nog eens een dikke 1000 kilometer bij. Een immens land met 'slechts' 150 miljoen zielen, die een enorme smeltkroes van volkeren vormen. Allereerst de 'koloniale' groep, bestaande uit indianen en, vanaf 1500 A.D., Portugezen, Joden en Afrikanen (vooral uit Angola en de Goudkust); na 1800 de Europese groep (vooral Italianen, Duitsers, Polen, Oekraïeners, Hongaren, Zwitsers, Hollanders, etc.), en ten slotte na 1900 de Aziatische groep (vooral Japanners, Chinezen, Koreanen, etc.).

En hun godsdienst? Officieel is bijna 95 procent van de bevolking rooms-katholiek, maar de werkelijkheid is anders. Want als men bedenkt dat bijna 60 procent van de Brazilianen spiritistisch is, dan kom je een stuk over de 100 procent! Je zou haast denken dat dit komt omdat Brazilië zo groot is, maar in werkelijkheid moet je eerst vanaf de ene kant die 95 procent roomsen op de grafiek uitzetten, en dan, vanaf de andere kant beginnend, de 60 procent spiritisten. Dan blijkt wel hoeveel van die stromingen elkaar overlappen. Natuurlijk moet je bij spiritisten niet alleen denken aan de magie en wilde dansen van het 'lagere' spiritisme (de umbanda), maar ook aan het 'geciviliseerde' spiritisme (het kardecisme), met z'n moralistische preekjes over reïncarnatie. Die groep geeft zelfs een catechismus in 52 zondagen uit, waar de verzoening, de hel, etc. in ontbreken. Of zoals een taalkundeleraar ons eens zei: "Een nul is de betekenisvolle afwezigheid van iets belangrijks". Heel globaal zou je misschien kunnen zeggen dat Brazilië voor 80 procent rooms is; verder is 10 procent spiritist en 10 procent evangelisch (protestant).

Brazilië is dus een rooms land, maar er zijn natuurlijk grote verschillen als je vraagt: "Hoe rooms?" Behalve wat je als 'goed rooms' zou kunnen aanduiden, is er natuurlijk een enorme groep die alleen maar in naam rooms is (nominaal rooms) en wier enige band met de kerk misschien doop, huwelijk of begrafenis is. Vaak gewoon nette mensen, maar vaker volkomen werelds, met of zonder opleiding. Ze leven normloos als praktische atheïsten, maar geven bij de volkstelling toch op dat ze 'católico romano' zijn, en weten er ook heus wel wat van af door de opvoeding thuis of door de zusters op school. Maar er zijn ook hele groepen die eigenlijk niets van het Evangelie gehoord hebben (ignorant rooms), en waarvoor een bisschop zelfs de 'onkunde' als sacrament bepleitte. Daarnaast treft men vooral in het binnenland ook middeleeuws rooms aan met veel bijgeloof en heiligenverering, waar het beeldje een doek over z'n hoofd krijgt als de heilige iets niet mag zien. Juist door het vele bijgeloof kunnen binnen deze groep vaak allerlei indiaanse en Afrikaanse invloeden binnendringen (syncretistisch rooms). De heiligen worden dan haast vereenzelvigd met spiritistische halfgoden en ze worden als een soort dubbelster gezien, zodat St.-Jorge identiek wordt aan Oxala, en Maria aan Yemanja. In de santenkraam vindt men dan ook roomse heiligenbeeldjes, umbanda- en exu-figuren (duivelfiguren) vrolijk door elkaar staan. Naarmate het verflaagje van dit volkskatholicisme afbladdert, blijft er weinig christelijks van over. Het komt echter voor dat bisschoppen zich uitspreken tegen dit spiritisme, maar ook tegen de protestanten. Op het Concilie van Trente, kort na de Reformatie, werden de protestantse leringen scherp veroordeeld, en die houding is nog springlevend (Trente-rooms). Men moet niet vergeten dat de Brazilianen vooral door jezuïeten werden opgevoed, en dat was bij uitstek de kloosterorde gericht tegen de Reformatie. Met deze mentaliteit hebben we in ons zendingsgebied ook herhaaldelijk kennisgemaakt via banenverlies, stenengooien en tot tweemaal toe het in brand steken van evangelische kerkjes op aanstichten van de pater. Toch was er in Brazilië ook altijd een meer bijbelse stroming, die tijdens de keizertijd zelfs enige invloed had doordat gedurende een aantal jaren (1835-1837) pater Feijó als regent optrad. Deze had zijn opleiding ontvangen in Itu, aan de kloosterschool van Porto Real, waar veel reformatorischer werd gedacht (augustiniaans rooms). Deze pater nodigde zelfs de Evangelische Broedergemeente in Engeland uit om onder de indianen te komen werken; jammer genoeg konden deze broeders niet aan zijn verzoek voldoen.

Behalve deze meer religieuze roomse stromingen, is er natuurlijk ook een sterke politiek roomse vorm. Hoewel er officieel wel scheiding tussen kerk en staat is, zijn 'rooms' en 'politiek' vaak twee handen op één buik. Dat was al zo vanaf de geboorte van het 'Land van het ware Kruis' (Terra da Vera Cruz), want de regering van koloniaal Brazilië was volgens een overeenkomst tussen de koning van Portugal en de paus in handen van de drager van de mantel van de militaire geestelijke 'Orde van Christus'. Maar de politici die later medeverantwoordelijk waren voor de val van het keizerrijk en de geboorte van de republiek, waren meest liberaal rooms. Een bewijs daarvan is het motto in de Braziliaanse vlag, 'Orde en Vooruitgang' (Ordem e Progresso), regelrecht afkomstig vanuit het positivisme, dat in de regeringsstad Rio de Janeiro zelfs tot stichting van een afzonderlijk kerkgenootschap overging. Ook de vrijmetselarij had in die kringen enorm veel aanhang; ze was tegen de geestelijkheid, hoewel niet noodzakelijkerwijs antirooms. Dit liberaal-roomse denken heeft sterk aan invloed gewonnen door het binnendringen van leringen van Bultmann en anderen binnen de universitaire priesteropleiding. Het is dan ook geen wonder dat vooral in die kringen een oecumenisch rooms denken opgeld doet: laten we ons niet confessioneel, maar relativistisch opstellen, en dan is iedereen welkom binnen de Roomse Kerk. Vooral anglicanen, methodisten en een enkele presbyteriaanse groep luisteren daar als betoverd naar. Velen vonden elkaar ook in de bevrijdingstheologie (liberatie-rooms), een sterk verpolitiekte uitgave van het Evangelie. Deze lijn werd door de secretaris van de bisschoppenconferentie gedurende een lezing in Recife verdedigd. Maar daaruit bleek weer duidelijk dat de antropologie (leer over de mens) veel te optimistisch is en daardoor de eschatologie (leer van de laatste dingen) utopistisch wordt. Want zal heus de méns de gouden eeuw tot stand brengen? Toch is deze beweging van groot belang voor de sociale en politieke bewustwording, maar zij vergeet vaak de geestelijke behoefte van de gewone man.

Daar heeft de charismatisch roomse beweging veel meer oog voor. Binnen de parochies waar deze stroming ingang vond, is vaak een oprecht, haast evangelisch denken aan het ontstaan, waar de genade van God wordt geprezen. Dit gebeurt vooral waar de roomse bijbelbeweging aansloeg, voor Brazilië wellicht de grootste zegen na het Tweede Vaticaanse Concilie (1965), want was niet de Reformatie ten diepste een terugkeer naar de Heilige Schrift? Maar als schaduwzijden blijven er allerlei onschriftuurlijke leringen en gebruiken, vooral de Mariaverering, die Maria steeds meer ziet als medeverlosseres. Een van de presbyteriaanse kerken die ik mocht helpen stichten, staat in de stad Medianeira, 'middelares'!

Zoals u merkte heb ik aldoor de term 'rooms' en niet 'katholiek' gebruikt. De reden is dat Rome niet de enige 'katholieke' kerk is. In het zendingswerk legden we er vaak de nadruk op dat de 'gereformeerde kerk' geen nieuwe godsdienst of een of andere sekte is, maar een rasechte 'katholieke', een algemeen christelijke kerk. Ook in de tijd van de (Nadere) Reformatie werd dat onderstreept. Zo werd in Hollands-Brazilië (1630-1654) een boek verspreid van de Engelse puritein William Perkins met als titel 'De Gereformeerde Catholiek'. En de vertaler van de Bijbel in het Portugees, Joao Ferreira de Almeida, bewerkte een traktaat waardoor hij tot bekering gekomen was en gaf het als titel:

'Verschil binnen de Christenheid tussen de oude leer van God… die in de Heilige Christelijke Gereformeerde Catholieke Apostolische Kerk geleerd wordt en de nieuwe leer van mensen … onderwezen in de Roomse Kerk' (1650). Want dat heeft Brazilië nodig, de oude leer, het volle Evangelie.

We waren opgeleid voor het zendingswerk in Indonesië, maar dat ging niet door vanwege de politieke spanningen. We kregen geen visum. Toen werden we naar Brazilië gezonden. U begrijpt, een heel verschil! In plaats van naar een land met moskeeën naar een land met veel kerktorens. Maar al gauw merkten we hoe veel Brazilianen hongeren naar het Evangelie. Soms heb je het idee dat je in de tweede eeuw leeft met haar occulte rites, soms ook in de donkere Middeleeuwen of in de reformatietijd; soms ook te midden van vrijdenkers uit de achttiende eeuw of van hedendaagse relativisten, die geen absolute waarheden erkennen. De gesteldheid van het werkterrein kan dus enorm verschillen. Daarom probeerden we af te lezen waar de grootste openheid voor het Evangelie was. In navolging van anderen probeerden we dus de 'oogstmeter' te lezen, want de oogst hangt erg af van de bodem, regen en wind, plagen, etc. Gods werk moet op Gods wijze gebeuren, maar wat was in die streek de geschiktste zendingsmethode?

Gedurende een maand trokken we met een paar andere broeders door zuidwestelijk Parana, dat in de jaren zestig een uitgesproken migratiegebied was. Duizenden landverhuizers stroomden er binnen vanuit het noorden, oosten en zuiden, maar wat een onderlinge verschillen tussen die migranten! Er kwamen arme landarbeiders vanuit het droge noordoosten en rijke boeren vanuit het diepe zuiden; hele families, maar ook veel avontuurlijke eenlingen; ambtenaren en handelaars; wat artsen en onderwijzers; huurmoordenaars op de vlucht voor de wet, en hoeren gedoemd door de armoede; koperkleurigen, zwart, geel en wittig, maar allemaal Portugeessprekend, alleen soms zonder gebit en dat klinkt wel wat anders… In de vele bars, waar je ook koffie, gebraden vlees aan een stokje of wat zoete rijstpudding kunt nuttigen, stelden we allerlei vragen. Over de bevolking (vanuit noord of zuid? landarbeiders of boeren? etc.), over de sociale voorzieningen (zoals over school, drogisterij, openbaar vervoer) en natuurlijk over de geestelijke verzorging (welke groepen? hoe groot?). Toen het gebied op die manier wat in kaart was gebracht, bleek dat, voorzover we het konden bezien, in het noorden van ons gebied de meeste belangstelling voor het Evangelie was ('meterstand': 80), minder in het westen (stand 40), minder nog in het oosten (stand 20) en het minst in het zuiden (stand 10). Omdat we maar weinig mankracht hadden en de graad van ontvankelijkheid zeker niet door de jaren heen constant zou blijven, was het duidelijk dat we de eerste en de meeste aandacht aan het noorden zouden moeten geven; na een jaar of vier hoopten we er een nieuwe classis te kunnen vormen. Maar de andere streken zouden zo mogelijk ookvoorlopig bewerkt moeten worden om er al contacten te hebben als we na vier jaar de aandacht van noord naar west hoopten te verschuiven. Soms leidde de Heere ook op bijzondere wijze, bijvoorbeeld toen we merkten dat we ook in het jonge dorpje Guaporé moesten beginnen. Maar welke evangelist zou er dan heen gaan? We hadden immers niemand over? Toen kwam op een dag een broeder uit het noorden van Parana op bezoek. Hij wilde zijn oude boerderij verkopen en ergens in onze streek bos kappen en een nieuw bedrijf opzetten, maar waar? Ik vertelde hem over de kansen voor het Evangelie in dat dorpje en we baden samen om duidelijke leiding (Psalm 25:12). Een paar weken later was hij er weer, nu op weg naar Guaporé, waar na een paar jaar door Gods genade een gemeente is gegroeid. Prijst Zijn Naam!

Het vervolg van dit artikel leest u in het volgende nummer.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Evangelisatie in Brazilië

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

In de Rechte Straat | 16 Pagina's