Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de kerk en de gemeenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de kerk en de gemeenten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste weken kwamen mij diverse artikelen onder ogen, waarin opmerkingen worden gemaakt over ons kerkverband en over onze gemeenten. Het orgaan van de Gereformeerde Bond publiceert in drie afleveringen een lezing van ds. J.R. Volk waarin wordt ingegaan op de situatie in gescheurde gemeenten en op de wijze waarop ambtsdragers die naar de PKN zijn overgegaan leiding hebben te geven. Het Reformatorisch Dagblad maakte op zaterdag 9 april melding van de instelling van een Gereformeerde Adviesraad in de Protestantse Kerk in Nederland. Ook reageerde dr. B. Plaisier in de synode van de PKN lovend op het optreden van de CBZ, het orgaan dat wegens haar niet aflatende bemoeienissen in onze gemeenten nog weinig kans maakt de bijnaam ‘Commissie van Bizarre Zorg’ te verliezen. Dr. G. van den Brink plaatste in Theologia Reformata een aantal opmerkingen in onze richting. Prof. dr.W. Balke, één van de weinige echt kritische stemmen binnen de PKN, schreef in Ecclesia (van de Vrienden van Kohlbrugge) een helder verhaal over Kerk, Ambt en Recht. Van de hoogbejaarde emeritus-predikant ds. J.H. Velema zag ik enkele uitspraken, die aangeven hoe hij vanaf de zijlijn aankijkt tegen het uiteengaan van de Nederlandse Hervormde Kerk en de gevolgen daarvan in onze kring.

Het snoepje voor de Bond
Zo is dan bijna een jaar na de oprichting van de PKN vorm gegeven aan de Gereformeerde Adviesraad. Dit orgaan is ingesteld om de PKN te adviseren vanuit een specifiek gereformeerde visie. Het bestaan van deze raad is dus op zichzelf al het bewijs dat de PKN als kerk zelf niet gereformeerd is en dat ook niet wil zijn. Onder andere om die reden is de evangelisch-lutherse synode indertijd ingesteld. ‘Om te voorkomen dat de lutherse traditie wordt weggedrukt’ (zo zegt de notitie). Overigens regeert de PKN-synode de gehele kerk. Aan haar is alles onderworpen. Zij is niet gereformeerd, ook niet exclusief gebonden aan het gereformeerd belijden. Zij is protestants en zij draagt bij het lezen van de Schrift de bril van de Leuenberger Konkordie. De Gereformeerde Adviesraad mag de PKN gevraagd en ongevraagd adviseren, ‘al zal ze -volgens de notitie- met het verlenen van ongevraagd advies wel met wijsheid en terughoudendheid om moeten gaan’. Met andere woorden: in de instructie klinkt alvast door dat deze raad niet moet denken dat zij al te gereformeerd mag gaan zeuren in de PKN. Van de Raad wordt in elk geval verwacht dat zij ‘een belangrijke bijdrage levert in het gesprek tussen de modaliteiten in de PKN’. Vanuit de PKN geredeneerd kan ik dat heel goed begrijpen. Zij is meer een platform voor godsdienstige meningen dan een kerk. De Gereformeerde Adviesraad is ingekaderd in zulk een kerk-zijn. Ik acht het een snoepje voor de Bond. Onbegrijpelijk is dat er ter PKN-synode alleen maar lovend over deze raad is gesproken. Dat is des te opvallender, omdat zelfs twee vrouwelijke leden (onder wie een ‘predikante’) gekozen zijn in deze raad. Drs. P.J. Vergunst, secretaris van de GB, schrijft ‘dankbaar’ te zijn voor de vorming van deze raad. Toen de vrouw in het ambt werd ingevoerd in de kerk, heeft wijlen ds. W.L. Tukker overwogen de kerk -die hij omwille van het Woord en de gereformeerde confessie liefhad- uit te gaan. Omdat er sprake was van zo’n ingrijpend aantasten van de Heilige Schrift, die de vrouw in het ambt niet toestaat. Waar eerbied voor Gods Woord de toon aangeeft, kan men toch niet tegen het kennelijk spreken van de Heere ingaan? Nu het kritische geluid van de GB tegenover de vrouw in het ambt verstomt, moet ik denken aan de diepe eerbied voor het Woord, waarmee het leven van genoemde predikant doortrokken was. Hij zou niet alleen geen lid van een andere kerk kunnen worden, hij zou zelfs hebben overwogen uit de Bond te gaan.

Afgescheiden kerktype?
Dr. G. van den Brink wijdt een overweging aan de scheuring die zich per 1 mei 2004 heeft voltrokken. ‘Persoonlijk heb ik nog even de hoop gekoesterd dat vanzelf duidelijk zou worden dat de HHK faktisch een andere kerk is dan de NHK in plaats van de legitieme voortzetting ervan, en dat dat besef velen tot nader inzicht zou brengen. Het eerste is inderdaad wel min of meer gebeurd, het tweede blijft bij mijn weten tot dusver echter uit. Het laat zich steeds meer aanzien dat men krijgt wat men nu juist niet wilde, namelijk een nieuwe kerk van het afgescheiden type. Dat zal nog wel duidelijker worden, als straks de hervormde kerkorde op allerlei punten niet werkbaar zal blijken. En nu al is min of meer vast komen te staan dat juridisch gezien slechts de Protestantse Kerk de wettige voortzetting van de NHK is, met alle consequenties van dien (goederen, ledenregisters etc.). Ik heb echter nog niet gehoord dat dat voor deze of gene nog wat uitgemaakt heeft. Misschien wacht men nog op de definitieve juridische bevestiging, maar misschien ben ik ook gewoon te naïef geweest en geven zoals zo vaak niet ecclesiologische maar vooral psychologische factoren de doorslag. Opvallend is, dat ook kerkelijk en theologisch betrokken waarnemers uit de bestaande afgescheiden kerken, zoals de CGK, zich in het geding bepaald niet zonder meer achter de HHK opstellen, omdat ze daarin toch onmogelijk de ‘gezuiverde’ NHK waar de Afscheiding op hoopte kunnen herkennen’ (tot zover het citaat uit Theologia Reformata).

De Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk wordt ‘een nieuwe kerk van het afgescheiden type’ genoemd. En impliciet: ‘geen legitieme voortzetting van de NHK’. Jammer, dat in een blad van hoog wetenschappelijk gehalte voor de (gehele?) gereformeerde gezindte een hoofdbestuurslid van de GB zo ongenuanceerd spreekt. Of is de wens de vader van de gedachte? Overigens stem ik er van harte mee in, dat onze kerk geen nieuwe afgescheiden kerk mag zijn of mag worden. Zij heeft maar te blijven bij de aloude gereformeerde beginselen van de NHK. Indien zij dat niet doet, mist zij het recht van bestaan. Wanneer zij het recht van de hervormde gezindheid handhaaft, zet zij de kerk der vaderen voort.

Opvallend is de wijze waarop dr. van den Brink de kerkleer benadert. Hij stelt dat min of meer is vast komen te staan dat juridisch gezien slechts de PKN voortzetting van de NHK is. Deze juridische benadering lijkt zo ongeveer het einde van de tegenspraak te zijn. Hij verwijt ons dat wij niet gevoelig zijn voor de stand van zaken zoals deze vooralsnog (AV) lijkt te zijn. Dat komt omdat Van den Brink de ecclesiologische argumenten niet waardeert die wel degelijk de doorslag hebben gegeven om buiten de PKN te blijven. Er is van een andere kerk sprake, zowel bijbels-confessioneel als historisch als juridisch. Het is typerend hoe met een beroep op het vermeende juridisch recht van de kerk de problematiek wordt benaderd. Overigens bevreemdt het mij dat Theologia Reformata via Van den Brink positie kiest in het huidige kerkelijke twistgeding. Wordt het geen tijd om in de redactie van het blad minstens één lid op te nemen vanuit de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk? Er zijn toch in haar midden ook mannen die de academische doctorstitel dragen?

De greep naar kerkelijke goederen
Prof. dr. W. Balke tapt uit een heel ander vaatje dan Van den Brink. Balke schrijft in zijn artikel onder meer over de kerkelijke goederen. Ik citeer: ‘Een ‘hot item’ vormen de kerkelijke goederen, vooral nu het tot een jammerlijke splitsing tussen de PKN en de Hersteld hervormden gekomen is. De eerste stappen zijn gezet door de synodebesturen die tot veranderingen in de kerkorde geleid hebben met de bedoeling om alle plaatselijke kerkelijke goederen binnen de PKN te loodsen. Dat stond voorop en dat is niet alleen onkerkelijk maar ook -zoals nu blijkt- kortzichtig. De kardinale vraag daarbij is en blijft: wanneer en door wie is aan de synode de bevoegdheid en het recht gegeven om met civiel-rechtelijke gevolgen in het beheer van de plaatselijke kerkelijke goederen in te grijpen en vrije kerkvoogdijen te dwingen het eigen beheer op te geven? Door geen enkele uitspraak van de Generale Commissie voor de behandeling van bezwaren en geschillen, door geen enkele burgerlijke rechter is op deze hamvraag tot op heden een duidelijk antwoord gegeven. In alle uitspraken tot nog toe is deze vraag omzeild. Daardoor is zowel de kerkelijke als burgerlijke rechtsgang in dezen hoogst onbevredigend. De synode heeft zich dit recht eigenmachtig toegeëigend en is er niet voor teruggedeinsd om gemeenten dienaren des Woords te onthouden, met chantage-middelen (door een meerderheid in synoden gedekt), daarmee het eigen geestelijk recht van de kerk krenkend. Dit moet indruisen tegen het rechtsbesef van ieder weldenkend mens en het kerkelijk besef van ieder lidmaat.’

Een christelijk gereformeerd geluid gevraagd
Van den Brink betrekt de Christelijke Gereformeerde Kerken in het hedendaags kerkelijk geding. Hij brengt hen in stelling tégen ons kerkverband. Langs deze weg roep ik de CGK op om de toegeworpen handschoen aan te nemen en te reageren op deze poging om de CGK te positioneren op het kerkelijke forum. Als ik mij niet vergis, zal het wel heel moeilijk wezen om als kerk met een eenduidige reactie te komen. Wat ds. J.H. Velema schrijft, is in elk geval niet onduidelijk: ‘Het is voor mij onbegrijpelijk dat mensen van wie ik weet dat ze gereformeerd denken, uiteindelijk toch meegingen in een kerk met een pluraal karakter, waarin de vrijzinnigheid de toon aangeeft en het gereformeerde belijden slechts wordt gedoogd. Als afgescheiden buitenstaander kon ik al moeilijk plaatsen hoe men in de Hervormde Kerk kon blijven, maar die had in ieder geval een gereformeerde grondslag, zij het dat die in de praktijk niet functioneerde. In de PKN is ook dat element vervallen. Deze kerk heeft zo’n brede en zichzelf tegensprekende grondslag, dat je er in principe alles kunt leren. Het plurale karakter is gesanctioneerd.’ Velema kent ook verontwaardiging. ‘Dan denk ik aan de wijze waarop de broeders die niet zijn meegegaan de PKN in nu behandeld worden door hun medebroeders die uiteindelijk wel zijn meegegaan. Als je zo lang schouder aan schouder hebt gestaan en inhoudelijk zo veel met elkaar gemeen hebt, moet je mensen die vasthouden aan een standpunt dat aanvankelijk breed werd gedeeld niet voor scheurmaker gaan uitmaken. Dat vind ik heel erg. Er is een onbroederlijke, ongeestelijke, onchristelijke mentaliteit gekomen. Voor de wereld moet dat een belaching en een bespotting zijn.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

Uit de kerk en de gemeenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 2005

Kerkblad | 12 Pagina's