Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Genade tot “vervolmaking” of totale vernieuwing?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Genade tot “vervolmaking” of totale vernieuwing?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een rooms-katholiek ziet Gods genade als “vervolmaking” van ons mens-zijn (pag 6) en/of als iets wat nauwelijks met de zonde te maken heeft (pag. 4). Hoe we tegen Gods genade aankijken, heeft alles te maken met de vraag of we als mens vanuit onszelf nog iets goeds kunnen doen.

Een bekend spreekwoord luidt: “Het is trekken aan een dood paard”, waarmee zoiets wordt bedoeld als: “Het is een onbegonnen zaak.” Een dood paard werkt niet mee. Je kunt eraan trekken, maar het zal niet meegeven. Je wordt er alleen maar ontzettend moe van.

Het beeld van een dood dier is precies dat wat de Duitse reformator Martin Bucer (1491-1551) gebruikt in zijn commentaar op Efeze 2:1: “En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden.” Bucer schrijft: “Evenzeer als een nutteloos kadaver, dat dood is naar het lichaam, zonder enig gevoel of beweging is, zo is hij die dood is door de zonden en overtredingen ook zonder enig gevoel of beweging van vroomheid.” Hoe dan ook, de Bijbel is er duidelijk over: “dood.”

Van een zieke of een gewonde kun je nog iets verwachten, maar van een dode niet meer. Dood is dood.

Vervolmaking

Dit gaat radicaal in tegen de theologie van de scholasticus Thomas van Aquino (1225-1274), wiens meest geciteerde uitspraak waarschijnlijk is: “De genade heft de natuur niet op, maar veronderstelt haar en vervolmaakt haar.” Volgens Thomas van Aquino is de menselijke natuur weliswaar verwond en heeft deze correctie nodig, maar is deze niet dood. De genade van God vult aan wat wij vanuit onszelf nog missen, en corrigeert ons ook deels. Thomas van Aquino geeft toe dat het mens-zijn (de menselijke natuur) onvolkomen is en dus genade behoeft. Het mens-zijn en de schepping zijn in hun onvolkomenheid echter wel goed.

Dit is de rooms-katholieke leer ten voeten uit. Paus Leo XIII heeft in de encycliek “Aeterni patris” (1879) de theologie van Thomas aanbevolen als inspiratiebron en leidraad voor de rooms-katholieke theologie. En nog steeds is de heilig verklaarde Thomas van Aquino, door paus Benedictus XVI een “groot Kerkleraar” genoemd, van groot belang voor het rooms-katholicisme. Niet voor niets noemt Benedictus XVI hem regelmatig, onder andere in zijn catechesereeks naar aanleiding van het door de Rooms- Katholieke Kerk uitgeroepen Jaar van het Geloof (2012-2013). In deze catechesereeks is ook de genoemde gedachtegang van Thomas van Aquino merkbaar. Benedictus XVI zegt daarin bijvoorbeeld: “Door het geloof ontdekken we dat de ontmoeting met God valoriseert, vervolmaakt en verheft wat in de mens waar, goed en schoon is.”

Totale vernieuwing

De Bijbel spreekt echter niet over Gods genade als datgene wat de mens compleet maakt.

De menselijke natuur, die in de Bijbel vaak wordt benoemd als “vlees”, is van geen enkele waarde. In Romeinen 8:6-7 staat: “Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede; Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet.”

Geest en vlees staan lijnrecht tegenover elkaar. Als veel van Jezus’ volgelingen zich ergeren aan Zijn rede naar aanleiding van het wonder van de vermenigvuldiging van de broden, zegt Jezus: “De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven” (Johannes 6:63). Wat hier eigenlijk staat, is dit: wat voor het menselijke verstand onaanvaardbaar is, wordt geleerd door de Geest. Jezus’ woorden druisen in tegen vlees en bloed. Ze zijn “Geest”, ze zijn “leven.” Wie Zijn woorden aanneemt, wordt levend gemaakt door de Heilige Geest. Het is niet verwonderlijk dat de mensen zich aan Zijn woorden storen. Puur menselijk gezien is het geloofsinzicht ook een onmogelijkheid. Het is alleen mogelijk door de Geest.

In Zijn gesprek met Nicodemus in Johannes 3 spreekt Jezus op soortgelijke wijze over de tegenstelling tussen vlees en Geest. Hij zegt zelfs: “Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien” (vers 3). Eigenlijk spreekt Jezus hier over geboren worden “van bovenaf.” Er is vernieuwing nodig door de Geest, door dat wat van boven komt. In 2 Kor. 5:17 wordt ook gesproken over een totale vernieuwing: “Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.” Door Gods genade wordt de mens dus compleet vernieuwd.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2013

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Genade tot “vervolmaking” of totale vernieuwing?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2013

In de Rechte Straat | 16 Pagina's