Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hizkia, man Gods door genade (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hizkia, man Gods door genade (5)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hizkia’s reactie op Sanheribs aanval (2 Kon. 19:1-7)
In de vorige bijbelstudie lazen wij dat een Assyrische delegatie onder leiding van Rabsaké is opgetrokken naar Jeruzalem om koning Hizkia en zijn volk onder druk te zetten om zich over te geven. Op een gruwelijke wijze wordt bij dit alles de Naam des Heeren gelasterd en het volk tegen Hizkia opgezet. In deze bijbelstudie lezen wij Hizkia’s reactie.

Een rouwende Hizkia
Als de Judese delegatie verslag heeft uitgebracht van de Assyrische dreigementen (2 Kon. 18:37), lezen wij in vers 1 dat Hizkia zijn klederen scheurt – net als Eljakim, Sebna en Joah gedaan hebben - en zich bedekt met een zak. Zo geeft Hizkia op zichtbare wijze uitdrukking aan zijn grote verslagenheid. Menigmaal lezen wij in de Schrift dat kleren gescheurd worden. Dit gebeurt in situaties waar rouw bedreven wordt vanwege het gemis van een geliefde (Gen. 37:29, 2 Sam. 3:31; Job 1:20) of als getreurd wordt vanwege de goddeloosheid van het volk (Num. 14:6; Ezra 9:3). Ook lezen wij dat bij het sterven (2 Sam. 3:31), bij oordelen Gods (1 Kon. 21:27; Klaagl. 2:10; Matth. 11:21), in tijden van ziekte (Ps. 35:13) en als een gunst gevraagd wordt (1 Kon. 20:32) een zak op het hoofd of om de heup gedragen wordt. We moeten bij een dergelijke zak waarschijnlijk denken aan een grof, goedkoop kleed dat in het bijzonder voor deze gelegenheden gebruikt wordt. De oorzaak van Hizkia’s verslagenheid is gelegen in het feit dat Juda van de kaart geveegd en het volk naar het goddeloze Assyrië gedeporteerd lijkt te zullen worden. Daar – ver verwijderd van de tempel - zal het volk vrijwel zeker gedwongen worden om de dienst des Heeren te verlaten en de Assyrische afgoden te dienen. Daarbij is er het grote verdriet dat Rabsaké geprobeerd heeft Hizkia’s eigen volk tegen hem op te zetten. Het ergste is echter dat de Naam des Heeren door Rabsaké ontheiligd is en dat de Heere vergeleken is met de machteloze heidense afgoden (zie hiervoor 2 Koningen 18:22-35).

Een biddende Hizkia
Wij lezen echter niet alleen van Hizkia dat hij rouwt, maar ook dat hij ‘ging in het huis des Heeren’ (vers 1). Eerder hebben wij in 2 Koningen 18:15 en 16 gelezen dat Hizkia uit angst naar de tempel ging om daar goud en zilver weg te halen om daarmee de Assyrische vijand gunstig te stemmen. Ditmaal gaat hij daar echter heen om het aangezicht des Heeren te zoeken en de nood voor Hem neer te leggen in het gebed. Ongetwijfeld heeft hij daarbij de Heere om uitkomst gesmeekt, opdat Zijn Naam geheiligd zou worden en heel Juda, maar ook de heidense volken en Assyrië in het bijzonder, zouden weten dat de Heere God is. Het is een wonder van genade dat Hizkia niet opstandig wordt tegenover de Heere en hulp zoekt bij mensen. Deze reacties liggen voor de hand. Als de Heere echter de nood heiligt aan de harten van de Zijnen, wordt er een gebed geboren.

Delegatie naar Jesaja gestuurd
Na dit alles stuurt Hizkia een delegatie naar de profeet Jesaja, de zoon van Amoz (vers 2), om met hem te spreken. Deze delegatie is anders van samenstelling dan die gesproken heeft met Rabsaké (2 Kon. 18:18). Eljakim en Sebna zijn – in tegenstelling tot Joah – opnieuw als hofbeambten afgevaardigd. Naast hen heeft Hizkia de oudsten der priesteren (vers 2) als vertegenwoordigers van de tempel meegezonden. Het zijn namelijk niet alleen de staatkundige belangen van Juda die gevaar lopen, ook de dienst des Heeren wordt ernstig bedreigd. Net als Hizkia bedekt de delegatie zich met zakken. Zo naderen zij tot Jesaja om hem de nood voor te leggen en te vragen om voor het volk te bidden (vers 3-5; 2 Kron. 32:20). Het is niet alleen nodig dat door de koning tot de Heere gebeden wordt, ook het gebed van de dienstknecht des Heeren vermag veel (Jak. 5:16). Hizkia noemt de situatie waarin het volk verkeert een dag van benauwdheid, van schelding – vernedering – en van lastering (vers 3). Met dit laatste doelt hij op de ontheiliging van Gods Naam door Rabsaké. Daarbij vergelijkt Hizkia de nood van Juda met de toestand van een barende vrouw die zo afgemat is dat zij geen kracht meer heeft om het kind te baren. Daarom vraagt Hizkia Jesaja te bidden ‘voor het overblijfsel, dat gevonden wordt’ (vers 4). Hiermee wordt dat deel van het volk bedoeld dat nog in leven is en de Heere op de rechte wijze dient. Menigmaal lezen wij in het boek Jesaja dat de Heere een overblijfsel naar de verkiezing zal behouden (Jes. 1:9; 10:20-22; 11:10-16; 37:4 en 46:3). Hizkia hoopt dat de Heere de lastertaal van Rabsaké gehoord heeft en daarom Juda zal redden om zo Zijn ontheiligde Naam te verheerlijken (vers 4). Hizkia smeekt niet op grond van zijn eigen vroomheid om redding. In een mens is immers niets te vinden waarom de Heere schuldig zou zijn Zijn genade te bewijzen. Er is alleen verlossing mogelijk als de Heere redenen uit Zichzelf neemt (zie onder andere Ex. 32:11-13; Num. 14:13-21, Deut. 9:26-29; Ez. 20:42-44; 36:21-32 en Dan. 9:15-19).

Het Woord des Heeren
Nadat al deze dingen gebeurd zijn, mag Jesaja op heerlijke wijze met goddelijke volmacht verkondigen dat de Heere uitkomst zal geven: ‘Zo zult gij tot uw heer zeggen: Zo zegt de Heere: Vrees niet voor de woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars van den koning van Assyrië gelasterd hebben. Zie, Ik zal een geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal, en weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard in zijn land vellen’ (vers 6 en 7). We lezen niet op welke wijze de Heere aan Jesaja Zijn Woord bekend heeft gemaakt. Veel belangrijker is dat de Heere de gebeden heeft willen verhoren. Het wordt Hizkia verkondigd dat hij niet behoeft te vrezen voor Rabsaké’s woorden die uiteindelijk maar mensenwoorden zijn. Daarbij blijkt ook uit Jesaja’s woorden dat de Heere Zelf weet dat Zijn Naam is gelasterd. Daarom zal Hij tot heil van Zijn volk en verheerlijking van Zijn Naam uitkomst geven. De wijze waarop de Heere verlossing zal zenden, is dat Hij Sanherib een bepaald gerucht – bericht – zal doen horen dat hem zal verschrikken en doen besluiten om naar Assyrië terug te keren. In zijn eigen land zal de schijnbaar onverslaanbare Sanherib zelf door het zwaard gedood worden. Hizkia zal gespaard blijven, terwijl Sanherib moet sterven. Zo mag ook voor Hizkia gelden wat zijn voorvader David heeft gezongen: ‘Doch het heil der rechtvaardigen is van den Heere; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid. En de Heere zal hen helpen, en zal hen bevrijden (...) van de goddelozen...’ (Ps. 37:39 en 40). Mag u in uw eigen leven ook weten dat de Heere omwille van Zijn Naam die zielen wil vertroosten die in benauwdheden schreiend tot Hem vluchten? Gespreksvragen

1. Hoe geven Hizkia en zijn volgelingen op zichtbare wijze uiting aan hun verlegenheid? Kennen wij in onze tijd iets dergelijks?

2. Wat kunnen wij in geestelijk opzicht leren van het feit dat Hizkia in het huis des Heeren ging?

3. Wat is de reden dat Hizkia hoopt dat de Heere Zich zal laten verbidden? Wat valt daaruit te leren?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 2005

Kerkblad | 12 Pagina's

Hizkia, man Gods door genade (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 2005

Kerkblad | 12 Pagina's