Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (33)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (33)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet gelijk Kaïn, die uit den boze was, en zijn broeder doodsloeg. En om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren, en die van zijn broeder rechtvaardig.
1 Johannes 3:12

Een zeer goed begin
De verkondiging is wéér gedaan, Johannes heeft er nog eens onvermoeibaar op gehamerd: ‘Hebt elkaar hartelijk lief.’ Een goede boodschap. Oeroud, zoals gezegd. Die verkondiging is zondermeer gehoord toen de lezers door God rijk werden bediend en gediend, van meet af aan is die boodschap aan hen afgegeven. Wie verder in het verleden graaft en onderzoek doet naar zijn komaf, die komt erachter dat die verkondiging al dateert van de schepping. Het is de gave van God, Die liefde is, elkaar lief te hebben. Mensen die naar Zijn beeld geschapen zijn, zullen Zijn beeld en gelijkenis vertonen, man en vrouw, ouders en kinderen zullen elkaar hartelijk liefhebben. Het staat zwart op wit op de eerste bladzijden van de Bijbel en het is nadien eindeloos herhaald. Het begin is alleszeggend: de liefde tot elkaar is uit de eerste Hand. Geen liefde op het eerste gezicht, maar liefde uit God en gericht op God en de naaste. Wat Adam en zijn vrouw eruit gooien nadat zij de duivel naar de ogen hebben gezien, is niets anders dan de Waarheid in het gezicht slaan. Zodra is Gods liefde niet beantwoord of de zelfliefde heerst en voor de ander is geen gevoel. Maar het begin bevat wel een andere boodschap.

Daarom wijst de Heere Jezus de echtscheiding met zo’n grote stelligheid af. Het kan niet zo zijn dat twee die God voor elkaar geschapen heeft en samengebracht heeft om een diepe eenheid te vormen en een onafscheidelijk stel te zijn, als kat en hond zullen leven en als twee kemphanen elkaar bevechten. Het is tegen de oorspronkelijke bedoeling en verkondiging in, dat de liefde het veld heeft geruimd voor de haat en de liefdeloosheid. De Heere Jezus voert voor de bestendigheid van de liefde en trouw tussen man en vrouw als ‘het drievoudig snoer’ door God gevlochten en afgehecht, een overtuigend pleidooi en beroept Zich voor de bewijsvoering daarvan op de heilige Schrift die absoluut gezag toekomt. Als het gaat over echtscheiding, dan geldt: ‘van den beginne is het alzo niet geweest’. Dát is in het begin niet verkondigd, het tegendeel is waar. Het diepste probleem van de liefdeloosheid in kerk en maatschappij, in huwelijk en gezin, is te herleiden op het feit dat wij onze wortels niet kennen en we zijn het spoor volledig bijster als het om onze voorgeschiedenis gaat. Aan de verkondiging ‘elkaar hartelijk lief te hebben’ is niets toe te doen en niets af te doen. Wat God verkondigd heeft, heeft Hij verkondigd.

Kaïn, een broedermoordenaar in koelen bloede
Niettemin is het tegenovergestelde gebeurd. In den beginne is de verkondiging al weggeslagen. Aan de boodschap is geen gehoor gegeven. Onder de eerste mensen is naar de wapens gegrepen. Kaïn sloeg zijn jongere broer Abel dood. De eerste moord was een echte broedermoord. Huiselijk ongenoegen met een dodelijke afloop. De gemeenten zijn gewaarschuwd! Het gaat van kwaad tot erger, van het één komt het ander, het begint met haat en het eindigt met doodslag. Kaïn was niet uit God, hij was uit de boze. Johannes schrijft het op zoals het was en zoals het is. Zonder ingrijpen van Hogerhand zijn mensen als beesten en zij vergaan als beesten (Psalm 49). Johannes gebruikt zulke ferme taal. Het gaat er beestachtig aan toe. Hij bedient zich van een wérkwoord, dat met doodslaan vertaald is, dat zwaar met boos werk geladen is: Kaïn slachtte zijn broeder af. Een krasse uitdrukking, een hemels proces-verbaal van een brute en wrede moord. In de Bijbel gebruiken geïnspireerde schrijvers dat woord vaker. Op die manier brachten de offeraars de offerdieren aan hun einde. Als het om koning Agag gaat, dan wordt zijn lugubere einde ook in die bewoording verhaald, namelijk dat Samuël koning Agag in stukken hakte (1 Sam. 15:33). Deze voorbeelden bewijzen wel dat Johannes, als hij hier de geschiedenis van Kaïn en Abel in herinnering brengt, de haat en de vijandschap voluit ernstig neemt. Kaïn is gruwelijk te werk en vreselijk tekeergegaan. De éérste mens die stierf, is vreselijk aan zijn einde gekomen, het is afgrijselijk mensenwerk. De kwade genius van en in de mens komt openbaar. Abel wordt op afschuwelijke en brute wijze omgebracht, enkel en alleen omdat Gods genade in hem is. Een duivels kind vergrijpt zich aan Gods kind. De duisternis verdraagt het licht niet. Johannes stelt het in een zeer levendige beschrijving voor hoe Kaïns zicht op het léven Góds het slechtste in hem naar boven haalt.

Immers, waarom is deze afslachting? De reden van het grofste huiselijk geweld – er is niets nieuws onder de zon! – en deze broedermoord is gelegen in de wortel! Daar legt Johannes de vinger bij. Zijn werken zijn boos, de oorzaak daarvan is kort en krachtig eerder verwoord: hij is uit de boze. De appel valt niet ver van de boom. Hij heeft het van niemand vreemd. Hij gelijkt als twee druppels rioolwater op zijn vader, de mensenmoordenaar van de beginne (Joh. 8:44)! Hij is door een slecht voorbeeld geïnspireerd, de geest die in hem was, deugde niet. Het zat in hem. De moord moet niet worden verklaard als zou Kaïn een driftkikker zijn. Dat is het niet, zijn wortels waren niet goed en dus zijn werken ook niet. God heeft hem tevoren nog gewaarschuwd, het zou kunnen gebeuren: Kaïn, de zonde ligt aan de deur. Opgepast, want als hij de drempel overgaat, zal de haat zich botvieren op wat van God is. Maar Kaïn is stekeblind. Hij doet de deur open met alle gevolgen van dien.

Kaïn mist wat David heeft: een rechte kijk op de dingen. Davids ogen zijn opengedaan en hij weet en erkent waartoe hij in staat is als hij zegt: ‘Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen’ (Ps. 51:7). Als de Heere bij David op bezoek komt in de persoon van Nathan, gaat David door de knieën en belijdt zijn overtredingen. Kaïn niet. De HEERE roept hem ter verantwoording maar hij die zijn handen onder het bloed heeft zitten, doet, wanneer naar Abel gevraagd wordt, alsof zijn neus bloedt en antwoordt: ‘Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?’ (Gen. 4:9) Een zeer duidelijk van luisteren beroofde verantwoording aan Hem Die verkondigd heeft elkaar lief te hebben! De apostel kan er maar één conclusie aan verbinden: dit is niet uit God, maar uit de duivel. Het is van levensbelang om door de Heere bij een andere Bron geplant te worden. Johannes mag het waarnemen dat het weer precies dát grote verschil is: uit God of uit de duivel. De schrijver ontvangt Geestelijk onderscheidingsvermogen. Hij is in staat de zaken op hun waarde te schatten. God kijkt naar Abel en naar Kaïn. Hij ziet eerst de beide broers persóónlijk aan, Hij ziet ieders hárt aan, ook vandaag de dag nog. De gesteldheid van dát hart bepaalt de waarde van het offer. Abel, geef Mij uw hart! Kaïn, geef Mij uw hart! Uit het hart zijn de uitgangen des levens. De Heere eist en schenkt geloof dat door de liefde werkt. Niet die het zélf heeft, ziet de Heere aan, maar die het zelf niet heeft en alles in Hem zoekt en vindt. De HEERE ziet Abel aan, die jongen wiens hart bij God is, dáárheen getrókken, is uit God en dat maakt zijn offer goed (Gen. 4:4). Bij Kaïn is het juist andersom (Gen. 4:5). Abel was uit God en dús waren zijn werken rechtvaardig. Kaïn was uit de boze en dús waren zijn werken boos. Abels leven wortelt in de Levensbron, Kaïns levenswortels zuigen uit de beerput. De laatste brengt als duivelskind, in blinde haat (1 Joh. 2:11), zijn Godvrezende broer in koelen bloede om, omdat hij koud bloed heeft en in koelen bloede zijn weg gaat. Wat is alles door ons in Genesis 3 ánders geworden! En … wat is het nóg weer anders door Gods tussenkomst. De hel brandt los. Strijd tussen slangenzaad en Gods zaad. Degenen die tot God worden getrokken en door de Geest worden geleid, zijn kinderen Gods én verklaarde vijanden van de duivel. Een voorschot op de volgende verzen: een ieder die uit God is, weet dus wat hij hier op aarde heeft te wachten en kan verwachten (1 Petr. 4:12-13). Dat de Zijnen onder schot liggen, onder vuur genomen worden, aan vervolgingen blootstaan, gehaat en bespot worden, is gelovig te aanvaarden als de dóódgewóne halszaak van de wereld.

Gespreksvragen
1. Ga eens na hoe in de Bijbel over ons begin gesproken wordt als het gaat om ons geschapen zijn om God en onze naaste lief te hebben. Onderzoek daarna hoe over het liefhebben van elkaar in de Schriften wordt gesproken voor wat betreft degenen die tot geloof zijn gekomen. Wat leert u hieruit over Gods werk en de eenheid daarvan?
2. Wat vindt u van de uitdrukking: ‘Liefde vraagt offers’? Verklaar uw antwoord.
3. Welke lessen trekt u uit de geschiedenis van Kaïn en Abel?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2008

Kerkblad | 12 Pagina's

Johannes’ brieven (33)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2008

Kerkblad | 12 Pagina's