Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (13)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (13)

Artikel 35

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van het Heilig Avondmaal van onzen Heere Jezus Christus

Wij geloven en belijden dat onze Zaligmaker Jezus Christus het Sacrament des Heiligen Avondmaals verordend en ingesteld heeft, om te voeden en te onderhouden degenen, die Hij alrede wedergeboren, en in Zijn huisgezin, hetwelk is Zijn Kerk, ingelijfd heeft. Nu hebben degenen, die wedergeboren zijn, in zich tweeërlei leven; het ene lichamelijk en tijdelijk, hetwelk zij van hun eerste geboorte medegebracht hebben, en allen mensen gemeen is; het andere is geestelijk en hemels, hetwelk hun gegeven wordt in de tweede geboorte, dewelke geschiedt door het Woord des Evangelies, in de gemeenschap des lichaams van Christus; en dit leven is niet gemeen, dan alleen den uitverkorenen Gods.

Alzo heeft ons God, tot onderhouding des lichamelijken en aardsen levens, aards en gewoon brood verordend, hetwelk daartoe dienstig is, en allen gemeen is, zowel als het leven. Maar om het geestelijk en hemels leven te onderhouden, hetwelk de gelovigen hebben, heeft Hij hun gezonden een levend Brood, Dat van den hemel nedergedaald is, te weten Jezus Christus, Dewelke het geestelijk leven de gelovigen voedt en onderhoudt, als Hij gegeten, dat is, toegeëigend en ontvangen wordt door het geloof, in den geest.
Het Heilig Avondmaal is een instelling van de Koning der Kerk, die Hij geboden heeft vlak voor Zijn lijden en sterven. Hij heeft daarbij de panden van Zijn liefde en trouw, van de volkomenheid van Zijn werk en de vastheid van Zijn verbond der genade uitgereikt. Hij heeft aan Zijn discipelen onderwijs gegeven dat het noodzakelijk was dat Hij voldeed aan het strafeisend recht des Vaders. Sion zal door recht verlost worden en haar wederkerenden door gerechtigheid. De Christus moest al deze dingen lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan. Hoe krachtig en helder heeft Hij dit onderwijs gegeven aan de hand van de Schrift, maar zij verstonden het niet. Hij zou ook straks met Zijn lichaam niet meer op deze aarde zijn, maar Hij gaf hen daarom deze liefdespanden, opdat Zijn Kerk hierdoor versterkt zou worden en zich in de verdere weg te meer zou verwonderen over Zijn volkomen Middelaarsarbeid aan het kruis volbracht.

In het eerste gedeelte van dit artikel worden wij erop gewezen, voor wie Hij dit Sacrament heeft ingesteld. Daar is de belijdenis niet onduidelijk over, want er staat hier, dat dit Sacrament gegeven is om te voeden en te onderhouden degenen die Hij alrede wedergeboren, en in Zijn huisgezin, hetwelk is Zijn Kerk, ingelijfd heeft. Het gaat bij het Sacrament om de versterking van het oprecht geloof. Het geloof wordt gewerkt en versterkt door de verkondiging van het Woord, terwijl de Sacramenten het geloof alleen versterken. Guido de Brés maakt onderscheid tussen het tijdelijke en vergankelijke leven, en het nieuwe en geestelijke leven. Dit laatste wordt gewerkt door de kracht van het Woord en de werking van de Heilige Geest. Het eerste is vergankelijk en tijdelijk en hebben alle mensen met elkaar gemeen. Het tweede is geestelijk en eeuwig en wordt geschonken aan de uitverkorenen. Het eerste is een vrucht van de eerste Adam, namelijk dat het leven vergankelijk en aan de dood onderworpen is geworden door de zondeval, maar het tweede, namelijk de gerechtigheid die redt van de dood en de onvergankelijkheid is verworven door Christus, de Tweede Adam. De eerste geboorte is uit de aarde aards, maar de nieuwe geboorte is tot het eeuwige leven. In het natuurlijk leven staat het ‘eigen ik’ centraal, maar in de wedergeboorte wordt de arme zondaar op God en Zijn zalige dienst gericht. Met de schepping is de opdracht gegeven om de aarde te bebouwen en te bewaren en zo te leven, maar het brood, de spijze die vergaat, zal gegeten worden in het zweet ons aanschijns. Echter, de Zone Gods heeft in de volheid des tijds Zijn Middelaarsarbeid verricht, en daarbij het bloedig zweet uitgedrukt. Zo heeft Hij de vloek in een zegen verkeerd, en een eeuwige gerechtigheid verworven. Hij heeft in de oven van de toorn Gods de spijze bereid, waardoor en waaruit Zijn Kerk de versterking ontvangt op de woestijnreis door dit leven.

Wie worden nu tot het Heilig Avondmaal genodigd? Zij die door het zaad der wedergeboorte, hetwelk is Gods Woord, wederom geboren zijn tot een levende hoop. Deze wedergeboorte kan nooit buiten Christus om plaatsvinden, daar Hij de Grond en het Fundament van alle geestelijk leven is. De Geest Gods, Die ons ontdekken en overtuigen moet van zonde en schuld, Die ons harde hart zacht, week en gevoelig maakt, is de Geest van Christus. Hij brengt ons bij het Woord en de Persoon van Christus. Dit kan vaak bestreden worden en ook wel enige tijd voor de gelovige met een sluier bedekt zijn, maar er is geen waar geestelijk leven buiten het werk en de Persoon van Christus. Onze belijdenis is hier heel duidelijk over, omdat Gods Woord dit helder leert, denkt u maar aan de bekende woorden in Johannes 1 vers 12 en 13: "Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn." Door de onderwijzing van het Woord en de werking van de Heilige Geest neemt de zondaar door het geloof de toevlucht tot Hem en leeft uit Hem. "Buiten Jezus," zegt een dichter, "is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf." Wij zouden tekort doen aan de leer van de diepe val in Adam, wanneer wij zouden leren dat er nog één vonkje leven in de zondaar gebleven is. Wij zouden tekort doen aan het volkomen werk van de Middelaar, wanneer wij zouden stellen dat er ware geestelijke werkzaamheden kunnen zijn buiten de Geest en de kracht van Christus.

Er staat dan ook hier in de belijdenis: door het Woord des Evangelies, in de gemeenschap des lichaams van Christus. De leer van de Reformatie heeft ons bij de bron teruggebracht, namelijk dat alle leven voortvloeit uit de Persoon van Christus. Calvijn schrijft dan ook in zijn Institutie, dat wij door het geloof wederom geboren worden, en hij begint dan in zijn verhandeling te schrijven over de droefheid naar God, die niet buiten de oefening van het oprecht geloof omgaat. De apostel Paulus zegt immers: "Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen die Hem zoeken."(Hebr.11:6). In Psalm 50 staat de uitdrukkelijke waarschuwing:"Wat hebt gij Mijn inzettingen te vertellen en neemt Mijn verbond in uw mond?" Wanneer er geen leven is, dan is er ook geen honger en voeding nodig. Als er geen strijd is in geestelijke zin, dan is er ten diepste ook geen behoefte aan versterking. Wanneer er geen smart en verdrukking is, dan staan wij ook niet naar vertroosting en bemoediging. Worden alleen diegenen genodigd die een sterk, of groot geloof hebben? Daarover graag D.V. een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (13)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 2006

Kerkblad | 12 Pagina's