Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse Leerregels (15)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse Leerregels (15)

HOOFDSTUK 1 Artikel 6

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de Goddelijke verkiezing
(…) En hier is het, dat zich voornamelijk voor ons ontsluit die diepe, barmhartige en evenzeer rechtvaardige onderscheiding der mensen, zijnde in even gelijke staat des verderfs, of het besluit van verkiezing en verwerping, in het Woord Gods geopenbaard. Hetwelk, evenals het de verkeerde, onreine en onvaste mensen verdraaien tot hun verderf, alzo de heilige en godvrezende zielen een onuitsprekelijke troost geeft.

Gods eer
Het begin van artikel 6 in de Dordtse Leerregels toont ons duidelijk de leer van de verkiezing en de verwerping. Boven alles uit schittert het genadige werk van de Heere. Hij geeft hulp aan hulpelozen, Hij geeft hoop aan hopelozen en Hij geeft raad aan radelozen. Dit is de blijde boodschap, die verkondigd mag en moet worden. De God aller genade geeft geloof, want Hij is sterker dan de duivel en het ongeloof. Alleen vanwege dit werk worden goddelozen zalig. Dat is zo belangrijk in de strijd tegen de remonstranten. Die zeiden dat mensen door de Heere worden verkoren omdat zij geloven. Onze vaderen belijden, in getrouwheid aan de Heilige Schrift, dat zondaren worden verkoren tot het geloof. Niet omdat een mens gelooft, maar opdat mensen geloven, is de bijbelse leer. Het geloof is dan de vrucht van de uitverkiezing, terwijl de dwaling leert dat het geloof de oorzaak is van de uitverkiezing. Dan krijgt daar de mens nog veel eer, om niet te zeggen alle eer. Het zal hebben te gaan om de eer van God, Die zondaren tot het zaligmakend geloof brengt. Er is toch in de mens niets te vinden, wat God welbehaaglijk is! Indien die gedachte een plaats krijgt, gaat de mens altijd dwalen. Dat is ten diepste de oorzaak van de remonstrantse leer en dat is tot oneer van de Heere, van de verkiezende God, Die in oneindige liefde nog een volk zalig wil maken.

Kort gezegd komt deze dwaling erop neer, dat een mens zich moet begeven op de weg der zaligheid en dan zal God hem tot de zaligheid verkiezen. Deze keuze van de mens ziet de Heere van tevoren en dat is Hem welaangenaam en vandaar worden mensen verkoren. De eer van de mens staat in het middelpunt. Gods Woord spreekt echter altijd over Gods eer. Juist ook als het gaat over de zaligheid van zondaren. Zo zijn de Dordtse Leerregels tot verheerlijking van God. En dat er een onderscheid is tussen mensen is alleen genade, want er ligt aan de kant van de mens geen enkel recht. Als het over recht gaat, moet worden opgemerkt dat er enkel een recht is, dat alle mensen zonder onderscheid in het eeuwig verderf geworpen worden. Zo komen we uit bij Gods vrijmachtige ontfermingen, die hier ook genoemd worden.

Gode verheerlijkend
De vaderen spreken hier in dit artikel in de lijn van artikel 16 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daar belijdt de Kerk, dat in de verkiezing Gods barmhartigheid wordt verheerlijkt en in de verwerping Gods rechtvaardigheid. Zo spreken hier onze vaderen ook, want wij lezen: ‘En hier is het dat zich voornamelijk voor ons ontsluit die diepe, barmhartige en evenzeer rechtvaardige onderscheiding der mensen, zijnde in even gelijke staat des verderfs, of het besluit van verkiezing en verwerping, in het Woord Gods geopenbaard.’ Hier wordt God aangebeden als een verkiezend God, Die barmhartig en rechtvaardig is. Wel trouwens in deze volgorde! Te begrijpen is dit voor ons mensen nooit. De Heere wordt hierin verheerlijkt, zowel in Zijn barmhartigheid als in Zijn rechtvaardigheid. En daarin wordt de mens op het diepst vernederd. Juist een vernederd mens mag de grootheid van de Heere zien, in Zijn barmhartigheid en rechtvaardigheid en daarover gaat de Kerk in verwondering roemen. Hij is barmhartig en daarom wordt niet elk mens verdoemd. Niemand is echter die zaligheid waard. Gods recht eist ook, dat alle mensen verworpen zouden worden. Enkel de eeuwige vloek heeft de mens verdiend. Maar de Heere is barmhartig! Dat is het heerlijk evangeliewoord. Zijn barmhartigheid brengt rampzalige mensen tot de zaligheid. Het is altijd weer een worsteling om hieronder te buigen. Geen recht of waardigheid in de mens. Het gaat om enkel genade, enkel Gods barmhartigheid. Calvijn zegt, dat de Heere Zijn genade mag verlenen aan wie Hij wil, omdat Hij barmhartig is. Ook mag Hij die niet aan allen schenken, omdat Hij een rechtvaardig Rechter is. Met andere woorden het volgende gezegd: de Heere mag Zijn onverdiende genade bewijzen door aan sommigen te geven hetgeen zij niet verdienen. Hij mag ook betonen wat allen verdienen door aan anderen die genade niet te geven. Zo zal God nooit iemand ongelijk hebben aangedaan.

De kritiek
Velen hebben zich geërgerd aan deze leer en ergeren zich ook in onze tijd nog altijd aan de leer van de dubbele predestinatie. De leer van verkiezing en verwerping is het leerstuk, dat wellicht zelfs het meeste verzet oproept. En indien we met ons verstand redeneren is dat min of meer te begrijpen. Het is voor dat verstand niet te bevatten en begrijpelijk te maken. Toch moeten we dan opmerken, dat de oorzaak daarvan de eigenliefde is, ten diepste menend nog een stuk waardigheid en recht te hebben. Dan komen we uit bij de achtergrond van de kritiek en dat is de hoogmoed van de mens. De mens die niet voor de Heere wil buigen en zelf op de troon wil zitten. Daarbij wil hij dan ook zelf over de zaligheid heersen. Dus de mens wil ook hierin als God zijn. De leer die tegen deze begeerten ingaat, zal kritiek krijgen. De kritiek van het verdorven verstand, waarbij God ter verantwoording wordt geroepen. Men beschuldigt daarbij de Heere, dat Hij het anders had moeten doen en dat Hij het dus verkeerd heeft gedaan. Zo wordt de vrijmacht Gods niet erkend en is er ook geen buigen voor de barmhartige en rechtvaardige God. Van Hem staat geschreven, dat Hij als Pottenbakker macht heeft om met het leem te doen wat Hij wil. Daarop wordt dan altijd weer kritiek geleverd. Toch is het zo zalig hieronder te buigen. Te buigen onder Zijn absolute vrijmacht en zo te luisteren naar Zijn heil- en troostrijk Woord. Een woord dat mensen leert niets te zijn en te hebben. Door de Heere gebracht te worden aan Zijn voeten om van Hem te ontvangen genade voor genade. Dan zullen de besluiten Gods aangebeden en verheerlijkt worden. En dan zal ook het besluit van verkiezing en verwerping bewonderd worden. Dat doen de Dordtse Leerregels ten diepste ook. Leerregels die echter ook misbruikt worden.

Het misbruik
Er kan van deze keerzijde ook misbruik gemaakt worden. Dat wisten onze vaderen ook duidelijk. We hebben dit reeds kort aangehaald. De remonstranten spraken over een verkiezing op grond van een voorgezien geloof. Een uitspraak van de remonstranten is, dat de Heere van eeuwigheid al heeft gezien wie wel en wie niet zouden gaan geloven. En op grond daarvan verkiest en verwerpt de Heere. Zo ligt de beslissing over de zaligheid niet meer in de handen van God, maar in de handen van de mens, want dat geloof is dan een daad van de mens. Zo spreken we echter tot oneer van de Heere, waarmee Hij veracht wordt als de almachtige God. We kunnen de leer nog meer verdraaien tot ons verderf, zoals dit hier gezegd wordt. En dat gebeurt door verkeerde, onreine en onvaste mensen. Mensen die zich boven het Woord verheffen en de leugen navolgen door verkeerde leringen vast te houden en het Woord der waarheid verwerpen. De mensen zijn ook onvast, want zij kennen de vastheid van de Heilige Schrift niet en verdraaien dus deze vastheid tot hun verderf door er zorgeloos en vleselijk mee om te gaan. Er wordt dan met een verdorven verstand vanuit de eeuwigheid geredeneerd en die mens zit dus hoog op de troon, die alleen God toekomt.
Van hieruit komt dan de voor velen bekende opmerking en menselijke waarheid: ‘Als ik niet uitverkoren ben, dan kom ik er toch niet. En als ik wel uitverkoren ben, dan kom ik er zeker.’ Hoe de mens dan verder leeft, maakt eigenlijk niet uit. Kerkgang, in de Bijbel lezen, bidden, ernst maken met Gods Woord, tegen de zonde strijden enzovoorts. Het maakt niet uit. De uiterste consequentie hiervan is, dat God de schuld krijgt van de welverdiende rampzaligheid. De Dordtse Leerregels redeneren echter zeker niet logisch. Zij belijden. En belijden is datgene naspreken wat de Heere voorgezegd heeft. Die zaken naspreken, die de waarheid zijn, hoewel voor het verstand onverklaarbaar en vaak onbegrijpelijk. Het misbruik van deze leer maakt zorgeloos en maakt het welmenend aanbod van genade dood. En de mens wil daarbij niet buigen onder de hemelhoge schuld en dat brengt tot het kleineren van de zonde en het van zich afschuiven van de schuld. Dat afschuiven is trouwens in het paradijs reeds begonnen. Daar gaf de eerste mens God de schuld van de zondeval, want de Heere had Adam een verkeerde vrouw gegeven. Gods raad echter is geopenbaard tot verwondering en niet tot verontschuldiging.

De troost
Gods Kerk vindt in deze leer echter een bron van troost. Want daarin ligt de vastheid van de zaligheid. Die zaligheid ligt niet vast in de mens. Gode zij dank niet, want dan was het een hopeloze zaak. De leer van de verkiezing is een opening. Een opening daar waar een gesloten paradijs zou moeten zijn. Op grond van de verdiensten van de Heere Jezus Christus gaat de deur van het hemelse paradijs open. En omdat er een verkiezing is, gaan mensen, die goddeloos zijn in zichzelf, door de verkiezende liefde door die poort. En dat er een schare door die poort gaat is zeker, want het ligt vast in de verkiezende God. In die verkiezende liefde is een kind van God ook welbewaard. Zo krijgt God Drie-enig alle eer en roem. Daarvan zingt ook de Kerk. En voor die Kerk zorgt de Heere Zelf. En zo wordt Zijn lof verbreid en Zijn Naam vergroot. Dat is de bijbelse leer, die roemt over een barmhartig en rechtvaardig God. En in die God ligt mijn heil en mijn eer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2007

Kerkblad | 12 Pagina's

De Dordtse Leerregels (15)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2007

Kerkblad | 12 Pagina's