Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Artikel 34

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van den Heiligen Doop
Wij geloven en belijden dat Jezus Christus, Die het einde der wet is (Rom. 10:4), door Zijn vergoten bloed een einde gemaakt heeft aan alle andere bloedstortingen, die men zou kunnen of willen doen tot verzoening en voldoening der zonden; en dat Hij, afgedaan hebbende de Besnijdenis, die met bloed geschiedde, in de plaats daarvan heeft verordend het Sacrament des Doops, door hetwelk wij in de Kerke Gods ontvangen en van alle andere volken en vreemde religiën afgezonderd worden, om geheellijk Hem toegeëigend te zijn, Zijn merk en veldteken dragende; en het dient ons tot een getuigenis, dat Hij in eeuwigheid onze God zijn zal, ons zijnde een genadig Vader. Zo heeft Hij dan bevolen te dopen al degenen die de Zijnen zijn, in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes (Matth. 28:19), alleen met rein water; ons daarmede te verstaan gevende, dat, gelijk het water de vuiligheid des lichaams afwast, wanneer wij daarmede begoten worden, hetwelk op het lichaam desgenen, die den Doop ontvangt gezien wordt, en hem besprengt, alzo het bloed van Christus hetzelfde van binnen in de ziel doet, door den Heiligen Geest, haar besprengende en zuiverende van haar zonden, en ons wederbarende uit kinderen des toorns tot kinderen Gods. Niet dat zulks door het uiterlijke water geschiedt, maar door de besprenging des dierbaren bloeds des Zoons Gods, Die onze Rode Zee is, door Welke wij moeten doorgaan, om te ontgaan de tirannie van Farao, welke is de duivel, en in te gaan in het geestelijke land Kanaän. Alzo geven ons de dienaars van hun zijde het Sacrament, en hetgeen dat zichtbaar is; maar onze Heere geeft hetgeen door het Sacrament beduid wordt, te weten de gaven en onzienlijke genaden, wassende, zuiverende en reinigende onze zielen van alle vuiligheden en ongerechtigheden, en onze harten vernieuwende en die vervullende met alle vertroosting, ons gevende een ware verzekerdheid Zijner Vaderlijke goedheid, ons den nieuwen mens aandoende, en den ouden uittrekkende met al zijn werken. Hierom geloven wij, dat, zo wiens voornemen is in het eeuwige leven te komen, die moet maar ééns gedoopt worden met den enigen Doop, zonder dien immermeer te herhalen; want wij kunnen ook niet tweemaal geboren worden. Doch deze Doop is niet alleen nut, zolang het water op ons is en wij het water ontvangen, maar ook al den tijd onzes levens. Hierom verwerpen wij de dwaling der Wederdopers, die niet tevreden zijn met een enig doopsel, dat zij eens ontvangen hebben, en daarenboven verdoemen den doop der kinderkens der gelovigen; dewelke wij geloven dat men behoort te dopen en met het merkteken des verbonds te verzegelen, gelijk de kinderkens in Israël besneden werden, op dezelfde beloften, die onzen kinderen gedaan zijn. En voorwaar, Christus heeft Zijn bloed niet minder vergoten om de kinderkens der gelovigen te wassen, dan Hij gedaan heeft om de volwassenen. En daarom behoren zij het teken te ontvangen en het Sacrament van hetgeen dat Christus voor hen gedaan heeft; gelijk de Heere in de wet beval hun mede te delen het Sacrament des lijdens en stervens van Christus, kort nadat zij geboren waren, offerende voor hen een lammeken, hetwelk was een Sacrament van Jezus Christus. Daarenboven, hetgeen de Besnijdenis deed aan het Joodse volk, hetzelfde doet de Doop aan onze kinderen; welke de oorzaak is waarom de heilige Paulus den Doop noemt de Besnijdenis van Christus (Kol. 2:11).

Uw kind, waarvan wij belijden dat het van nature onder de toorn ligt, wordt door dit teken afgezonderd en gebracht binnen de omtuining van het kerkelijk erf en onder het geklank van het Woord en daarmee onder Zijn bijzondere bemoeienis. Wanneer u moet zeggen dat u nog onbekeerd bent en een vreemdeling van het leven der genade, ja, moet belijden dat u nog wandelt op de brede weg des verderfs, dan zeg ik u, dat u een onbekeerde en niettemin getekende zondaar bent door dit sacrament. Er is een bijzondere zorg voor ons geweest. De Heere zegt van mensen, die, ondanks alle bewijzen van Zijn trouw en goedheid, geen acht geslagen hebben op Zijn indringende roepstem: ‘Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb?’ (Jes. 5:4) Het is een klacht over de hardigheid van hart en de onbekeerlijkheid van het volk Israël, waar Hij de bewijzen van Zijn trouw aan had betoond. Zij hebben echter stinkende druiven in plaats van goede druiven voortgebracht.

Door het sacrament van de Heilige Doop zijn wij geen inwoners van Tyrus en Sidon, maar inwoners van Bethsaïda en Kapernaüm geworden, waarvan de Zaligmaker Zelf zegt: ‘Gij die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden.’ Zo verhoogd te zijn en zoveel bemoeienis van Hem ontvangen te hebben en dan dezelfde gebleven te zijn, is vreselijk. God verhoede door Zijn genade dat wij straks, en dat door eigen schuld, tot de hel toe nedergestoten zullen worden. Hij toont ons op deze wijze zichtbaar de diepte van onze val en de kracht van onze verdorvenheid. Hij bewijst echter ook Zijn onverdiende trouw en de kracht van Zijn bloed. Hij laat duidelijk zien in dit sacrament, dat noch leeftijd, noch lichaamskracht, ja elke verdienste van de zijde van de mens er niet toe doet. Het vrijmachtige en eenzijdige van Zijn genadig handelen wordt op krachtige wijze indringend aan ons gepredikt.

Hij roept ons hoorbaar door het Woord van Zijn genade en Hij verzegelt zichtbaar door dit sacrament de waarachtigheid van Zijn Woord en de kracht van Zijn werk. Het is een bijzondere bemoeienis van de Heere, dat wij getekend zijn. Het is tevens een bijzondere verantwoordelijkheid, die Hij u en mij gegeven heeft. Als u dit niet ziet en gevoelt, dan doet dit nog niets af van de waarheid en vastheid van het Woord en het teken van de Heilige Doop, maar dan bewijst dit te meer de diepte van onze val en de hardheid van ons hart. Hij is immers die God ‘Die van ’t verderf uw leven wil verschonen, met goedheid en barmhartigheid u kronen.’ Wij zullen straks verantwoording af moeten leggen, dat wij getekende mensen waren, die het merk- en veldteken gedragen hebben van de drie-enige God. Denkt u hier wel eens aan? Hoort u de aanklacht wanneer het sacrament van de Heilige Doop bediend wordt in het midden van de gemeente? Kent u het mishagen aan uzelf, de verootmoediging voor God en het zoeken van de zaligheid buiten uzelf in Christus Jezus alleen?

God roept ons op een bijzondere wijze tot waarachtige bekering door middel van dit sacrament. Wellicht kent u gehele gedeelten van het formulier uit het hoofd, daar wij dit zovaak hebben horen voorlezen, maar is deze kennis geheiligd aan ons hart? Heeft dit onderwijs ons werkzaamheden gegeven aan de troon der genade? Dit sacrament spreekt niet alleen van de aanvang van het werk der genade, namelijk de inlijving in het verbond der genade, maar ook van de voortgang, de geestelijke opwas en groei. Ook wordt er gehandeld over het somtijds vallen in de zonde en hoe wij hieruit weer opgericht kunnen worden, juist door het zichtbare onderwijs van dit heilig sacrament. Kortom, wanneer dit sacrament bediend wordt, heeft dit voor iedereen die in de dienst aanwezig is, een boodschap. De Nederlandse Belijdenis des Geloofs onderwijst ons in de bijbelse en gereformeerde leer. Deze belijdenis dienen wij te kennen met ons hoofd en te beleven met het hart en moet gestalte krijgen in onze handel en wandel.

In dit artikel wordt beleden, dat wij van alle andere volken en vreemde religiën afgezonderd worden. De Heere heeft dit in Zijn voorzienigheid bepaald. Daar hebt u zelf niet voor gekozen. Wanneer kinderen dit heilig sacrament ontvangen, zijn zij nog niet in staat zelf bewust een keuze hierbij te maken. Ze zijn de kerk ingedragen en worden door de ouders ten doop gehouden. Het jawoord wordt door de ouders gegeven, maar de Heere heeft dit alles bestuurd. Hij stelt het geboorte-uur en de geboorteplaats vast van ieder mens. Het is Zijn bijzondere leiding en besturing wanneer wij binnen de omtuining van Zijn verbond en op het kerkelijk erf gebracht werden. De apostel Paulus wijst in zijn rede de heidenen die hem horen erop, dat de Heere de tijden en de bepalingen van hun woning vastgesteld heeft (Hand. 17:26). Het is niet zomaar, maar goddelijke leiding en besturing, dat wij geboren werden op het kerkelijk erf en dat wij het teken van het sacrament van de Heilige Doop ontvangen hebben.

Echter, hoe verschillend kunnen wij met dit teken en zegel van Zijn verbond der genade omgaan. Ik denk aan Ezau en Jakob. Geen enkel belang had Ezau bij zijn eerstgeboorterecht. Hij sprak dit uit in grote onverschilligheid: ‘Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte?’ (Gen. 25:32). Hij verkocht Jakob zijn eerstgeboorte voor een schotel geurende linzenmoes. Hoe velen begeren niet met hem de geurende schotel van de zonde– en werelddienst en verkopen zo hun eerstgeboorterecht, namelijk de ernstige en welmenende roeping Gods, waardoor zij reeds van hun prilste begin af hoorbaar en zichtbaar geroepen worden door dit heilig sacrament? Jakob echter worstelde om de zegen en de belofte, die het eerstgeboorterecht inhield. Hij gebruikte daarbij vleselijke middelen, dit was niet goed, maar zijn innige en hartelijke begeerte voor zichzelf en zijn nageslacht was: te delen in het goed dat nimmermeer vergaat. Die hartewens heeft God vervuld en de zegen hem geschonken.

Denkt u eens ernstig na over de volgende vragen:
1. Welke betekenis heeft voor mij het sacrament van de Heilige Doop?
2. Wat heb ik gedaan tot nu toe met de ernstige en indringende roeping, die daarin tot mij is uitgegaan?
3. Heb ik reeds de ontdekkende prediking van Gods heilige wet en de liefelijke Evangelie-verkondiging voor eigen hart en leven leren verstaan, die telkens hoorbaar en zichtbaar tot mij komt?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 2006

Kerkblad | 12 Pagina's