Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veelzijdige, onderwijzende en separerende prediking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veelzijdige, onderwijzende en separerende prediking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men mag aan de prediking de eis stellen dat de geloofsbevindelijke, ontdekkende en nodigende elementen worden gehonoreerd. Ik heb daar in eerdere bijdragen op gewezen. Daarmee is echter lang niet alles gezegd. De bediening van het Woord dient ook veelzijdig te zijn, het lerende karakter mag niet ontbreken, evenmin als de separatie of het maken van onderscheid.

Veelzijdige prediking
Gods Woord is de bron van de prediking. Deze bron bestaat uit 66 bijbelboeken; maar uit hoeveel van deze boeken preken wij min of meer regelmatig? En aan welke bijbelboeken ontlenen we (bijna) nooit een tekst of perikoop voor onze prediking? Het is nuttig om dat voor onszelf eens na te gaan. Toch zegt dat hooguit iets over de eenzijdigheid of veelzijdigheid van onze prediking. Dat wordt meer bepaald door een al dan niet evenwichtige aandacht voor belofte en vervulling, voor heilshistorie en heilsorde, voor Wet en Evangelie en Evangelie en Wet, voor profetische, priesterlijke en eschatologische Schriftgedeelten, voor het geestelijke leven en het concrete leven van alle dag enzovoort.

Uiteindelijk is de tekstkeuze over een langere periode bepalend voor het antwoord op de vraag of onze prediking evenwichtig is. En dat staat uiteraard weer niet los van de wijze waarop een tekst of perikoop wordt uitgelegd en toegespitst. Elke prediker loopt het gevaar tot eenzijdigheid te vervallen, gevoed door zijn geestelijke achtergrond, zijn specifieke voorkeuren en soms door een gebrek aan inzicht in de breedte van het geestelijke leven en in de vragen van de tijd. Vaak kan die eenzijdigheid enigszins doorbroken worden door een grondige catechismusprediking, waarin immers elementen naar voren komen die wij in de 'gewone' prediking onvoldoende belichten. Hoewel niemand vrij is van eenzijdigheden, is het nochtans onze roeping de veelkleurigheid van het Woord Gods te verkondigen. Dat betekent dat wij niet mogen volstaan met het betreden van min of meer bekende paden, maar ook meer onbekende wegen verkondigen. Het gaat om oude en nieuwe schatten. Daarom mogen wij ook moeilijke teksten of perikopen niet uit de weg gaan. Ook al kost ons dat meer studie en meditatie. We kennen het gezegde 'We niet studeert, is niet bekeerd.' De gemeente heeft onderwijs nodig in al de waarheid.

Onderwijzende prediking
Het is geen opzienbarende uitspraak als wij stellen, dat de kennis der waarheid over het algemeen niet groot is en dat de geestelijke kennis dikwijls gering is. Voor een deel kan dat liggen aan wat we thuis te weinig hebben meegekregen en wat we op catechisatie niet hebben geleerd. Het kan echter ook liggen aan het feit, dat we zelf de dingen niet hebben onderzocht. Hoe wij het ook wenden of keren, het onderwijzend element in de prediking is van het hoogste belang. En ik denk dan niet alleen aan de catechismusprediking. Ook al wordt er soms schamper gesproken over de leerdiensten, we blijven een krachtig pleidooi voeren voor een regelmatige catechismusprediking. Ook in de prediking van de vrije stof dient echter het lerende element niet te ontbreken. De vele malen dat in het Nieuwe Testament voor preken het woord 'leren' wordt gebruikt, zegt genoeg. Het lerend element in de bediening van het Woord is vooral nodig, omdat er soms gedachten leven over geloof, wedergeboorte, rechtvaardiging, de kennis van Christus, die men niet terugvindt in Gods Woord. Gedachten over onbewuste wedergeboorte, over geloof zonder Christus, over zien is nog geen hebben, zijn vormen van gemeentetheologie die in een onderwijzende prediking moeten worden doorlicht. Immers, niet wat men denkt, maar wat Gods Woord leert, heeft dageraad. De Heilige Schrift maakt onderscheid tussen waarheid en leugen. In een onderwijzende verkondiging van Gods Woord worden dwaalwegen in het geestelijke en gewone leven aangewezen en Gods wegen verkondigd. Het mag best wel eens gezegd worden, dat de gemeentetheologie soms kinderen Gods in het donker heeft gebracht. En dat gebeurde, omdat zij hun oor meer te luisteren legden bij wat mensen zeiden dan bij het onbedrieglijke Woord van God.

Separerende prediking
Vroeger sprak men wel van een onderscheidende prediking, een prediking die onderscheid maakt tussen geloof en ongeloof, tussen gelovigen en ongelovigen. Men noemde dat ook wel de cesuur in de prediking. Deze cesuur wordt niet bepaald door de prediker, maar door Gods Woord. De Bijbel leert dat er twee soorten mensen zijn. Mensen die in Christus zijn en mensen die buiten Christus zijn. Een derde categorie kent Gods Woord niet.
'Wie in Christus is, is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden' (2 Kor. 5:17; Gal. 6:15). Sommigen achten een prediking met deze cesuur scherp en zelfs hard, maar zij verstaan niet dat het gaat om een eerlijke behandeling van de zielen. Van hardheid is geen sprake, omdat deze prediking zondaren wil leiden tot de enige troost beide in leven en in sterven. Wat is die troost? John Owen zegt in zijn werk over de Heilige Geest: 'Wanneer dan mensen vallen onder geestelijke overtuigingen en beroeringen van gemoed of geweten, uit hoofde van hun zonde en schuld, moet het ons werk niet zijn hen te vertroosten, waardoor zielen in die toestand worden misleid, maar hen voort te leiden om te geloven, opdat zij uit het geloof gerechtvaardigd zijnde, vrede met God verkrijgen, hetwelk is hun eigenlijke vertroosting' (Boek IV, hoofdst. 3, par. 3). Bepalend voor een duidelijk onderscheid in de prediking is wat wij onder geloof verstaan. Ik verwijs daarvoor naar Zondag 7 van de Heidelberger en naar een gesprek in 1613 in Delft tussen de Remonstranten en de Contraremonstranten. Daar heeft de Kerk uitgesproken, dat het zaligmakende geloof niet kan zijn zonder kennis van de Persoon en verdiensten van Jezus Christus en dat niemand kan zalig worden dan die de weldaden van Christus met een oprecht geloof aanneemt. En dat tot een waar geloof vereist wordt een vast vertrouwen des harten, waardoor een iegelijk mens zichzelf verzekerd houdt, dat niet alleen anderen, maar ook hem vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken zij, alleen om de verdiensten van Jezus Christus.

Een volgende keer wil ik proberen iets te zeggen over de noodzakelijkheid van de Christusprediking en over de plaats van het gewone leven in de bediening van het Woord.

Ridderkerk, dr. P. Buitelaar

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

Veelzijdige, onderwijzende en separerende prediking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 2006

Kerkblad | 12 Pagina's