Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het ambt der overheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het ambt der overheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er was net voor het zomerreces van de Staten-Generaal heel wat turbulentie in Den Haag: de val van het kabinet en de ‘doorstart’ ervan. Het nieuwe kabinet zal niet zó lang regeren, want – zo God wil – zullen er op 22 november van dit jaar verkiezingen gehouden worden voor een nieuw parlement. Het geeft ons aanleiding enkele dingen te berde te brengen over het ambt van de overheid. Ik onderstreep de woorden, die ik zojuist neerschreef: zo God wil. Ik wil daarmee aangeven dat de Heere alle dingen leidt naar de raad van Zijn wil en dat Hij regeert! Christus sprak voor Zijn hemelvaart de gedenkwaardige woorden: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde’ (Matth. 28:18). Toen Hij ten hemel voer heeft God het gezag in deze wereld gesteld en gevestigd, het oppergezag van Jezus Christus. Hij is de Koning van de Kerk. Maar ook heel de wereld werd onder Hem gesteld. ‘Hij ontving immers een Naam boven alle naam’ (Filipp. 2:9), ‘Hij werd tot een Heere en Christus gemaakt’ (Hand. 2:36), ‘Hij werd met eer en heerlijkheid gekroond’ (Hebr. 2:9), ‘Hij moet nu als Koning heersen totdat Hij alles onder Zijn voeten heeft gelegd’ (1 Kor. 15:25).

Appèl
Dit alles is de vervulling van psalm 2: ‘Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, de berg Mijner heiligheid’. Christus is Koning tot Wie God zegt: Eis van Mij en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel en de einden der aarde tot Uw bezitting. Het is duidelijk dat die heerschappij van Christus niet alleen de Kerk betreft. Hij voert heerschappij, beschikt en beslist over alle – ook politieke – gezag. Daarom wordt in dit laatste der dagen, dus in de bedeling van de Heilige Geest, Die alles stuwt naar de dag van Christus, de vraag steeds nadrukkelijker: waarom woeden de heidenen en bedenken de volken ijdelheid? Dat heeft tegelijk in zich het appèl van de hoge God van de hemel op alle overheden en gezagsdragers. Dat is beslister en dringender dan ooit tevoren: ‘Nu dan gij koningen, handelt verstandig; laat u tuchtigen gij rechters der aarde! Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden’. Christus dan is de Overste van de Koningen der aarde (Openb. 1:5). Hij is het, Die het alleen voor het zeggen heeft. Hij zet koningen af en Hij bevestigt koningen (Daniël 2:21). Daarom is het bepaald niet zonder betekenis dat Paulus van de overheid spreekt als Gods dienares (Rom. 13:4). Dienares van God en sinds de dag van Christus’ troonsbestijging ook van Hem. Zo is de overheid dan ook onderworpen en verantwoording verschuldigd aan Hem, Die de Koning van de Kerk is, maar niet minder de Koning der koningen. Hij is op weg naar Zijn toekomst. Alle gezag is ingeschakeld in de bouw van het schoon en nieuw Jeruzalem. Hij bouwt aan de oprichting van Zijn onbeweeglijk Koninkrijk.

Roeping
Dit alles wil niet zeggen dat ook de overheid niet betrokken zou zijn bij het ingrijpen van God. Dat wat Christus doet in Zijn verhoging gaat ook de overheid aan. Want die is er om enerzijds de ongebondenheid van de mensen te bedwingen. En anderzijds alles te doen tot bevordering van het Koninkrijk van Jezus Christus en het Woord van het Evangelie overal te laten verkondigen (art. 36 Ned. Geloofsbelijdenis). Zie ik het goed dan maakt Paulus in Romeinen 13 geen onderscheid tussen een christelijke en een niet-christelijke overheid. Hij kiest ook niet voor een bepaalde regeringsvorm. Hij spreekt eenvoudig van de bestaande machten en zegt dat álle ziel, de machten over haar gesteld, onderworpen is (Rom. 13:1). Dat gebod gold niet alleen de christenen in Rome, aan wie hij deze geweldige brief schreef. Het gold én geldt voor zowel christenen als niet-christenen. Zowel de één als de ander dient zich te onderwerpen. Paulus is positief inzake de overheid. Zelfs zo dat hij zeggen kan dat wie die ordening van God weerstaan, een oordeel over zich zullen halen (Rom. 13:2). Alle ziel dus, onverschillig of het nu aangenaam is of niet, aan die door God gestelde machten moet zij zich onderwerpen. Zo niet, dan is dat een weerstaan van de ordening van God. De gehoorzaamheid en onderworpenheid die vereist wordt, is dan ook niet maar een buigen onder haar gezag uit vrees voor straf. Het is een zaak van het geweten (Rom. 13: 5).

Paulus spreekt inzake de overheid niet over wat ze kan en mag, maar wel over wat ze moet. Wat haar roeping is: ze is niet gesteld tot een vrees voor de goede werken, maar de kwade (Rom. 13:3). De apostel Petrus zegt hetzelfde, als hij schrijft: ‘zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil; hetzij de koning, als de opperste macht hebbende; hetzij de stadhouders, als die van hem gezonden worden, tot straf wel der kwaaddoeners, maar tot prijs dergenen die goed doen’ (1 Petrus 2:13v). De overheid heeft dus gezag van Godswege. Haar is een zwaard gegeven en dat niet tevergeefs, niet zonder zin en doel. Ze is wreekster tot straf. Ze zal dus de rechtsorde hebben te handhaven. Ze heeft niet te doen wat de massa wil. Ze heeft niet af te gaan op de peilingen, maar ze heeft het verkeerde, het zondige, het kwade tegen te gaan. En tegelijk heeft ze de opdracht het goede te bevorderen.

Voorbede
Zo zal zij dienares van God zijn, ook in het uitoefenen van het gezag, het hanteren van de zwaardmacht. Dat dit alles geen eenvoudige opgave is, laat zich verstaan. Dat de overheid doorgaans in de ogen van de mensen geen goed kan doen, is ook duidelijk. Maar christenen hebben hoe dan ook de taak tot voorbede. Paulus roept daartoe op in 1 Timotheus 2: ‘ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen. Voor koningen en allen die in hoogheid zijn’. Hij geeft daarbij ook aan waarom dat dient te geschieden: ‘opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid’. Daarmee is – opnieuw – de taak van de overheid afgebakend. Niet de economische groei als het één en het al. Niet het volk tegemoet komen met brood en spelen. Niet wat het volk wil en daar de wetgeving bij aanpassen. Wèl het scheppen en handhaven de mogelijkheid van een stil en gerust leven in alle godzaligheid en eerbaarheid. Ze heeft met de haar gegeven macht het leven te beschermen. En dat tegen alles wat van buiten komt en de innerlijke rust verstoort. Het volhardend gebed tot de levende God. Dat is goed en aangenaam voor God onze Zaligmaker. Hij wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen. Want er is maar één God, er is ook maar één Middelaar Gods en der mensen, de mens Jezus Christus. Het is het gebed tot die God, Die in Zijn soevereine verlossingswil de redding van de wereld zoekt. Omdat er maar één God is en maar één Middelaar moet in heel de wereld de weg voor Hem worden bereid. De overheid is niet geroepen het Woord van God te verkondigen. Ze is wel aan dat Woord gehouden. Ze heeft om zo te zeggen ook tot taak een vloer te leggen, waarop de kerk met haar prediking kan staan. Ze moet het recht handhaven en het onrecht bestraffen. Orde en veiligheid zijn de voorwaarden voor de verkondiging van het Evangelie van Christus.

Tenslotte
De komende tijd zullen allerlei leuzen opgeld doen. Richting de komende verkiezingen zullen partijprogramma´s worden geschreven. Er zal dagelijks gekeken worden naar opiniepeilingen. Laat het ons dan niet te doen zijn om de macht van het getal. Maar laten we ons verootmoedigen, onze knieën buigen voor de hoge God van de hemel. We beleven een zedelijke en morele crisis, niet in de laatste plaats aangewakkerd door de media, waartegen door de overheid geen dam wordt opgeworpen, ondanks de discussie over waarden en normen. Laten we niettemin de Heere aanlopen als een waterstroom voor allen die in hoogheid zijn gezeten in het verlangen dat het Woord zijn loop zal hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

Van het ambt der overheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 2006

Kerkblad | 12 Pagina's