Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Van de Beek over Israël
Prof.dr. A. van de Beek schreef een aantal jaren geleden het boek De kring om de Messias. Vorig jaar zette hij zijn gedachten over de verhouding tussen de kerk en het joodse volk nogmaals uiteen in een publicatie van bescheidener omvang. Hij gaf het de titel Teveel gevraagd? Met deze titel wil de auteur aangeven dat het voor de kerk niet teveel gevraagd mag zijn zicht te hebben op het joodse volk en ermee in gesprek te gaan. Wellicht is het voor joden wel teveel gevraagd gezien de beladen geschiedenis met betrekking tot de verhouding tussen de kerk en het joodse volk. Evenals in De kring rond de Messias ziet Van de Beek een directe lijn lopen van Golgotha naar Auschwitz en omgekeerd. Het lijden van het joodse volk en het lijden van Christus zijn van dezelfde orde. Daarom kan de kerk niet zonder het joodse volk en het joodse volk ten diepste niet zonder Jezus als de Messias.

Van de Beek kan boeiend schrijven. Toch moet geconstateerd worden dat de grondlijnen van zijn theologie niet klassiek gereformeerd zijn. Dat geldt allereerst voor de wijze waarop hij het leed van het joodse volk en het lijden van Christus met elkaar verbindt. Het geldt ook voor zijn spreken over de rechtvaardiging. Enerzijds kan hij heel indringend schrijven over het blijvende zondaar zijn van de mens, anderzijds komt de noodzaak van persoonlijk geloof in de Heere Jezus Christus niet uit de verf. Daarin herinnert zijn benadering aan die van Barth. De rechtvaardiging wordt wel getekend als een rechtvaardiging uit genade en door Christus, maar niet door persoonlijk geloof. Een jood blijkt ook buiten het geloof in Jezus als de Christus in de zaligheid te delen. De benadering van Van de Beek is niet klassiek gereformeerd. Zij is erg speculatief en ook exegetisch niet gefundeerd. Zo spreekt hij over het joodse volk en de christelijke kerk als één huisgezin. Dat vinden we in het Nieuwe Testament niet terug. In de brief aan de gemeente van Efeze wordt gezegd dat christenen uit de joden en de heidenen één huisgezin vormen.

Tenslotte noem ik dat Van de Beek niet alleen geen recht doet aan de klassiek christelijke boodschap, maar evenmin aan het rabbinale jodendom. Voor het rabbinale jodendom kan Jezus niet de Messias zijn. Het rabbinale jodendom denkt anders over de wet en de mogelijkheid haar te houden, denkt anders over de zonde en denkt anders over de persoon van de Messias. Van de Beek probeert deze verschillen te overstijgen maar doet daarmee noch aan de synagoge noch aan de christelijke kerk echt recht. In het gesprek met het jodendom, en dan denk ik met name aan de orthodoxie, blijft de fundamentele vraag: Wie is Jezus van Nazareth? Laten we smeken dat het joodse volk met Petrus leert belijden dat Hij ‘de Zoon van de levende God’ is.

Is het jodendom allereerst een geloof of is het allereerst de levenswijze van het joodse volk? Deze vraag houdt zowel joden zelf als niet-joden bezig. Hoe is de relatie tussen volk en godsdienst met betrekking tot het jood-zijn? De eigentijdse joodse geleerde Jacob Neusner gaat heel nadrukkelijk uit van de prioriteit van het geloof boven die van de etnische identiteit. Binnen het eigentijdse jodendom zijn er drie hoofdstromen, namelijk de orthodoxie, het liberale jodendom en het conservatieve jodendom. De eerste twee stromen zijn ook in Nederland vertegenwoordigd, de laatste niet. Het conservatieve jodendom houdt vast aan het Oude Testament en de Talmud. Het liberale jodendom staat zeer vrij ten opzichte van de traditionele joodse liturgie en de traditionele joodse levenswijze. Welbewust zoekt men aanpassing aan de cultuur. Het conservatieve jodendom vaart een middenweg tussen de orthodoxie en het liberale jodendom. Veel meer dan in het liberale jodendom wil men traditionele elementen in liturgie en levenswijze handhaven, tegelijkertijd wordt benadrukt dat de wezenlijke betekenis van de joodse religie ligt op het terrein van universele ethische normen en waarden.

Jacob Neusner behoort tot de conservatieve stroming binnen het jodendom. Nadrukkelijk stelt hij dat jodendom allereerst een geloof is. Hij wil dat het jodendom open is naar de samenleving en heel nadrukkelijk de universele betekenis van haar geloof propageert. Deze betekenis bestaat voor Neusner daarin dat het leven naar de wet gegeven op de Sinaï het koninkrijk van God hier op aarde tot een realiteit maakt. Het zal duidelijk zijn dat hier de wegen van jodendom en het klassieke christelijke geloof uiteengaan. Neusner ziet het jodendom niet alleen als religie met een universele betekenis, maar ook als een alternatief voor christendom en islam. Hierin verschilt hij overigens van traditioneel joodse geleerden uit het verleden. Het jodendom verloor in de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling hoe langer hoe meer haar missionaire karakter. Joodse geleerden stelden dat voor niet-joden het christendom en de islam acceptabele alternatieven waren. Daarbij gaf de middeleeuwse joodse geleerde Maimonides de voorkeur aan de islam vanwege het christelijke geloof van de Drie-eenheid.

Samen met Bruce D. Chilton schreef Jacob Neusner een studie waarin het klassiek christelijke geloof en het rabbinale jodendom met elkaar worden vergeleken. Als wezen van het rabbinale jodendom wordt de opdracht gezien die via Israël aan alle volken op de berg Sinaï is gegeven. Het wezen van het christelijk geloof wordt geformuleerd vanuit de overtuiging dat God Zich definitief in Jezus Christus heeft geopenbaard. Chilton en Neusner willen een echte dialoog tussen de christelijke kerk en de synagoge. Dat betekent dat zij niet alleen het gemeenschappelijke willen onderstrepen, maar ook waarin de wegen van kerk en de synagoge in theologisch opzicht uit elkaar gaan. Nadrukkelijk blijkt uit de studie van Chilton en Neusner dat de kerk en de synagoge het Oude Testament op een verschillende wijze lezen. De synagoge leest het Oude Testament vanuit de Talmud en de kerk weet het Oude Testament vervuld in de Heere Jezus Christus. Waar het klassieke jodendom de wet plaatst, plaatst de kerk de Heere Jezus Christus. Neusner verwijt de kerk dat zij de wet als opdracht niet serieus neemt, dat zij al te zeer de nadruk legt op de individuele relatie tot God en al te zeer op de eeuwige toekomst is gericht. Eerlijk geeft hij toe dat de scheiding tussen kerk en synagoge teruggaat tot de Heere Jezus Zelf. Daarbij verwijst hij naar de Bergrede waar de Heere Jezus Zijn gezag tegenover dat van de ouden plaatst.

Chilton wijst erop dat voor de christelijke kerk de afstamming van Abraham geen factor van betekenis kan zijn. De enige wijze om een kind van Abraham en een kind van God te zijn is het geloof in de Heere Jezus Christus. Voor Chilton is de kern van het christelijke geloof een vernieuwde wijze van bestaan die tot dusver alleen in de Heere Jezus Christus zichtbaar is geworden. Dat is wel een heel magere formulering. Bij de wijze waarop Chilton het christelijk geloof presenteert zijn meerdere vragen te stellen. Dan gaat het niet zozeer om wat hij stelt als om wat hij nalaat naar voren te brengen. Ik denk aan het feit dat de Heere Jezus de eeuwige Zoon van God is Die mens werd. Hoe Chilton over het lichamelijke karakter van de opstanding denkt wordt mij niet echt duidelijk. Hij laat geheel na te spreken over de wederkomst en het laatste oordeel. Dat maakt dat zijn presentatie van het christelijk geloof veel te vrijblijvend is. De inhoud van de gemeen­schappelijke studie van Chilton en Neusner komt dan ook wat de bijdrage van Chilton betreft niet geheel overeen met de inhoud. Dat neemt niet weg dat wie deze kritische kanttekeningen ter harte neemt, het een en ander van deze gemeenschappelijke studie kan leren.

Teveel gevraagd? Israël in het christelijk denken door dr. A. van de Beek, uitgave Meinema, Zoetermeer 2004; ISBN 90-211-4000-4; pb. 128 blz. Prijs 12,50.

Recovering Judaism: The Universal Dimension of Judaism door Jacob Neusner, uitgave Fortress Press, Minneaspolis, Minnesota 2001; ISBN 0-8006-3268-0; pb. 201 blz. Prijs $ 20,-

Classical Christianity and Rabbinic Judaism: Comparing Theologies door Bruce D. Chilton en Jacob Neusner, uitgave Baker Bookhouse, Grand Rapids, Michigan 2004; ISBN 0-810-2787-X; pb. 284. blz. Prijs $ 26,99.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 2006

Kerkblad | 12 Pagina's