Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Onschuldige voor schuldigen gebonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Onschuldige voor schuldigen gebonden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien zoekt gij?
Johannes 18:4

Het was in een hof, de hof van Eden, dat Adam heel de mensheid meesleurde in zijn diepe val. Het is in een andere hof, de hof van Gethsémané, dat Jezus gebonden werd opdat u zou worden ontbonden. En het is in de hof van Jozef van Arimathea dat het lichaam van Jezus rust omdat Zijn werk is volbracht, zodat voor de Zijnen het graf geen verschrikking meer is, maar een doorgang naar het eeuwige leven. Ons tekstwoord nu speelt zich af in Gethsémané. Judas is inmiddels gearriveerd en heeft een hele bende meegenomen met de bedoeling om die Nazarener gevangen te nemen. Ze staan klaar om Jezus te grijpen. Jezus dan, wetende alles, wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: ‘Wien zoekt gij?’

Het eerste waar we op letten, is dat Jezus alles weet, in het bijzonder wel Zijn lijden en sterven, omdat Hij door Zijn Vader is gesteld tot de schuldovernemende Borg van Zijn volk. Deze voorwetenschap moet Zijn lijden dubbel zo zwaar hebben gemaakt. Het was voor Hem niet verborgen wat met Hem gebeuren zou. De gesel, de doornen, het kruis: het moet Hem voortdurend voor ogen gestaan hebben, want daartoe was Hij naar de aarde gekomen. En nu Hij in de hof van Gethsémané is, weet Hij dat Zijn bitter lijden en sterven aanstaande is. Jezus dan, wetende alles.

Onze tekst zegt verder dat Jezus uitging. Hij ging uit, Zijn vijanden tegemoet. Jezus wacht niet totdat ze Hem vinden. Hij gaat Zelf, vrijwillig, Zijn belagers tegemoet. Hij is als een lam dat zich bereidwillig naar de slachtbank laat voeren. Nu is het moment aangebroken waarop Christus Zijn grote werk begint: het lijden en sterven in de plaats van zondaren. Dat is de zware taak die Zijn Vader Hem had opgedragen, daartoe wilde Hij de Middelaar Gods en der mensen zijn. En toch, het treft ons dat de Zaligmaker zo bereidwillig Zijn vijanden tegemoet gaat. Als het ergens in de Bijbel duidelijk wordt dat Christus gewillig is om u en mij zalig te maken, dan is het wel hier. Zijn gewilligheid om u zalig te maken ligt opgesloten in deze twee eenvoudige woordjes: ging uit. Vrijwillig, volkomen bereid om te lijden en te sterven gaat de Zaligmaker uit, Zijn dood tegemoet. Hij weet wat Hem te wachten staat, Hij kent de diepten van het lijden, en toch, Hij gaat. Hij verbergt Zich niet zoals Adam deed in de hof van Eden. Jezus komt tevoorschijn in de hof van Gethsémané. Adam verborg zich omdat hij zich schuldig voelde, maar de tweede Adam komt openlijk naar voren als een Onschuldige om te lijden voor schuldige adamskinderen.

Vervolgens staan we stil bij de vraag die Jezus stelt. Wien zoekt gij? Natuurlijk wist Jezus al Wie ze zochten, ze zochten Hem. Maar deze vraag heeft een belangrijke reden. Jezus vraagt het tot twee keer toe. En in vers 8 blijkt waarom. Jezus zegt het Zelf: ‘Ik heb u gezegd dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan.’ Daar is het Jezus om te doen. De soldaten moeten Jezus hebben, Hem moeten ze gevangen nemen, niet de discipelen. Het is Jezus’ uitdrukkelijke wil dat de Zijnen vrijuit gaan. Hierin komt Zijn plaatsvervangend Middelaars-werk het meest tot uiting: ‘Zo laat dezen heengaan.’ Jezus verlaat de hof om gebonden te worden, om te lijden en te sterven. De Zijnen gaan vrijuit. Ze gaan vrijuit in het oordeel, ze ontvangen vrijspraak, want hun Heiland is in hun plaats veroordeeld.

Nu wil ik u, tot slot, vragen waar u bij hoort. Daar zijn de soldaten die Jezus wel even zullen inrekenen. Bent u één van hen? Wilt u afrekenen met Jezus in uw leven, omdat Hij niets voor u betekent? Maar daar zijn ook de dienaren van de overpriesters en farizeeën. Godsdienstige mannen. Ook zij willen afrekenen met Jezus. Hij bedreigt hun godsdienst en dat mag niet langer gebeuren. Bent u wellicht één van hen? U bent zeer godsdienstig, maar u wilt niet dat Jezus Koning over u is. Of bent u een Judas en verraadt u uw Meester met een kus? Ik hoop echter dat u door genade een ware discipel van Christus bent geworden. Zwak en klein in uzelf. Net als de andere discipelen slaat u op de vlucht als het erop aankomt. Maar toch, u kunt niet ontkennen dat u Zijn eigendom bent. Dan zegt de Heiland het ook voor u: ‘Laat deze heengaan.’ U wordt vrijgesproken van het gericht. Gods toorn rust niet meer op u. Christus is gebonden in uw plaats en nu mag u leven in de vrijheid van al de Zijnen. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2008

Kerkblad | 12 Pagina's

De Onschuldige voor schuldigen gebonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 2008

Kerkblad | 12 Pagina's