Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Een geschokte ambtsdrager volgt een getrouwe Zaligmaker’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Een geschokte ambtsdrager volgt een getrouwe Zaligmaker’

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mattheüs 17:1a En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus.

Het is in het leven van Simon bar Jona hoog begonnen. We mogen wel zeggen dat er wonderlijke heilige momenten in het leven van Petrus zijn aan te wijzen. De roep van Jezus: ‘Volgt Mij na.’ Vanaf het lage punt bij de zee was Petrus Jezus gevolgd, en om het zo te zeggen, het ging steeds hoger in het gewerkte geloofsleven van Petrus. Het gedeelte voorafgaande aan onze tekst getuigt er van als Petrus antwoord mag geven op de vraag door Jezus gesteld: ‘Wie zegt gij dat Ik ben?’ En temidden van alle menselijke veronderstellingen komt dan die hartelijke belijdenis uit de mond van Petrus: ‘Gij zijt de Christus.’

Wat een hoogtepunt in het geloofsleven als je dan uit de mond van Christus Zelf mag horen: ‘Zalig zijt gij, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. Op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen.’ Wat een rijkdom om persoonlijk als ambtsdrager geroepen te zijn tot deze heerlijke dienst, wetend dat ik van de Kerk een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven. Het gaat nog hoger: ‘En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen.’ Hoog met verre uitzichten en beloften is Petrus tot hiertoe geleid en gebracht.

Maar als Jezus dan gaat spreken over het Koninkrijk der hemelen dat niet gebouwd zal worden langs de weg van het Excelsior, steeds hogerop, maar in het teken van het tarwegraan dat in de aarde gezaaid wordt en moet sterven opdat er veel vrucht zal zijn, dan trekt dat een diep spoor in het denken van Petrus. Als Jezus gaat spreken van Zijn lijden, dat Hij moet heengaan naar Jeruzalem, en veel moet lijden en gedood worden, en ten derde dagen opgewekt worden, dan meent Petrus de vrijmoedigheid te hebben om Jezus te bestraffen, zeggende: ‘Dit zal U geenszins geschieden.’ Petrus wordt geschokt, tuimelt van zijn vermeende hoogte af. Petrus meent zelf inzicht te hebben, hij volgt nu de Meester niet, maar de Meester moet hem volgen. Hier is niet het afhankelijke schaap dat de Herder volgt, maar de Herder moet het schaap volgen. Eerst vervuld met de openbaring van de Vader in de hemel, en nu zo kort erna moet Jezus zeggen: ‘Gij verzint niet de dingen die Gods zijn, maar die der mensen zijn.’ Vervuld met de duivelse gedachten om Jezus van Zijn kruisweg af te houden. ‘Gij zijt Mij een aanstoot, satanas, ga achter Mij.’

Temidden van alle verwikkelingen waarin het ambtelijke en kerkelijke leven zich moet bewegen in onze dagen, zijn deze gedachten niet vreemd, en kan het ons bespringen. Ben ik Jezus een aanstoot, zou ik een blokkade kunnen zijn zoals ons verweten wordt? Zijn mijn gedachten en daden rein en gewerkt door de Geest uit de hemel, of zou Jezus ook mij Zijn rug toekeren en zeggen dat ik de dingen bedenk die van mensen zijn? Wat kan het hart en gemoed geschud worden. Wat hebben we dan te wachten?

‘Petrus, die belijdenis was een leugen, door de zaligspreking haal Ik een streep, en lever de sleutels maar in.’ ‘Ben ik het Heere? Ik toch niet? Doorgrond en ken mijn hart, beproef me en zie of mijn gemoed iets kwaads, iets onbehoorlijks voedt.‘ Wat een wonder dat Jezus Petrus de sleutels niet af neemt, dat Hij de van zichzelf zo hoog staande Petrus nu niet achterlaat in de diepe kloof waarin hij zichzelf heeft geworpen.

Onze tekst: En na zes dagen nam Jezus met Zich, om oog- en oorgetuige te mogen zijn van de heerlijkheid van de Vader, om te mogen aanschouwen dat Jezus voor hen veranderd werd van gedaante, dat Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, om daar te zien dat Mozes en Elia samenspreken met Jezus. Wie zou daarvoor nu in aanmerking komen? Tot onze verbazing en troost lezen wij: En Jezus nam met Zich Petrus. Dat is nu een volkomen Zaligmaker, die Zijn discipelen ophaalt van de rand van de zee, die ze voorgaat in de hoogte en diepte van het Koninkrijk der hemelen, die hen aanstelt Zijn volgelingen te zijn, en als ze dan door schokkende ervaringen als de tarwe gezift worden, dan blijft over: ‘Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude.’

Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij, telkens weer…!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 2004

Kerkblad | 12 Pagina's

‘Een geschokte ambtsdrager volgt een getrouwe Zaligmaker’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 2004

Kerkblad | 12 Pagina's