Jongerenpagina

In een ziekenhuis
Een chirurg vertelde aan een predikant van de zevenjarige Wim die hij moest opereren aan zijn blinde darm. Toen Wim de operatiezaal werd binnengereden, keek hij met angstige ogen rond. Hij vroeg: ‘Wat gaat u met me doen?’ ‘We zullen die pijn uit je buikje even wegnemen’, zei de dokter vriendelijk. ‘Maar ik heb helemaal geen pijn’, zei Wim. ‘Nee, maar als we er niets aan doen, dan komt de pijn morgen weer terug en dan word je ziek.’ ‘Hoe gaat u de pijn dan wegnemen?’ vroeg Wim. ‘Je gaat straks gewoon slapen en als je wakker wordt, is alles gebeurd en dan ben je weer gauw beter.’ ‘Ja maar ik heb helemaal geen slaap.’ ‘Dat komt wel, ik ga je in slaap maken en je voelt er helemaal niets van.’ ‘Ga ik echt slapen, dokter?’ ‘Ja Wim, je gaat echt slapen.’ ‘Maar dan moet ik eerst bidden’, zei Wim. En voor iemand erop gerekend had, gleed hij op de grond, knielde neer en legde zijn handjes op de rand van het bed. Het werd doodstil op de operatiekamer. De chirurg, de beide assistenten, de zusters, niemand bewoog zich. Allemaal keken ze naar dat kleine figuurtje in het midden van de zaal. Helder en duidelijk klonk zijn kinderstem: ‘Ik ga slapen, ik ben moe. ’k Sluit mijn beide oogjes toe. Heere, houd ook deze nacht, over mij getrouw de wacht. ’t Boze dat ik heb gedaan, zie het, Heere, toch niet aan. Schoon mijn zonden vele zijn, maak om Jezus’ wil mij rein.’ Dit kindergebed van Wim heeft de Heere willen gebruiken en is het keerpunt geworden in het leven van de chirurg. Het liet hem maar niet los en die avond is ook de chirurg neergeknield en heeft precies hetzelfde gevraagd: ‘Schoon mijn zonden vele zijn, maak om Jezus’ wil mij rein.’

Bijbelstudie
… en zie, meer dan Sálomo is hier.
Matthéüs 12:42b

De vorige keer zagen we dat de Heere Jezus geen teken wilde geven, dan het teken van Jonas. De Ninevieten hadden zich bekeerd op de prediking van Jona en de Joden van die dagen hadden zoveel meer in hun midden dan Jona! Maar de Heere Jezus maakt nog een vergelijking. Jullie weten vast wel wie de koningin van Scheba was. De Heere Jezus zei dat ze kwam van het einde der aarde (denk dus gerust aan Afrika), om de wijsheid van Sálomo te horen. Ze had er blijkbaar een lange reis voor over om zijn wijsheid met raadsels te beproeven. Een staatsbezoek dus! En ze raakt zo onder de indruk van de wijsheid van Sálomo en van zijn rijkdom en van de spijze zijner tafel, enzovoort, zodat er geen geest in haar overbleef. Ze stond werkelijk sprakeloos! En ze zei tegen de koning: ‘Het woord is waarheid geweest dat ik gehoord heb in mijn land van uw zaken en van uw wijsheid; en zie de helft is mij niet aangezegd.’ ‘En’, zegt de Heere Jezus, ‘zie, meer dan Sálomo is hier.’ Hij gaat Sálomo in wijsheid en heerlijkheid oneindig ver te boven. Nee, Hij kwam niet met uiterlijke pracht en praal, want Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Maar als we op Zijn woorden letten, dan zullen we bekennen dat de wijsheid Gods in Hem is. Hij is de Opperste Wijsheid. Sálomo had zijn wijsheid van God gekregen, maar Christus is de Wijsheid Zelf. Hij is veel heerlijker dan Sálomo! En iedere zondag wordt Hij ook aan jou verkondigd en jou voor ogen geschilderd! En nu eens eerlijk, heb je al één keer sprakeloos in de kerk gezeten? En ben je wel eens thuisgekomen en heb je toen gezegd: ‘De dominee heeft zijn best gedaan, maar toch … de helft is mij niet aangezegd, want al wat aan Hem is, is gans begeerlijk!’ Of zal de koningin van Scheba ons straks veroordelen? Zij maakte een lange reis voor Sálomo, maar heb jij die meerdere Sálomo al nodig gekregen, de Heere Jezus? En heb je Hem al door genade in je hart mogen sluiten? Dan mag je zeggen, met je hand op je hart: ‘En zie, meer dan Sálomo is hier!’

Jouw vraag (2)
‘Voor mij kan het niet meer.’

In het vorige Kerkblad was je vraag niet afgedrukt. Dat was jammer, maar het leek mij goed om nog wat verder door te gaan op jouw vraag. Ik vraag me af hoe het komt dat je denkt dat het voor jou niet meer kan. Hoe gaat het met jou bijvoorbeeld op school? En thuis? En hoe ga je om met anderen? Zit je misschien helemaal niet lekker in je vel? Probeer er dan met anderen over te praten! De vraag die je stelt, hoeft niet per definitie te maken hebben met het overtuigende werk van de Heilige Geest. De Heilige Geest maakt niet depressief, maar geeft wel droefheid in je hart dat je tegen God gezondigd hebt. Tegen die God Die zo oneindig goed is! Gods lankmoedigheid ga je dan ook bewonderen en je roept om genade! Als de Catechismus stilgestaan heeft bij onze ellende, dan volgt de vraag: ‘Aangezien wij dan naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straf verdiend hebben, is er enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen?’ De vraag naar genade wordt niet gesmoord in je hart, maar juist opgewekt door de Heilige Geest. De Heilige Geest is immers de Geest der genade en der gebeden. Hij leert je roepen om ontferming, zoals de tollenaar dat deed: ‘O God, wees mij de zondaar genadig!’ Herken je dit gebed? Kom dan onder de verkondiging van het Woord en onderzoek de Schriften en doe het biddend! Leg je vinger er maar bij! De Heere wil Zich door Zijn Woord openbaren en bekendmaken als een volkomen Zaligmaker. Hij kan én wil volkomen zalig maken, hoe groot je zonde en ellende ook zijn!

Agenda
Je kunt je weer aanmelden! D.V. zaterdag 15 november +16 appel- en ontmoetingsdag. Het thema is: Uitzicht! Een gevarieerd programma, zie verder de website: www.hhjo.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen