Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Artikel 33

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de sacramenten (5)
Wij geloven dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de Sacramenten, om aan ons Zijn beloften te verzegelen, en om panden te zijn der goedwilligheid en genade Gods te onswaarts, en ook om ons geloof te voeden en te onderhouden; dewelke Hij gevoegd heeft bij het woord des Evangelies, om te beter aan onze uiterlijke zintuigen voor te stellen, zowel hetgeen Hij ons te verstaan geeft door Zijn Woord, als hetgeen Hij inwendig doet in onze harten, bondig en vast makende in ons de zaligheid, die Hij ons mededeelt. Want het zijn zichtbare waartekenen en zegelen van een inwendige en onzienlijke zaak, door middel waarvan God in ons werkt door de kracht des Heiligen Geestes. Zo zijn dan de tekenen niet ijdel, noch ledig, om ons te bedriegen; want Jezus Christus is hun waarheid, zonder Wien zij niet met al zijn zouden. Voorts zijn wij tevreden met het getal der Sacramenten, die Christus, onze Meester, ons heeft verordend, welke niet meer dan twee zijn; te weten het Sacrament des Doops, en des Heiligen Avondmaals van Jezus Christus.
De belijdenis zegt: ‘Zo zijn dan de tekenen niet ijdel, noch ledig.’ U zou kunnen zeggen: ‘Wat is de betekenis van de tekenen van water bij de Heilige Doop en het brood en de wijn bij de bediening van het Heilig Avondmaal?’ Zij leiden tot en verbinden aan Christus. Wij moeten niet aan de uiterlijke tekenen blijven hangen, maar onze harten opwaarts verheffen, want Jezus Christus is hun waarheid. Hij wordt hierin verkondigd en Zijn offer wordt als de enige grond der zaligheid aangewezen en aangeprezen. Daar wijst en onderwijst het formulier ons uitdrukkelijk op. De voortdurende ontdekking aan onszelf is nodig, opdat Christus door Woord en sacrament meer en meer aan ons hart verklaard wordt en door ons beleden wordt als de enige en algenoegzame grond der zaligheid.

De verbreking van Zijn lichaam en de uitstorting van Zijn hartenbloed betekenen, dat het rijk van satan is verpletterd, dat de deugden Gods zijn verhoogd en verheerlijkt en dat de zaligheid op rechtsgrond is aangebracht voor al de Zijnen. De verkondiging gaat hoorbaar en zichtbaar uit en zolang de zon en de maan schijnen zal Hij, de Koning der Kerk, Zijn gemeente bouwen en onderhouden. Het deelnemen aan de sacramenten op zichzelf is niet voldoende, maar het moet ons vooral uitdrijven naar Hem, leiden tot Hem en nader verbinden aan Hem, Christus Jezus. Het gaat erom dat wij door de hoorbare – en zichtbare - verkondiging geestelijk groeien en opwassen in Hem en gebouwd worden op het enige en eeuwige fundament. Het gaat de Vader om de Zoon. Het gaat elke gelovige ten diepste eveneens om Hem, daar in en door Hem de Vader verheerlijkt wordt en de zaligheid der Kerk zeker en gewis is.

Het aantal sacramenten is twee, namelijk de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. In het Oude Testament werd er voor de val gesproken van twee bijzondere tekenen. Daar was de boom der kennis des goeds en des kwaads. Van deze boom mocht niet gegeten worden. Het uitdrukkelijke gebod was: ‘Ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven’ (Gen. 2:17).

Daar was tevens de boom des levens en daarvan mocht wel gegeten worden. Toen de mens gevallen was, werd hij verstoten uit het paradijs en sprak de Heere: ‘Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke en neme ook van den boom des levens en ete en leve in eeu-wigheid’ (Gen. 3:22). Deze boom was een sacrament voor de mens. Wanneer hij gehoorzaam zou blijven, dan zou hij straks het eeuwige leven ontvangen. Voor de val mocht hij tot versterking van Gods belofte in de weg van gehoorzaamheid van deze boom eten, maar na de val niet meer. Voor de val is er dus sprake van twee opmerkelijke tekenen. Nadat Adam en Eva uit het paradijs gezonden werden vanwege de val, vinden we in Gods Woord opnieuw twee tekenen, namelijk het teken der besnijdenis, de inlijving in het verbond, en het pascha, de herdenking van de bevrijding en de uittocht door het bloed. Onder de nieuwe bedeling kwam het sacrament van de Heilige Doop in de plaats van de besnijdenis en het Heilig Avondmaal in de plaats van het pascha.
In de tijd van het ontstaan van de Nederlandse Geloofsbelijdenis was dit zeker actueel, daar Rome nog een vijftal andere sacramenten leerde, namelijk het vormsel (een vorm van belijdenis doen), de oorbiecht (de schuldbelijdenis, waarop de priester de absolutie, de vergeving kon schenken), het laatste oliesel (dit werd gebruikt bij de stervenden), de priesterwijding en tenslotte het huwelijk. Echter, Gods Woord leert ons twee sacramenten die genoeg zijn om ingelijfd te worden in het verbond en om geestelijk gevoed en onderhouden te worden op de pelgrimsreis door de tijd naar de eeuwigheid. De Woordopenbaring is de bron voor de prediking van het Woord en zo tot hoorbare onderwijzing, vermaning en vertroosting voor de oprechte gelovige. De sacramenten zijn de zichtbare tekenen en zegelen van het verbond der genade. Zij volgen op en behoren bij de verkondiging van het Woord. De sacramenten moeten ook niet uit de eredienst gehaald worden, maar zij dienen te blijven in de openbare samenkomst van de gemeente. Zij volgen op de prediking van het Woord en verwijzen daarnaar terug. God heeft de sacramenten ingesteld vanwege onze grovigheid, onwetendheid en zwakheid. Hij gaf ons de sacramenten, opdat wij in geloof door de hoorbare en zichtbare bediening zouden komen tot Hem. Hoorbaar en zichtbaar wordt ons de dood in ons en het leven buiten ons verkondigd. Beide wijzen naar het Middelaarsbloed, beide tonen de volkomenheid van Zijn offer, eens aan het kruis geschied. Is er nimmer in uw hart een oprechte begeerte gevonden om Hem te belijden? Gevoelt u de noodzaak van de belijdenis van Hem? Hij heeft toch gezegd: ‘Wie Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.’

Er is het gevaar dat wij de sacramenten overschatten. Dan zien wij meer waarde in de tekenen en wij vergeten de betekenende zaak. We hebben dan genoeg aan het uitwendige teken, maar we staan niet naar een inwendig hartenwerk en naar rechte vruchten. Echter, het uitwendige gebruik alleen, zonder het werk van de Heilige Geest in ons hart, bevrijdt ons niet van de zonde en het oordeel, maar verzwaart onze schuld en zal ons te meer veroordelen. Onmisbaar is daarom de rechte beproeving van onszelf. Ware ontdekking leidt tot toevluchtneming tot Hem, de Hogepriester, Die getrouw is. Deze toevluchtneming gaat altijd gepaard met diepe ontdekking aan de eis van de wet, met de beleving van onze verlorenheid en strafwaardigheid buiten Christus en met diepe verootmoediging door het gelovig gezicht op de arbeid van Christus.

De Heere roept de Zijnen, hoe zwak en bestreden hun geloof ook is, om tot Hem te komen en Hij kent hun onwetendheid en zwakheid. Hij heeft deze tekenen gegeven om te gebruiken in een rechte weg, tot Zijn eer en tot onze vertroosting. Is het ook uw zorg en strijd om in oprechtheid en waarheid te komen? De voornaamste vraag van de oprechte is niet of hij een groot geloof mag kennen, maar of hij een waar geloofsleven deelachtig is. Een waar geloof is dit: gehoor geven door de Geest aan de nodiging van het Woord, in de gestalte van een arme, verloren zondaar. Het is komen tot Hem, daar u Hem in het Woord door de Geest gezien hebt in Zijn noodzakelijkheid, gepastheid, almachtige kracht en gewilligheid, om niet alleen anderen, maar ook u te redden van een gewis verderf. Het waar geloof heeft Hem nodig tot rechtvaardigmaking en heiligmaking. Zoekt Hem tot vergeving, maar ook om kracht te ontvangen om voor Hem te leven. Hij toont dan in de sacramenten Zijn goedwilligheid en genade. Hij bewijst dat de grond der zaligheid niet hun met zonden bevlekte liefde en ijver is, maar Zijn eeuwige liefde, die volkomen is en blijft. Hij predikt hun dat de zaligheid der Kerk in goede handen is, want zij is in Gods handen. Het is niet onze zaak, maar Gods zaak. Wat een wonderlijke onderwijzing en liefelijke vertroosting voor al Zijn gunstgenoten! Is dit ook uw deel?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 2006

Kerkblad | 12 Pagina's