Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De prediking van het vallende blad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De prediking van het vallende blad

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij allen vallen af als een blad, en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind.
Jesaja 64:6b

De hierboven genoemde tekst is een onderdeel van het smeekgebed van het volk van God in de ballingschap. Het hele gebed getuigt van grote nood: Jeruzalem is verwoest. De tempel is met vuur verbrand. Maar hoor … er klinkt een schreeuw uit de diepte: ‘Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt …’ Met grote kracht doet het volk een beroep op de HEERE, opdat Hij door Zijn almachtig ingrijpen een einde zou maken aan de nood van Zijn volk. Als zij daar in Babel verstaan waarom de Heere hen uit Israël heeft verdreven, dan klinkt hun gebed als een belijdenis: ‘En wij allen vallen af als een blad en onze misdaden voeren ons henen weg als een wind.’

Het is weer herfst, de tijd dat de bladeren vallen. Dezelfde bladeren die in het voorjaar zo groen en fris lachten, vallen nu af om te verteren. Van dat vallend blad gaat een prediking uit. Ieder blad is een brief. Wij zijn de geadresseerden en de afzender is de dood. Wie de prediking van het vallend blad verstaat, zegt: ‘De dood heeft mij een brief geschreven, ik las hem op het vallend blad.’ Elk neerdwarrelend blad predikt ons: ‘Zoals ik moest loslaten, zo moet u straks loslaten; zoals ik ben gevallen, zo moet u straks vallen.’ Ziet u uw eigen doodsbericht? Of denkt u daar niet aan? U leeft eroverheen? Totdat het te laat is. Dat is zeer onverantwoordelijk en levensgevaarlijk! Wij allen vallen af als een blad, daar ontkomt niemand aan. Jonge mensen kunnen sterven en oude mensen moeten sterven. Wij vallen af als een blad, maar wij verteren niet als een blad. Want we hebben een onsterfelijke ziel. Daarom is ons afvallen niet een verdwijnen in het ‘niet’, maar een verschijnen voor God. De oorzaak van het vallen is: ‘onze misdaden’. Jesaja zegt: ‘En onze misdaden voeren ons henen weg als een wind.’ Wij zijn de bladeren en onze misdaden zijn de wind. We hebben niets gedaan tot eer van de HEERE. Alles mis gedaan. Ja, dan zijn zelfs al onze gerechtigheden een wegwerpelijk kleed. Als wij sterven zoals wij geboren zijn, dan voeren onze misdaden ons weg naar de hel. Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Voor God moeten we verschijnen als een misdadig mens! Dan zal ons ongeloof ons eeuwig berouwen, dan is het voor eeuwig te laat.
Het vallend blad predikt nu u nog niet gevallen bent. U leeft nog in de genadetijd. Wij allen vallen af als een blad. In deze prediking klinkt niet alleen het oordeel van God, maar ook de vrije genade voor een misdadiger. Het geheim ligt in het woordje ‘allen’. Daarin begrepen is ook de Heere Jezus Christus, de ene Rechtvaardige. Ook Hij is gevallen door de zeis van de dood, maar niet voor Zichzelf. Hij, Die nooit één misdaad heeft gedaan, is met de misdadigers gerekend, opdat misdadigers zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Daarom heeft Hij vrijwillig de eeuwige toorn van God op Zich genomen. Zo heeft Hij verzoening teweeggebracht, zo heerlijk, dat de grootste misdadiger zalig kan worden! Dat wordt het eeuwige wonder, als u beleeft en belijdt: ‘Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog. Dies ben ik HEERE, Uw gramschap en Uw oordeel dubbel waardig. ‘k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.’ Om dan te mogen zien op Hem met ogen des geloofs, Die de dood heeft gedood en Die zo hartelijk nodigt: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en ik zal U rust geven.’ Ja, Hij maakt het heerlijk waar: ‘Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht. Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht.’ Wij allen vallen af als een blad. Voor zulken wordt de prediking van het evangelie-blad, een zeer blijde boodschap. Gods kinderen hoeven hier niet altijd te blijven, niet altijd te zondigen. Het sterven, het vallen van hun levensblad is voor hen een doorgang tot het eeuwige leven, want zij vallen in de eeuwige liefdesarmen van God in Christus. Dan wordt het volkomen waar: ‘De eeuwige God zij u een woning en van onder eeuwige armen.’ Dan komt het heimwee in uw ziel:

O, HEERE! Wanneer komt die dag,
dat ik toch bij U zal wezen
en zien Uw aanschijn geprezen?

Wat zegt u de prediking van het vallende blad? Predikt het u van een ingang in de eeuwige dood? Of van een doorgang tot het eeuwige leven?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

De prediking van het vallende blad

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 2006

Kerkblad | 12 Pagina's