Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tabitha, sta op!
Handelingen 9:40m

De uitbreiding van Gods Koninkrijk gaat gepaard met tekenen en wonderen. Door middel van het wonder bevestigt de Heere de prediking van Zijn Woord. Aan het einde van het evangelie van Markus lezen we: ‘En zij uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden’ (Mar. 16:20). Zo mocht ook Petrus uitgaan als een dienaar van de Heere. Hij was waarlijk geroepen en uitgezonden om Gods Woord te brengen aan zondaren. Petrus, een zondaar in zichzelf, mocht door Gods genade een prediker der gerechtigheid zijn. Hij was een middel in de hand van de Heere.

We lezen dat de apostel Petrus in de stad Lydda was. Daar heeft hij Gods Woord mogen verkondigen en zelfs een zieke man mogen genezen. Dicht bij Lydda lag de plaats Joppe. Ook daar was een gemeente des Heeren. De Heere had daar zondaren willen verbinden met de Heere Jezus Christus. Adamskinderen werden zalig door het geloof in de Zoon van God. Een van deze kinderen van God was Tabitha, een oprecht gelovige vrouw. In het Grieks luidde haar naam Dorkas. Zij was een leerlinge van de Heere, die door de Heere onderwezen was in de heilgeheimen van Jezus Christus. Van deze discipelin lezen we dat zij vol was van goede werken en aalmoezen die zij deed. Haar oprechte geloof kwam in de vrucht openbaar. Zó is het ware geloof: dat wordt getoond! Wat de Heere als genadegave in het hart legt, wordt merkbaar en zichtbaar. Een goede boom brengt goede vruchten voort. Dat was in Joppe, dat is nog, onder ons. De Kerk des Heeren wordt gekend uit de vruchten van het geloof.

Dorkas wordt echter ziek. Een vreselijke ziekte, want deze ziekte leidt tot de dood. Dorkas moest sterven. Zij kon ook sterven, want ze was een gekende des Heeren. Wat een voorrecht van Gods genade als we sterven kunnen en God kunnen ontmoeten! Dan is er een goddelijk wonder in ons leven gebeurd. Dan heeft de Heere Zijn genade verklaard in het hart. De Zaligmaker mocht worden omhelsd. Dorkas kon sterven, omdat haar Zaligmaker voor haar gestorven was aan het kruis op Golgotha. Dorkas moest sterven, omdat zij een adamskind was. In Adam had zij gezondigd tegen een goeddoend God. Ook zij was een eerrover Gods. Zij moest sterven vanwege de zonde. De bezoldiging der zonde is immers de dood. Ook zij moest de doodsrivier over, om God te ontmoeten. Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Dat gold ook voor haar. Net zoals het ook voor ons geldt.

Het sterven van Dorkas brengt verdriet bij de overige kinderen van de Heere in Joppe. Wat een verdriet geeft het wanneer een bekend kind van de Heere sterft. Men kan elkaar immers niet missen! Door het sterven van Dorkas was er een bidder minder, maar een lover meer. Dorkas was afgelost. Maar degenen die aan haar verbonden waren, waren in rouw gedompeld. Was dat wel terecht? Moest men niet veeleer verheugd zijn dat een kind van God was thuisgehaald? Door genade waren ze verbonden aan de Heere, maar ook aan elkaar. Er was Godsliefde en er was naastenliefde. Zou de wetenschap dat een kind des Heeren zalig was niet sterker moeten zijn dan het gemis? Zou de Heere de lege plaats niet vervullen met Zichzelf als Hij de ware Trooster zendt, Die in al de waarheid leidt?

Juist omdat de Heere door Zijn Geest troost, zenden ze naar Petrus te Lydda. Ze verlangen naar een dienaar van de Heere die hen Gods Woord verkondigt. Want het troostende werk van de Heilige Geest bestaat toch daarin, dat Hij het uit Christus neemt en het verkondigt aan de Zijnen? De gelovigen in Joppe zoeken hun troost in Gods Woord en daarom ontbieden ze een prediker van Gods Woord. Daarom komt Petrus uit Lydda naar Joppe. Hem worden de rokken en klederen getoond die Dorkas gemaakt had als vrucht van het geloof. Zij had deze goede werken gedaan om Gode dankbaarheid te bewijzen voor Zijn weldaden en dat zij uit de vruchten verzekerd zou zijn van haar geloof.

Petrus merkt uit dit getuigenis op wie Dorkas was geweest. Hij knielt neer voor het sterfbed en roept de Heere aan in het gebed. En, onverdiend van ’s mensen zijde, werkt de Heere een wonder. Op de roep: ‘Tabitha, sta op!’ deed Dorkas haar ogen open en zat overeind. De Heere gaf het leven terug. Zij was met Christus gestorven en met Hem opgewekt. Zo leeft de Kerk des Heeren in waarachtige bekering des harten. Want de ware bekering bestaat uit de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. De afsterving van de oude mens is een hartelijk leedwezen dat wij God door onze zonden vertoornd hebben, en die hoe langer hoe meer haten en vlieden. De opstanding van de nieuwe mens is een hartelijke vreugde in God door Christus, en een ernstige lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werken te leven. Dat mocht Dorkas beoefenen. Dat is het leven van de Kerk des Heeren!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juli 2007

Kerkblad | 16 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 juli 2007

Kerkblad | 16 Pagina's