Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lessen voor leiders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lessen voor leiders

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
In onze hoogontwikkelde maatschappij is het van essentieel belang dat er krachtige, leidinggevende mensen zijn, die aan kerk en maatschappij sturing geven. Daar niet iedereen een natuurlijke gave van leidinggeven heeft, worden er dure cursussen gegeven in bestuur en management. Leidinggeven is tot een techniek en cultuur geworden. De kneepjes van het besturen kunnen door managers worden aangeleerd. Nu is het uiteraard van groot belang dat er op een goede manier bestuurd wordt. Daar hangt voor een organisatie veel van af. Voor een kerk is het van wezenlijk belang dat in al haar doen en handelen de Bijbel als richtsnoer wordt gehanteerd. Het is daarom belangrijk om voor het besturen van een kerk en al haar geledingen na te gaan of ons besturen overeenkomstig de beginselen van Gods Woord is. Elke leidinggevende doet er goed aan om zichzelf de spiegel van Gods Woord voortdurend voor te houden. In dit artikel wil ik wijzen op een enkele bijbelse grondtrek voor het leidinggeven.

Apostel Paulus
De apostel Paulus is de enige apostel geweest die een gedegen opleiding heeft gekregen. Wat kennis en macht betreft overtrof hij verre de andere apostelen. Hij had veel gaven en eigenschappen waarop hij zich zou kunnen beroemen, ‘maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus’ wil schade geacht; hij acht die alle schade en drek te zijn om de uitnemendheid der kennis van Christus’ (Fil. 3:8). Zijn gaven en talenten legden geen gewicht in de schaal van zijn Meester. Hij heeft geleerd de minste te zijn van alle apostelen. Hij heeft ootmoed moeten leren vanwege het onschuldige bloed dat aan zijn vingers kleefde: ‘Ik, die de gemeente Gods vervolgd heb.’ De apostel heeft geleerd, hoewel beter ontwikkeld naar de godsdienstige wereld dan de andere apostelen, van zijn Meester: ‘Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.’

Ootmoed
Ootmoed is door de eeuwen heen een kenmerk geweest van kinderen Gods, die leiding gaven aan de gemeente of kerk. Ds. J.P. Verkade haalde regelmatig in zijn preken aan, dat ds. P. Zandt in diens preken sprak over de drie kenmerken van een ware christen: 1. ootmoed; 2. ootmoed; 3 ootmoed. Maar ds. Zandt was hierin niet de eerste die dit geleerd had. In het boek van Octavius Winslow Psalmen in de nacht (1854!) komen we deze drie kenmerken ook tegen. Op bladzijde 42 schrijft Winslow, dat ootmoed alle drie de trappen van voortgang in het leven van een christen omvat. Maar al veel eerder beschreef Augustinus (vierde eeuw!) over deze gestalte van een christen dat ootmoed en nog eens ootmoed het kenmerk is van de opwas in de genade, dat is groei in het geloof: ‘Hij moet wassen, maar ik minder worden’ (Joh. 3:30). Daar kunnen wij ons allemaal aan toetsen, leidinggevenden in het bijzonder.

Medearbeider
In het Reformatorisch Dagblad van woensdag 27 september schreef ds. W. Pieters een column over ‘Schip en vloot’, waarin hij ons doorgaf dat het door ons gebezigde woord ‘classis’ in het Nederlands vertaald kan worden met ons woord ‘vloot’. En in deze beeldspraak zag hij zichzelf als kapitein van een classis: de vloot van gemeenten, waaraan hij sinds kort leidinggeeft. Voor leidinggeven haalde hij de apostel Paulus aan: ‘Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers van uw blijdschap; want gij staat (vast) door het geloof.’ Met andere woorden: de apostel Paulus geeft aan de door hem gestichte gemeente weer, dat hij als grondlegger geen heerschappij over hen wilde voeren. Dat is een belangrijk uitgangspunt: leidinggeven, zonder heerschappij te willen voeren. In het Duits staat: ‘Nicht daß wir Herren waren.’ In de wereld wordt gesproken: ‘Macht corrumpeert’, dat wil zeggen, dat leiders gemakkelijk tot heersers worden. Leidinggeven betekent niet dat er macht geoefend mag worden, of geheerst mag worden over een ander. Dat is geen bijbelse houding. Paulus heeft het anders ondervonden: ‘Mijn genade is u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht (…) wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig’ (2 Kor. 12:9,10).

Een tweede kernzaak voor het leidinggeven van de apostel Paulus is: medewerker te zijn. In de Franse vertaling staat: samenwerken. In ons volkslied staat het eveneens duidelijk, wat bedoeld wordt met leidinggeven: ‘Uw dienaar t’ aller stond’: ten dienste en ten goede van de ander. Leidinggeven in de kerk en gemeente is samenwerken aan de blijdschap van de kinderen Gods. De apostel was één met degenen die aan zijn handen waren toevertrouwd. In het voorgaande gedeelte van dit hoofdstuk geeft de apostel weer, dat hij van zichzelf de gemeente van Korinthe niet troosten kan, maar dat hij slechts door kan geven: ‘Die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wij zelf door God vertroost worden.’ Zoals ook van Christus gezegd wordt: ‘Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde’ (Hebr. 4:15).

Wanneer een ambtsdrager zelf de inwoning van de Trooster daadwerkelijk ondervindt, is hij in staat de ander te versterken en te vertroosten. Daarbij komt dan de derde kernzaak van het leidinggeven van Paulus tot uiting: hij wordt zelf wederkerig verblijd en gesterkt, wanneer hij hun blijdschap in de Heere opmerkt.

Verootmoediging
Winslow citeert (pag. 42) Deuteronomium 8:2a, waarin beschreven staat: ‘Gij zult gedenken aan al de weg, die u de Heere, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; opdat Hij u verootmoedigde, om u te verzoeken, om te weten wat in uw hart was.’ ‘Hierdoor wil de Heere ons voor hoogmoed bewaren. Hoe trots en zelfgenoegzaam zouden wij wandelen als wij onze tegenwoordige en toekomstige levensgeschiedenis duidelijk voor ons zagen!’ ‘Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal de zachtmoedigen Zijn weg leren’ (Ps. 25:9). De Heere Jezus leerde Zijn discipelen: ‘Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen’ (Matth. 11:29), dan ‘zal Hij Zelf onze Leidsman wezen, leren hoe wij wandelen moeten.’ Wanneer wij als leidinggevenden de blijvende les van verootmoediging mogen leren, zullen we anderen hoger leren achten als onszelf. Mogen dan de oasen vanuit Gods Woord ons voldoende teerkost geven op de reis door de woestijn.
Om van uw trots u te bevrijden,
Dat diepgeworteld kwaad,
Boog God in ’t diepste lijden,
Opdat g’ uw hoogmoed haat!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

Lessen voor leiders

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Kerkblad | 12 Pagina's