Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse Leerregels (18)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse Leerregels (18)

Hoofdstuk 1, Artikel 7

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de Goddelijke verkiezing
(…) van de eerste rechtheid door hun eigen schuld vervallen in de zonde en het verderf, naar het vrije welbehagen van Zijn wil, tot de zaligheid, uit louter genade, uitverkoren heeft in Christus, Denwelken Hij ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen, en tot een Fundament der zaligheid gesteld heeft.

Een schuldig volk
Telkens wil een mens, als het gaat om zalig worden of kunnen worden, nog iets daartoe in zichzelf zoeken en vooral ook vinden. Dit heeft ten diepste te maken met eigen eer en eigen liefde. Daarbij is die mens zo verdwaasd, dat het zelfbedrog gemakkelijk een plaats gegeven wordt. Als de Heilige Geest werkzaam is en het verstand verlicht, komt er een andere houding, want dan wordt die mens eerlijk gemaakt. Daarin wordt het een instemmen met de waarheid Gods. Het ontbreken hiervan behoort wel tot de meest zwaarwegende kritiek op het standpunt van de remonstranten. Het niet willen buigen voor de Heere en Zijn onfeilbaar Woord. De waarheid daarbij is, dat de mens voor de zaligheid tot in eeuwigheid nooit iets zal kunnen aanbrengen. Zo kan er enkel een roemen zijn in de Heere, want Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.

Duidelijk wordt hier dan ook de schuld van het gehele menselijke geslacht beleden. Door eigen schuld is de mens vervallen van de eerste rechtheid. De mens leefde in het paradijs in een volkomen rechte verhouding met de Heere. In volmaakte liefde met zijn Schepper, waarbij die God de gave had gegeven in die rechte verhouding te kunnen blijven. Geschapen in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid om zo altijd met de Heere te kunnen zijn. Hier wordt nu bij de verkiezing de diepte van de val in Adam beleden. Het gaat nooit over de schuld heen. De Heere werkt ook nooit buiten de schuld om. Dat is wel een ergernis voor de natuurlijke mens, voor ons vlees en ons hart. Er is op aarde enkel een schuldig volk en dat leert de Heilige Geest ook belijden, opdat een mens zo tot verootmoediging wordt gebracht en tot bewonderen van Gods genade. Dan is er voor de zaligheid van de mens uit geen enkele weg. Zo komt er een roemen over het welbehagen van de Heere.

Gods welbehagen
Er wordt nu antwoord gegeven op de vraag hoe een zondig, schuldig en verderfelijk mens tot de zaligheid komt. De mogelijkheid ligt in de Heere Zelf, in Zijn welbehagen. Dat betekent, dat de Heere Zelf de zaligheid wil voor een schare verloren mensen. De verkiezing komt uit de Heere, waarbij Hij vrij is. Een verplichting daartoe is er niet en zou er ook nooit kunnen zijn. Het wonder is, dat de Schepper uit het gevallen menselijk geslacht nog een zalige schare wil, die weer in rechtheid wordt teruggebracht. Daarin heeft Hij behagen en dat is Hem een lust. Daarbij heeft de Heere Zijn goede, wijze en rechtvaardige redenen. Zo is er geen grond in de mens of menselijke werken, want de grond voor de zaligheid heeft de mens in het paradijs verloren. Het fundament van de zaligheid ligt in Christus. Het besluit van de verkiezing is uit de liefde Gods opgekomen en ligt in de Heere Jezus Christus vast en zeker. De Vader gaf voor de zaligheid Zijn Zoon, de Zoon wilde Zaligmaker zijn en de Heilige Geest zou zaligmakend op aarde werkzaam zijn door zondige mensen, die uit zichzelf nooit kunnen geloven, het ware zaligmakend geloof te schenken.

Het fundament
De Leerregels leggen alle nadruk op het feit, dat al Gods kinderen verkoren zijn in Christus. Van eeuwigheid af reeds heeft God Hem tot een Middelaar en Zaligmaker gesteld. De Vader heeft Hem als Hoofd van de Kerk aangewezen en gesteld. Die Kerk zijn alle uitverkorenen, die samen het lichaam van Christus vormen en afhankelijk zijn van het Hoofd. Zo ziet de Vader het Hoofd en het lichaam samen als een eenheid. En de Zoon heeft het op Zich genomen om de Vader te verheerlijken en de Kerk van alle eeuwen en plaatsen zalig te maken. En dat wel in de weg van het voldoen aan het recht van de Vader en alle gerechtigheid ook te volbrengen.

Zo gaf de Vader Zijn Zoon als Middelaar. De Middelaar tussen een rechtvaardig en vertoornd God en een schuldig zondaar, die eeuwig zonder God zou moeten zijn. De Zoon is ook gewillig van eeuwigheid om de Kerk zalig te maken. De Zoon had een welbehagen daarin. Hij wilde vanuit dat welbehagen het Fundament zijn op Wie het gehele gebouw van de Kerk rust en zal rusten. Zonder Christus als Zaligmaker zou de gehele verkiezing in de lucht hangen en ook zonder inhoud en troost zijn.

In Christus verkoren
De uitverkiezing ligt in Christus vast. Om het werk van Hem is er een uitverkiezing. Zo moest Hij naar deze aarde gaan, die om onze zonden vervloekt is. Het zwaard van het heilig recht Gods heeft Zijn hart doorstoken en deed Hem Zijn bloed storten op de kruisheuvel Golgotha, hangend aan het vloekhout. Zijn lichaam verbroken om zo het vonnis van de dood weg te nemen. De Zoon van de liefdevolle Vader heeft met lichaam en ziel aan het recht voldaan en het oordeel gedragen. Ook daarbij is Hij gehoorzaam geweest aan de heilige wet van God. Zo heeft Hij genade verworven door recht door de voldoening aan het recht. Daarmee is Hij de gerechtigheid voor al de Zijnen. Zondaren, die mogen delen in de door Hem verdiende genade. De Zijnen, die in Hem verkoren zijn. Die tot Hem de toevlucht leren nemen. En die door Zijn werk alleen vrijgesproken worden van de rechtvaardige straf en behoud vinden in Hem alleen.

De prediking
Vaak zoekt de mens eerst deze zekerheid voordat men wil geloven. Als ik maar uitverkoren ben of weet dat ik uitverkoren ben, dan! We hebben hier met nadruk op te merken, dat de Heere in het leven met de uitverkorenen nooit begint door hen te doen geloven dat zij uitverkoren zijn. Daarom moeten wij niet met de uitverkiezing beginnen en daarbij proberen in te dringen in de raad Gods en zo verder te gaan met allerlei redeneringen vanuit en met ons verdorven en verduisterd verstand. Onheilige ogen kunnen nooit lezen in het boek des levens des Lams. Nooit zal een zondig mens mogen en kunnen indringen in die verborgen zaken. Alleen in gemeenschap met de Heere Jezus Christus krijgt een mens kennis en zekerheid van de verkiezing.

We hebben voor alles te letten op de geopenbaarde dingen. We weten dat er een verkiezing is en daarom gaat de prediking van Gods Woord uit. Daarin en daardoor roept de Heere tot de zaligheid. En zovelen als er geroepen worden, die worden ernstig en welmenend geroepen. Een roepstem, waarin gewezen wordt op de volkomen verzoening die de Zaligmaker heeft aangebracht. Het is de Heilige Geest, Die deze prediking doet uitgaan en daardoor plaats gaat maken voor de Heere Jezus Christus. Dan wordt het een sterven aan zichzelf en een zien op Hem, in Wie het leven is. In en door Christus gaat een ontdekt zondaar het wonder van de verkiezende liefde Gods zien. En het is in en door Christus, dat de Kerk uitkomt bij het verkiezend welbehagen van de Heere. Daarom hebben we altijd maar de boodschap nodig, die Johannes de Doper ook moest laten klinken: ‘Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 2008

Kerkblad | 12 Pagina's

De Dordtse Leerregels (18)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 2008

Kerkblad | 12 Pagina's