Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (15)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (15)

Artikel 35: Van het Heilig Avondmaal van onzen Heere Jezus Christus.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij geloven en belijden dat onze Zaligmaker Jezus Christus het Sacrament des Heiligen Avondmaals verordend en ingesteld heeft, om te voeden en te onderhouden degenen, die Hij alrede wedergeboren, en in Zijn huisgezin, hetwelk is Zijn Kerk, ingelijfd heeft. Nu hebben degenen, die wedergeboren zijn, in zich tweeërlei leven; het ene lichamelijk en tijdelijk, hetwelk zij van hun eerste geboorte medegebracht hebben, en allen mensen gemeen is; het andere is geestelijk en hemels, hetwelk hun gegeven wordt in de tweede geboorte, dewelke geschiedt door het Woord des Evangelies, in de gemeenschap des lichaams van Christus; en dit leven is niet gemeen, dan alleen den uitverkorenen Gods. Alzo heeft ons God, tot onderhouding des lichamelijken en aardsen levens, aards en gewoon brood verordend, hetwelk daartoe dienstig is, en allen gemeen is, zowel als het leven. Maar om het geestelijk en hemels leven te onderhouden, hetwelk de gelovigen hebben, heeft Hij hun gezonden een levend Brood, Dat van den hemel nedergedaald is, te weten Jezus Christus, Dewelke het geestelijk leven de gelovigen voedt en onderhoudt, als Hij gegeten, dat is, toegeëigend en ontvangen wordt door het geloof, in den geest.

Om ons dit geestelijk en hemels Brood af te beelden, heeft Christus verordend een aards en zienlijk brood, hetwelk een Sacrament is van Zijn lichaam, en den wijn tot een Sacrament Zijns bloeds; om ons te betuigen dat wij, zo waarachtiglijk als wij het Sacrament ontvangen en houden in onze handen, en het eten en drinken met onzen mond, waarmede ons leven daarna onderhouden wordt, ook zo waarachtiglijk door het geloof (hetwelk de hand en mond onzer ziel is) het ware lichaam en het ware bloed van Christus, onzen enigen Zaligmaker, ontvangen in onze zielen tot ons geestelijk leven. Nu, zo is het zeker en ongetwijfeld, dat ons Jezus Christus Zijn Sacramenten niet tevergeefs heeft bevolen. Zo werkt Hij dan in ons al wat Hij door deze heilige tekenen ons voor ogen stelt; hoewel de wijze ons verstand te boven gaat, en ons onbegrijpelijk is, gelijk de werking des Heiligen Geestes verborgen en onbegrijpelijk is. Intussen zo feilen wij niet, als wij zeggen dat hetgeen door ons gegeten en gedronken wordt, het eigen en natuurlijk lichaam en het eigen bloed van Christus is; maar de wijze op welke wij dit nuttigen, is niet de mond, maar de geest, door het geloof. Alzo dan blijft Jezus Christus altijd zittende ter rechterhand Gods Zijns Vaders in de hemelen, en laat toch daarom niet na, ons Zijner deelachtig te maken door het geloof. Deze maaltijd is een geestelijke tafel, aan dewelke Christus Zichzelven ons mededeelt met al Zijn goederen, en doet ons aan haar genieten, zowel Zichzelven, als de verdiensten Zijns lijdens en stervens; voedende, sterkende, en vertroostende onze arme troosteloze ziel door het eten Zijns vleses, en haar verkwikkende en vermakende door den drank Zijns bloeds. Voorts, hoewel de Sacramenten met de betekende zaken te zamen gevoegd zijn, zo worden zij nochtan s met deze twee zaken door allen niet ontvangen. De goddeloze ontvangt wel het Sacrament tot zijn verdoemenis, maar hij ontvangt niet de waarheid des Sacraments; gelijk als Judas en Simon de tovenaar beiden wel het Sacrament ontvingen, maar niet Christus, Die daardoor betekend wordt, Welke den gelovigen alleen medegedeeld wordt.

Ten laatste, wij ontvangen het Heilig Sacrament in de verzameling des volks Gods met ootmoedigheid en eerbied, onder ons houdende een heilige gedachtenis des doods van Christus, onzen Zaligmaker, met dankzegging, en doen aldaar belijdenis van ons geloof en van de Christelijke religie. Daarom behoort zich niemand daartoe te begeven, zonder zichzelven eerst wel beproefd te hebben; opdat hij, etende van dit brood en drinkende uit dezen drinkbeker, niet ete en drinke zichzelven een oordeel (1 Kor. 11:29). Kortelijk, wij zijn door het gebruik van dit Heilig Sacrament bewogen tot een vurige liefde jegens God en onzen naaste. Daarom verwerpen wij alle inmengselen en verdoemelijke vonden, die de mensen bij de Sacramenten gedaan en gemengd hebben, als ontheiligingen daarvan, en zeggen dat men zich moet laten vergenoegen met de ordening, die Christus en Zijn apostelen ons geleerd hebben, en spreken, gelijk zij daarvan gesproken hebben.

Brood en wijn zijn de tekenen die uitgereikt worden tot voeding. Het graan moet gemalen worden tussen de molenstenen, daarna komt het in het vuur om gebakken te worden en daarna kan het brood gegeten worden. Dit is een prediking van het werk van Christus, Die in Zijn Middelaarsarbeid de molenstenen van Gods recht en waarheid gekend heeft en het vuur van de toorn Gods ervaren heeft. Hij heeft de waarheid van het Woord bevestigd, de prijs betaald door Zijn hartebloed en Zijn Kerk in de weg van recht en gerechtigheid een volkomen verlossing bereid. Hij heeft Zichzelf overgegeven tot een waarachtige zielenspijs voor arme en verloren zondaren en Hij heeft het uitgeroepen: ‘Hoe word Ik geperst, totdat het volbracht zij’ (Luk. 12:50). De tekenen wijzen heen naar Zijn volkomen Middelaarsarbeid. Ze zijn de zaak zelf niet, maar wij hebben nodig de onderwijzing, verlichting en toepassing van de Heilige Geest, opdat wij door deze tekenen geleid worden tot Hem, de Koning der koningen en de Christus der Schriften.

Rome
U moet begrijpen, dat dit artikel opgesteld is in een zeer woelige tijd. De Roomse kerk leerde de ‘transsubstantiatie’, dat wil zeggen de wezenlijke verandering: brood wordt tot vlees en wijn wordt tot bloed van Christus door de zegen van de priester. Daarbij leerde men dat het offer op Golgotha gedurig werd herhaald. Telkens als door de priester de mis werd bediend, wordt het offer opnieuw gebracht, volgens Rome. Deze twee onbijbelse dwalingen worden in dit artikel met schriftuurlijke bewijzen krachtig afgewezen. Neen, brood blijft brood en wijn blijft wijn. Deze tekenen herinneren aan de enige offerande van Christus, éénmaal in de volheid des tijds gebracht op Golgotha. Dit volkomen offer heeft eeuwigdurende geldingskracht.

Luther
Deze reformator had weer een ander standpunt. Hij leerde de zogenaamde ‘consubstantiatie’, dat wil zeggen dat de menselijke natuur van Christus onder, bij en met de tekenen aanwezig is. Luther zag de menselijke natuur van Christus niet als plaatselijk gebonden (dus na de hemelvaart alleen in het hemels heiligdom), maar leerde dat op de dag van de hemelvaart de menselijke natuur de goddelijke eigenschap van de alomtegenwoordigheid ontvangen had. Echter, deze leer moeten wij op grond van Gods Woord krachtig afwijzen, want Hij is krachtens Zijn goddelijke natuur alomtegenwoordig, maar wat Zijn menselijke natuur betreft, is Hij plaatselijk, aan de rechterhand Zijns Vaders in het hemels heiligdom.

Zwingli
De leer van de Zwitserse reformator doet eveneens geen recht aan de instelling van het Heilig Avondmaal. Hij handelde te afstandelijk over dit sacrament. Hij zag deze maaltijd uitsluitend als een herinnering aan het offer van Christus op Golgotha.

Calvijn
Guido de Brès volgt hier in de Nederlandse Geloofsbelijdenis de schriftuurlijke zienswijze van Calvijn. De grote reformator maakt duidelijk dat de beide tekenen wijzen op de enige offerande van Christus. Wanneer het geloof door de Geest gewerkt is in het hart, dan is er niet alleen verwondering over Zijn Middelaarsarbeid, maar wordt ook gelovig de toevlucht genomen tot Hem. Daarbij vindt gemeenschapsoefening plaats door dezelfde Geest met Christus, Die in de tekenen van brood en wijn wordt verkondigd. Hij reikt deze liefdepanden uit en versterkt daarmee de gelovigen in de wetenschap, dat zij krachtens Zijn arbeid delen in de weldaden die Hij verworven heeft. Zij hebben een Borg en Zaligmaker, Die in het hemels heiligdom is. Hij vertroost en versterkt hen wanneer zij in het strijdperk van dit leven staan. Hij toont hen de vastheid van Zijn verbond der genade. Hij onderwijst hen in de volkomen losprijs, die Hij betaald heeft. Hij laat hen zien dat al de macht van de vorst der duisternis, die hen zo bestrijdt, bespot en hoont, door hem verpletterend verslagen is. Hij belooft hen dat Hij hen ook zeker zal zalig maken. Zo ontvangen zij versterking in het waar geloof. Zij delen in Zijn offer en in Zijn gerechtigheid. In Hem mag het waar zijn, wat de dichter zingt: ‘De HEERE is mijn genoegzaam deel.’ Christus is aan de rechterhand des Vaders niet alleen hun Voorspraak en Pleitbezorger, maar Hij is ook daar ver verheven boven alle vijanden en Zijn verdienste is daar vast en veilig bewaard. ‘Hij heeft ellendigen dat land; bereid door Zijne sterke Hand.’ Zie, deze onderwijzingen komen tot ons uit de bediening van het sacrament. Zo mag er in geestelijke zin kracht ontvangen worden uit Zijn offer.

De vijand is zo sterk in zijn bestrijding. Er is immers alle reden toe. Wat een gebreken, zonden en overblijvende zwakheid achtervolgt u, wanneer u door Gods genade iets kent van het zaligmakend werk. Wanneer wij echter door Gods Woord en Geest aan de dis geleid worden, mogen wij ervaren, dat de zaligheid niet onze zaak, maar Gods zaak is. Hij had gedachten des vredes van eeuwigheid; Hij heeft hulp besteld bij de Held, Christus Jezus. Het ligt in Hem vast. Er is reeds betaald en de overwinning is zeker. Kent u iets van deze verwondering? U komt in de belijdenis van uw vloek en doem. Immers, het formulier zegt: ‘Een iegelijk bedenke zijn zonden en vervloeking.’ Zo alleen bent u welkom en juist daarom belijdt en beleeft u Zijn hartelijke liefde en trouw jegens u, arme, verloren zondaar.

Wanneer het Avondmaal tot zegen mag zijn, dan mag er in geestelijke zin wel eens verruiming ervaren en nadere onderwijzing ontvangen worden. De spijs en drank wordt aangereikt om in de weg van sterven aan onszelf, op te wassen in de kennis en in de genade van Hem. Is dit ook uw verlangen en oogmerk bij dit heilig sacrament?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

De Nederlandse Geloofsbelijdenis (15)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

Kerkblad | 12 Pagina's