Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug naar de biechtstoel? (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar de biechtstoel? (II)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorop staat de Bijbelse waarheid dat alleen God de zonden vergeeft! "Wie kan de zonden vergeven dan alleen Godé" (Markus 2:7). Deze Bijbelse waarheid wordt genegeerd wanneer de priester spreekt: "Ego te absolvo" ("Ik spreek u vrij"). Een dienstknecht van Jezus Christus kan en mag nooit in deze stellige vorm "vrijspreken" en "zonden vergeven", omdat hij geen hartenkenner is. De alwetende God alleen doorgrondt de harten. Daarom kan een dienaar van Christus alleen op voorwaardelijke wijze de vergeving uitspreken: "Indien gij waarachtig berouw hebt, en indien gij uw toevlucht neemt tot Jezus Christus, de enige Zaligmaker, zo verkondig ik u de vergeving van zonden in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest."

De Schriftplaatsen die Rome aanhaalt, spreken geen van allen van een belijdenis aan een priester om door hem de vrijspraak te verkrijgen. Rome wijst in het bijzonder op Joh. 20:22-23: "En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden ze vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn ze gehouden." Jezus sprak deze woorden tot de discipelen. Hij draagt hen op het Evangelie der verzoening te verkondigen. Deze zending gaat gepaard met de gave van de Heilige Geest. Het lijkt mij dan ook zonneklaar dat hier geen sprake kan zijn van zondevergeving, want nergens in de Bijbel wordt aan de Heilige Geest toegeschreven dat Hij zonden "vergeeft", wel dat Hij van zonden "overtuigt." Dat betekent dat het nooit de bedoeling van de Heere Jezus is geweest om aan de discipelen de macht te geven om zonden te vergeven. Zij werden gezonden om in Jezus' Naam bekering en vergeving der zonden te "prediken" onder alle volken. Zij hebben vergeving van zonden en eeuwig leven verkondigd op het geloof in Jezus Christus. Lees Hand. 2:37, 38; 3:19; 5:29-32; 10:42-43; 13:38-39.

Nergens lezen we dat de apostelen de mensen uitnodigden om hun zonden aan hen te komen belijden en dat zij hun de absolutie gaven.

Integendeel, wij lezen dat zij predikten: "En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige" (1 Joh. 2:1). Hoe pijnlijk toch dat Rome zo heel anders denkt dan de Bijbel leert! Zou men dan toch onvoldoende zicht hebben op de volkomenheid en verlossing, verzoening en vergeving, die door Christus zijn aangebrachté

Hierbij enkele elementen van de biecht in het licht van de Schrift. Over de schuldbelijdenis leert de "Katholieke Katechismus": "Het is daarom noodzakelijk dat de boeteling de zware zonden (doodzonden), die hij zich na zorgvuldig gewetensonderzoek herinnert, alszodanig belijdt dat de concrete situatie wat aantal, soort en omstandigheden betreft, voldoende duidelijk wordt. Volgens het gebod van de kerk is iedere gelovige, na het bereiken van de jaren des onderscheids, verplicht zijn zware zonden minstens eenmaal per jaar oprecht te belijden. Het belijden van de dagelijkse zonden (kleine zonden), die ons niet uitsluiten van de gemeenschap met God, is niet noodzakelijk, maar wordt door de kerk als nuttig aanbevolen" (p. 367). Het is toch een onmogelijke opgave om een nauwkeurige opsomming te geven van alle zondené Wie zondaar voor God is geworden, zal in zijn leven een zo grote opeenstapeling van zonden zien, dat hij niet zal weten waar hij beginnen moet. David roept het uit: "Wie zou de afdwalingen verstaané Reinig mij van de verborgen afdwalingen" (Ps. 19:13). En in Psalm 38:5: "Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden."

Roept Mozes niet uit: "Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns" (Ps. 90:8).

Over de absolutie leert de "Katholieke Katechismus": "De biechtvader vervult niet alleen de taak van een rechter, maar ook van geneesheer. Hij moet handelen als vader en als broeder. Hij vertegenwoordigt Jezus Christus, Die aan het kruis Zijn bloed vergoten heeft voor de zondaars. Bij de absolutie moet hij in de Naam van Jezus Christus de vergiffenis van zonden schenken" (p. 368).

Jakobus 4:12 zegt: "Er is een enig Wetgever, Die behouden kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een ander oordeelté" Wat mogen wij dankbaar zijn dat wij met al onze zonden bij Jezus Christus terechtkunnen. Zijn bloed reinigt ons van alle zonden (Ps. 103:2-12).

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2007

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Terug naar de biechtstoel? (II)

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2007

In de Rechte Straat | 16 Pagina's