Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jongeren vragen naar de weg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jongeren vragen naar de weg

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze derde en laatste aflevering van de artikelenserie over profetie staan we stil bij de vraag: Hoe gaan wij om met onze profetische roeping? Wij kunnen uren praten over profetie, wat het inhoudt, hoe het vroeger was en wat het nu moet zijn, maar wie zijn wij? Als het goed is, zijn we allemaal profeet in het ambt van alle gelovigen.

De lijn in de kerkgeschiedenis

In de loop van de kerkgeschiedenis is geprobeerd de openbaringsprofeet weer in ere te herstellen. Denk aan het montanisme, aan de wederdopers, de Zwickauwer-profeten, de quakers en dergelijke. Dat de Schrift alleen bron en norm is voor geloof en leven heeft de Reformatie duidelijk gemaakt naar de kant van Rome (geen aanvulling van de Schrift door menselijke tradities) en naar de kant van de wederdopers (geen aanvullingen in de vorm van nieuwe openbaringen). Luther en Calvijn verbinden de profetie met de uitleg van de Bijbel. Calvijn zegt: "Derhalve is profetie heden in de christelijke gemeente bijna niets anders dan het rechte verstaan van de Schrift en de bijzondere gave haar uit te leggen, daar immers alle oude profetieën en alle openbaringen in Christus en Zijn Evangelie besloten zijn".

Daar komt volgens Calvijn nog wel iets bij. Profetie is volgens hem meer dan alleen maar bijbeluitleg. Profetie is volgens hem een bijzonder inzicht in Gods Woord, met als doel het geven van een concrete toepassing op de situatie van vandaag. Profeten kennen de concrete nood van de kerk en weten het juiste woord in verband daarmee te spreken. Een profeet heeft de wijsheid om in zijn schriftuitleg de nood van het moment bloot te leggen en te doorlichten. En in die nood wordt de wil van God bekendgemaakt op grond van de Schrift. De leraar onderwijst de gezonde leer en de profeet is bekwaam en ervaren om de wil van God bekend te maken. Jonge vrienden, wat hebben we in de nood van onze kerken ook profeten nodig die de moed hebben met profetische allure op grond van de Schriften te ontmaskeren waar het fout zit en de weg te wijzen hoe het goed komt. Mensen die met alle krampachtigheid vol angst en beven niet meer weten te doen dan bepaalde "autoriteiten" na te spreken, hebben we genoeg. We hebben Ieraars en profeten nodig om de gezonde leer te onderwijzen en de bijbelse weg van het leven naar Gods geboden te wijzen.

Later loopt de visie op de gave van de profetie uit op gemeentelijke samenkomsten waar de Bijbel wordt bestudeerd (A Lasco), lidmatencatechisatie (Voetius), woordbediening en gebed (Perkins) of een college van predikanten en gemeenteleden die op vaste tijden samenkomen om de Bijbel uit te leggen (Convent van Wezel). Je zou ook het gezelschapsleven een vorm van profetie kunnen noemen.

Bijbelstudie

Steeds komt er meer zicht om, naast de zondagse woordverkondiging, in de week ruimte te scheppen voor de leden van de gemeente om intensief met de Bijbel bezig te zijn. Je kunt denken aan preekbesprekingen, bijbelstudie, cursussen over gemeenteopbouw en dergelijke. Tijdens bijbelstudie bijvoorbeeld kan ontdekt worden dat gewone gemeenteleden, zowel mannen als vrouwen, begiftigd zijn met de gave van de profetie. Dat blijkt in de soms verrassende inzichten in de betekenis van bijbelteksten en de concrete toepassing in het leven en de situatie van het heden. Sommigen hebben een verrassend diep inzicht in de Schrift en weten dit tegelijkertijd heel praktisch toe te passen.

Binnen de gemeenschap der heiligen kunnen de gaven van de gelovigen het best tot hun recht komen. In de kerk is het geven en nemen. De gaven die we van Christus ontvangen, mogen we in liefde tot elkaar en in dienst aan de naaste besteden. De kerk is geen "heersinstituut", maar een gemeenschap waar liefde woont en waar Christus wordt gediend, en in Hem ook de andere gelovigen. In de bijbelse gemeente weerkaatsen de gaven -volgens Calvijn- de glans van het koninkrijk van God. De spreekgaven en de daadgaven worden aangewend in praktisch onderling hulpbetoon, dat op zijn beurt weer teruggaat op de gemeenschap met Christus, Die door de Heilige Geest de uiteindelijke Gever is van de gaven.

Gemeenteleden moeten niet alleen elkaar dienen, maar ook het Woord spreken tot anderen. Zeg maar gerust een stukje verkondiging - als dat tenminste je gave is. Als de apostelen prediken, wordt het woord "verkondiging" gebruikt. Als gemeenteleden het Woord verbreiden, wordt de uitdrukking gebruikt: "En zij spraken het Woord des Heeren" (Luk. 12:24).

Hoe gaan wij om met onze profetische roeping?

We kunnen uren praten over hoe het vroeger was en wat het nu moet zijn, maar wie zijn wij? Als het goed is, zijn we allemaal profeet in het ambt van alle gelovigen. Je hebt belijdenis gedaan en belijdt toch ook zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus? Als je het over een profeet hebt, denk je aan het volk aan wie hij de godsopenbaring brengt. Een priester is niet denkbaar zonder het offer dat hij brengt. En bij een koning horen onderdanen, die hem dienen. Van wie ben jij een onderdaan? Ben je een christen? Denk eens even na. Waarom ben je een christen? Omdat je gedoopt bent? Omdat je belijdenis doet of al gedaan hebt? De catechismus zegt: "Omdat ik door het geloof een levend lidmaat van Christus en alzo Zijn zalving deelachtig ben". Daarom alleen heten we "christenen". Dan heeft de Heilige Geest de band gelegd met Christus, de geloofsband.

De zalving van de Heilige Geest, waarmee Christus gezalfd is, daalt van Zijn hoofd ook neer op Zijn lichaam (dat is Zijn gemeente). En daar ben ik door het geloof een levend lidmaat van. En zo ben ik dan één met Hem, vol van Hem, vervuld met Zijn Geest, met Hem gezalfd. Dan leef ik bij de gratie van Zijn ambtelijke bediening, uit Zijn volheid. Dan wordt Christus als het ware zichtbaar in mij. Dan ga ik in alle bescheidenheid op Hem lijken. Dan krijgt mijn leven ook iets profetisch, iets priesterlijks en iets koninklijks.

We gaan als profeet Zijn naam belijden. En dat kan ook smaadheid met zich meebrengen. Dat zie je al in het begin. In Antiochië, waar de christennaam een scheldnaam was. We gaan Zijn naam belijden. In alle verbanden van je leven, in woord en daad. Zijn naam belijden, ook als het avondmaal in de gemeente wordt gevierd en als de Heere wordt geprezen in de gemeentezang. Juist in gemeenschap met de gemeente ontvangen we de kracht om Zijn naam te belijden en onze profetische roeping in deze wereld te vervullen. Een lichtend licht te zijn in woord en wandel in deze donkere wereld. Een mens met profetische allure.

Weet je wat oorspronkelijk een profeet is? Dat lees je in het boek Samuël. Het woordje "ziener" wordt daarvoor gebruikt. Een ziener. Dat zijn mensen die God hebben gezien. Gods heerlijkheid, Zijn majesteit, Zijn diepe zondaarsliefde. God zien en dan alle dingen van dit leven, ook je eigen leven, in het licht van God zien. Daar is ook openbaring voor nodig. Onthulling! Dat je ogen opengaan voor wat je van jezelf uit niet ziet. En wat zie je dan allemaal? Hoe zondig je bent in het licht van Gods heiligheid en hoe goed en heilzaam Gods geboden zijn. Hoe heerlijk het is om met deze God verzoend te zijn. God zien - dat kan alleen in Christus. God openbaart Zich alleen in Christus. "Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien". De gekruisigde Zaligmaker in Zijn gewilligheid en zondaarsliefde zien. Zo is God! Als je ogen daarvoor mogen opengaan, om God te zien in Christus, dan ga je met heel je verloren leven naar Hem toe. Je belijdt je zonden. En daar, in de schaduw van het kruis, worden schuldige mensen in de ruimte gezet. Als je God hebt gezien, verandert alles in je leven. Alles komt in het licht van de eeuwigheid te staan. De liefde tot God gaat branden, maar ook het verlangen dat anderen gered worden. De uitbreiding van Gods koninkrijk gaat je ter harte. Je gaat getuigen van Gods liefde en genade.

Alle gelovigen ontvangen profetische inspiratie

De profetie van Joël gaat in vervulling in het laatste der dagen: "Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, uw zonen en dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien". Hier wordt niet minder aangekondigd dan dat de Geest jongeren en ouderen in dienst zal nemen als profeten. Zij zullen profetische inspiratie ontvangen. De Geest, die in Israël rustte op een enkele profeet, zal in ruime mate uitgestort worden over allerlei mensen. Voortaan kunnen zij de spraak van de goddelijke openbaring zonder bemiddeling en duiding van anderen verstaan. In de nieuwe bedeling zal de profetie dus niet verdwijnen, maar juist veel algemener worden. Met Pinksteren komt daar al zicht op.

Het is toch wel verrassend dat Joël eerst de jeugd noemt als het gaat om het kennen van de Heere en het getuigen van Hem. Op uw zonen en uw dochters wil de Geest komen en ze vol maken van geloof, hoop en liefde. De blijdschap van het geloof, de kracht van de hoop en de dienstbaarheid van de liefde. Te midden van veel afval zien we dat jongeren bezig zijn met bijbelstudie en gebed. Dat ze de Heere zoeken en dienen. Profetie, gezichten en dromen waren vanouds bekende middelen van godsopenbaring. Het betekent nu: ze zullen de Heere kennen en Zijn naam belijden. God openbaart Zich aan hen. Ze zullen in afhankelijkheid van Hem leven en door Zijn genade vrucht dragen. De Geest wil ze gebruiken. Hij vraagt hun inzet voor de voortgang van Gods koninkrijk.

De Heilige Geest zal er Zelf voor zorgen dat er altijd weer een generatie aantreedt die de banier van het kruis verder draagt tot het einde toe. Jongeren zullen God kennen en prijzen. Dat betekent echter niet dat de ouderen worden afgeschreven. Zeker niet. Zij mogen juist gerijpt zijn in het geloof en geoefend in het vrucht dragen. Hoe heerlijk is het om daarover te spreken met jongeren. Daar kunnen ze zo veel van leren. Die profetie, de gezichten en dromen gelden ook voor de ouderen. Ze zullen God kennen. Ze worden profeten, "zieners", mensen die God zien en alles in het licht van God zien en dat doorgeven aan anderen. Dat is ten diepste profeteren. Ze krijgen een antenne om de boodschap van God op te vangen.

Wat is dat groot! Je krijgt inzicht in het Woord en vrijmoedigheid om erover te spreken. Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. De Geest gaat je inschakelen. Wat is je leven dan zinvol. Voor dit pinksterleven is niemand te oud. Ouden zullen de "droom van het koninkrijk Gods" dromen. Ze zullen niet als uitgebluste lieden in doffe gelatenheid hun tijd op aarde uitzitten in een leven met steeds minder vreugde en meer rimpels in hun ziel. Nee, de toekomst gaat open. Over hun laatste levensdagen valt een hemelse glans. Ze kijken terug op de trouw van God en Zijn opzoekende liefde. Ze kijken ook vooruit in de hoop op de heerlijkheid. Hun ogen beginnen te stralen en het vuur in hun hart gaat branden als het land van Immanuël in zicht komt. Ze leven door de Geest. Ze worden "zieners", en ze zien het helemaal zitten. En als Gods Geest jou vervult, kom je tot bewondering en aanbidding van deze heerlijke God en tot het persoonlijke gebed van de profeet Samuël:

"Spreek Heere, want Uw knecht hoort". En zo kan ik de vraag waar deze artikelen over gaan -Zijn er vandaag nog profeten?- volmondig met "ja" beantwoorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Jongeren vragen naar de weg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002

In de Rechte Straat | 16 Pagina's