Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Communicatie (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Communicatie (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De basiselementen van ieder communicatieproces zijn: zender, boodschap en ontvanger. De zender neemt het initiatief om de boodschap via het medium taal over te brengen aan de ontvanger. Ik beperk het tot de communicatie op het gebied van de prediking, de catechese, het kringwerk en de thuissituatie.

Prediking en communicatie
De prediker, als zender, brengt de boodschap over aan de gemeente, als ontvanger. Dat klinkt eenvoudig, maar er zit heel wat aan vast. Iedere prediker heeft zijn eigen-aardigheden, zijn beperktheden, zijn gaven, zijn sterke of minder sterke taalgevoel en zijn woordkeus om maar iets te noemen. Dat is enerzijds merkbaar aan de inhoud van de boodschap en anderzijds aan de wijze waarop die boodschap wordt overgebracht. Ook de ontvangers of gemeenteleden hebben een bepaalde achtergrond, opleiding, belangstelling en karakter. Er zijn gevoelsmatige mensen en meer verstandelijke typen, er zijn zoekers en onderzoekers en meer passieve mensen. Je treft mensen aan met een brede belangstelling en met een meer beperkte belangstelling. Je hebt ouderen en jongeren, er zijn overtuigden en twijfelaars etc. Bij het overbrengen van de boodschap naar een zo’n veelkleurige gemeente kunnen zich allerlei belemmeringen voordoen. Men noemt dat wel ‘ruis’ in de communicatie. Deze ruis kan er zijn aan de kant van de prediker en aan de zijde van de gemeente. Ik geef enkele voorbeelden.

De prediker kan een taal spreken, die de ontvangers of een deel ervan niet goed kunnen volgen. Zijn taal is te ouderwets of te academisch. Hij kan ook te breedsprakig ingaan op allerlei details, zodat de gemeente de essentie van de boodschap ontgaat. De preek kan te voorspelbaar zijn, zodat het verrassende element ontbreekt. Als laatste voorbeeld noem ik: de preek kan te beschouwend en theoretisch zijn, waardoor zij te ver verwijderd blijft van de harten van de hoorders. Ik voer geen pleidooi voor populistisch taalgebruik, maar wel voor duidelijk taalgebruik. Niet breedsprakig, maar puntig preken. Moeilijke bijbelse woorden of begrippen op een eenvoudige wijze uitleggen. Eenvoud is nog altijd het kenmerk van het ware. Er kan ook ruis zijn bij de ontvangers van de boodschap. We stemmen onze antenne niet af op wat gezegd wordt, maar luisteren naar wat niet is gezegd. Zo ontgaat ons de boodschap. Of we vinden de preek niet relevant en haken af. We hebben altijd wel iets om ons te onttrekken aan de klem van het Evangelie. De grootste belemmering is echter ons ongeloof.

Ondanks de belemmerende factoren bij zender en ontvanger kan nochtans de boodschap ons raken. Zelfs komt het voor, dat met een kromme stok een rechte slag wordt toegediend. Als de boodschap ons raakt, is dat niet te danken aan de zender maar aan de Heilige Geest. Dat betekent echter niet, dat de prediker niet kritisch moet nagaan wat bij hem de belemmeringen zijn. Het wil evenmin zeggen, dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor haar luisteren.

Catechese en communicatie
Ook bij de catechese gaat het om het overbrengen van de boodschap, maar dan aan de jongeren uit de gemeente. Ook dan kan er aan beide kanten ruis zijn, zoals dat het geval is bij de prediking. Dat laat ik nu verder rusten. Ik geef slechts enkele vingerwijzingen, waaraan men zou kunnen denken bij het catechiseren. Ook al is het waar, dat elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. In de eerste plaats dient er op een prettige wijze orde te heersen tijdens de catechese. Als er geen orde is, zal onze boodschap moeilijk kunnen landen in de hoofden en harten van de catechisanten. Wie een natuurlijk gezag uitstraalt, zal weinig of geen moeite met de orde hebben. Wie het niet heeft, zal het moeten zoeken in een boeiende of aansprekende wijze van catechiseren. Iets wat overigens elke catecheet zou moeten nastreven. In de tweede plaats is het oogcontact van betekenis. Niet alleen om te zien wat de orde verstoort, maar ook om waar te nemen of het gesprokene aanspreekt of mogelijk vragen oproept. De houding van iemand spreekt vaak boekdelen. In de derde plaats moet de catechisant gelegenheid krijgen om op z’n tijd te reageren en vragen te stellen. Je kunt dat bevorderen door een prikkelende opmerking. Dat maakt vaak veel los, bevordert de sfeer en het contact met de catechisanten. In de vierde plaats moeten wij ervoor waken, dat de catechisanten een praatgroep vormen. De discussie staat wel bij velen hoog op de lijst, maar catechiseren is voor alles onderwijzen in de Heidelberger aan de hand van Gods Woord. Onderwijs gericht op hoofd en hart, waarbij wij niet voorbijgaan aan de bij de jeugd levende vragen en het gesprek met de jeugd. En voor een gesprek is nodig, dat we goed kunnen luisteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 2007

Kerkblad | 12 Pagina's

Communicatie (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 2007

Kerkblad | 12 Pagina's