Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Luthers commentaar op de brief aan de Galaten
Onder de boeken die reeds in de tijd dat ik op de middelbare school zat in de boekenkast van mijn ouders was te vinden, bevond zich de uitleg die Luther heeft gegeven van de brief aan de Galaten. Daarbij gaat het om zijn tweede en meest bekende commentaar daarop uit 1531. Dat boek had in onze familie een grote plaats. Het stond niet alleen in de ouderlijke boekenkast van mijn vader, maar ook in die van mijn oma. Na de Bijbel waren er drie boeken waaraan zij bijzonder was gehecht. Dat waren de Belijdenissen van de kerkvader Augustinus, het genoemde commentaar van de hervormer Luther op de brief aan de Galaten en tenslotte Weldadigheden van een Verbondsgod, de autobiografie van John Warburton, een baptistenpredikant zonder academische opleiding uit de negentiende eeuw. Wat mij reeds op de middelbare school in Luthers commentaar op de Galaten raakte, was de radicale wijze waarop hij de tegenstelling tussen wet en Evangelie verwoordt, als het gaat om de vraag hoe wij voor God kunnen bestaan. De wet kan ons alleen maar verdoemen. Wie denkt door de wet zalig te kunnen worden, zakt steeds dieper weg in het moeras. Luther laat van de mens met al zijn godsdienstige verrichtingen niets heel. Zo radicaal als hij het vonnis van de wet verkondigde, zo radicaal wees hij ook op Christus. Hij betuigde dat het geloof rechtvaardig maakt, omdat het Christus als de Schat, met niets anders te vergelijken, aangrijpt. Omdat uiteindelijk de vraag van Luther mijn vraag was en is, namelijk hoe kan een onheilig zondaar rechtvaardig zijn in de ogen van een heilig God, heeft het antwoord dat hij op deze vraag gaf, mij niet alleen toen, maar nog steeds getroost. Luthers boodschap, of nog beter de bijbelse boodschap, van de rechtvaardiging door het geloof alleen, geeft aan mijn hart vertroosting, geest en leven. Lezing ervan kan ik iedereen dan ook van harte aanbevelen.

Luther heeft de brief van de apostel Paulus aan de Galaten zijn Catharina von Bora onder de boeken van de Bijbel genoemd. Dat verduidelijkt dat dit bijbelboek een zeer warme plek in zijn hart had. Daar vond hij namelijk antwoorden op de vragen die hem zozeer bezighielden, namelijk hoe een mens rechtvaardig voor God kan verschijnen en in het reine kan komen met de eisen van Gods heilige wet. Luther heeft gezegd dat het rechte zicht op de verhouding van wet en Evangelie iemand tot een ware theoloog maakt. Voor Luther was de verhouding wet en Evangelie niet alleen een theologisch, maar ook een existentieel probleem. Feitelijk zeg ik het dan nog niet helemaal juist. Echte theologie was voor Luther geleefde theologie. Schriftstudie, gebed en aanvechting, zo heeft hij gezegd, maken een mens tot een theoloog. De Reformatie mocht het Evangelie als een kracht Gods tot zaligheid herontdekken. De wet laat niets van de mens heel, ja verdoemt de mens. Daar staat tegenover dat God zondaren door het geloof in de beloften van het Evangelie vrijspreekt. Het Evangelie is de blijde boodschap van zaligheid voor hen die de eeuwige rampzaligheid hebben verdiend. Het karakter van onze religie wordt bepaald door het antwoord dat wij geven op de vraag hoe een mens voor God kan bestaan. Dan verwijzen we óf naar zaken in ons of door ons gedaan óf naar het werk van Christus voor ons en buiten ons. Alleen dat laatste geldt voor God. De grond van de zaligheid ligt volkomen buiten ons. Het is de Heilige Geest Die ons dat leert. Als we God in de Geest mogen dienen, hebben we geleerd alle dingen schade en drek te achten om de uitnemendheid van de kennis van Christus.

Paulus heeft de Galaten het Evangelie verkondigd. De inhoud van het Evangelie is dat een mens alleen voor God kan bestaan door het geloof in Christus Jezus. In Gal. 2:16 wordt dat als volgt verwoord: ‘Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.’ Wat in Paulus’ eigen leven gebeurd was, voltrok zich door middel van zijn prediking ook in het leven van de Galaten. Het behaagde God Zijn Zoon in hen te openbaren (vergelijk Gal. 1:16). Zij mochten leren dat Christus Zich voor hun zonden had overgegeven om hen uit deze tegenwoordige boze wereld te trekken (vergelijk Gal. 1:4). Hoe is het dan mogelijk dat de Galaten zich door de dwaalleraars lieten betoveren?! Het antwoord op deze vraag vinden we in Gal. 2:17: ‘Maar indien wij, die in Christus zoeken gerechtvaardigd te worden, ook zelven zondaars bevonden worden, is dan Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre.’ De Galaten kwamen er achter dat zij ondanks het feit dat zij door het bloed van Christus met God verzoend waren, zondaren bleven. De dwaalleraars hebben hen verteld dat de oorzaak daarvan lag in de prediking van Paulus. Juist daarom had die prediking aanvulling nodig. Een mens was pas helemaal rechtvaardig voor God als hij de moeite nam om de zware last van de Mozaïsche geboden op zich te nemen.

Paulus heeft deze gedachte met al de kracht die in hem was bestreden. Zo werd de ergernis van het kruis vernietigd. Paulus wist uit eigen ondervinding van de pijnlijke ervaring dat de mens een zondaar blijft. Hoe indrukwekkend heeft hij daarover geschreven in de tweede helft van Romeinen 7. We komen het trouwens ook tegen in de brief aan de Galaten, wanneer hij in het vijfde hoofdstuk spreekt over de strijd tussen vlees en Geest. Dat heeft Paulus er echter niet toe gebracht om maar iets af te doen, of ook maar iets toe te voegen aan het getuigenis dat de mens alleen door het geloof rechtvaardig voor God is. Had hij dat wel gedaan, dan zou hij zelf zijn gaan afbreken wat hij alom zocht op te bouwen. Juist dan had hij zich aan overtreding van Gods opdracht schuldig gemaakt. De ernstige zonde is immers het verachten en ontkrachten van het Evangelie (vergelijk Gal. 2:18). Het feit dat wij slechts ten dele heilig zijn en slechts ten dele heilig worden, is telkens opnieuw aangegrepen om de leer van de rechtvaardiging door het geloof bij te stellen. Juist daarom is de boodschap van de brief aan de Galaten van blijvende actualiteit voor de kerk. De onvolkomenheid van onze heiligmaking doet niets af aan de volkomenheid van de rechtvaardiging. Een christen moet jagen naar de volmaaktheid en tegelijkertijd de gedachte dat hij de volmaaktheid in dit leven zal bereiken verre van zich werpen (vergelijk Fil. 3 :12-14). Juist het feit dat wij slechts ten dele heilig zijn, onderstreept dat alleen de gerechtigheid van Christus, Die ons in het geloof geschonken wordt, de grond van onze zaligheid kan zijn.

Rust niet voordat gy ze van buiten kent
De Bijbel is niet in de laatste plaats een historisch boek. Liefde tot de Bijbel gaat daarom samen met liefde tot de geschiedenis. In het bijzonder geldt dat de geschiedenis van de kerk. Daaraan mogen we de vaderlandse geschiedenis toevoegen, juist omdat de geschiedenis van Nederland zozeer verbonden is met de kerk in haar gereformeerde gestalte. Ik wijs in dit verband op het Handboek der Geschiedenis van het Vaderland van Groen van Prinsterer. Juist voor hen die niet zozeer gewend zijn boeken over de geschiedenis te lezen wijs ik op een boek dat vorig jaar verscheen en dat zowel vanwege de vorm als vanwege de inhoud. Ik hoop dat ik met name jonge lezers van ons blad kan stimuleren zich in de geschiedenis te verdiepen. Het boek waarom het gaat, heeft als titel Rust niet voordat gy ze van buiten kent. De Tien Geboden in de zeventiende eeuw.

Aan de hand van een tiental catechismusverklaringen uit de zeventiende eeuw bespreekt prof.dr. A.Th. van Deursen, emeritushoogleraar voor de nieuwe geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, de Tien Geboden. Hij geeft ons een boeiende schets van het kerkelijke en maatschappelijke leven in de zeventiende eeuw. We leven in een andere tijd dan onze voorouders. Echter, ook voor ons zijn de Tien Geboden, als het goed is, een regel van dankbaarheid. In andere vormen keren dezelfde zaken in onze tijd terug. De Heidelbergse Catechismus maakt deel uit van de belijdenis van de kerk. Als we van de kerk een levend lid zijn, vinden we daarin ook de uitdrukking van ons eigen geloof. Van Deursen schrijft niet alleen terzake kundig, maar heeft ook een bijzonder goede en leesbare stijl. Voor wie niet eerder van zijn geschriften kennisnam, hoop ik dat lezing van dit werk ertoe mag leiden dat ook de andere werken van deze hoogleraar worden gelezen. Van Deursen schrijft objectief en toch ook heel betrokken. Duidelijk is dat hij zichzelf congeniaal weet met de Heidelbergse Catechismus. De titel van zijn werk is ontleend aan Smytegelt, één van de bekendere oudvaders. In het werk van Van Deursen komt nog naar voren dat ouders naar de vaste overtuiging van Smytegelt hun kinderen al heel jong naar de kerk moeten meenemen en hen, ook al vóór ze naar de catechisatie gaan die de kerk verzorgt, thuis catechetisch onderwijs dienen te geven. Dat is trouwens ook één van de redenen dat ik ouderen lezing van het werk van Van Deursen aanbeveel.

Prof.dr. A.Th. van Deursen, Rust niet voordat gy ze van buiten kent. De Tien Geboden in de zeventiende eeuw, uitgave De Groot Goudriaan, Kampen 2004; ISBN 90-6140-882-2; hb met stofomslag; 223 blz. Prijs _18,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 2005

Kerkblad | 12 Pagina's