Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit Tertullianus’ Apologeticum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit Tertullianus’ Apologeticum

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We volgen nog een keer Tertullianus in zijn, soms ietwat spitsvondige, verdediging van de opstanding der doden.
5. ‘Maar, zo zegt men, hoe is het mogelijk dat de stof, die tot ontbinding is overgegaan, wederom hersteld wordt? Mens, beschouw uzelf, dan zult u dit kunnen geloven. Ga eens na, wat u geweest bent, voordat u er was. Toch immers niets! Want als u iets geweest bent, zou u het zich herinneren. Maar u, die niets was voordat u er was, die weer niets zult worden, wanneer u ophoudt te zijn, waarom zou u niet opnieuw uit het niets kunnen ontstaan door de wil van dezelfde Schepper, Die u uit het niets tevoorschijn geroepen heeft?
6. Wat voor ongewoons zal u dan overkomen? U, die niet was, u bent geworden en zult nog een keer worden, als u niet meer bent. Geef er u rekenschap van, als u kunt, hoe u geworden bent en dan mag u vragen, hoe u zult worden. En toch zult u gemakkelijker worden wat u eens geweest bent, daar het ook niet moeilijk is geweest, dat u werd, wat u nooit geweest bent.
7. Mag men misschien twijfelen aan de macht van God, Die dit grote wereldlichaam geschapen heeft uit het niets, hetgeen niet minder is dan uit de leegte en ijlheid van de dood, Die het bezield heeft met de geest, Die alles bezielt en het Zijn stempel heeft opgedrukt als een voorbeeld van de opstanding der mensen, u tot getuigenis?
8. Elke dag sterft het daglicht en straalt het opnieuw en de duisternis verdwijnt en keert weer met eenzelfde regelmaat. De gesternten sterven en herleven weer, de seizoenen beginnen weer zodra ze ten einde zijn, de vruchten vergaan en ontstaan weer opnieuw en het zaad moet voorzeker verrotten en tot ontbinding overgaan, om met een nieuwe vruchtbaarheid weer op te schieten. Alles wordt bewaard doordat het ten onder gaat, door de dood wordt alles herboren.
9. U, mens, die een zo trotse naam draagt – als u zichzelf ten minste kent – u, de heer van al wat sterft en herrijst, zult u sterven, om voorgoed onder te gaan? Nee, u zult verrijzen, waar uw lichaam ook tot ontbinding is overgegaan; welke stof het ook vernietigd, verzwolgen, verslonden, tot een niets gemaakt mag hebben, zij zal het teruggeven. Het niets zelf is van Hem, van Wie ook het al is.’

Eigenlijk behoeft het betoog van Tertullianus weinig toelichting. Als de Heere uit het niets een complete wereld tevoorschijn roept, zal het dan voor Hem onmogelijk zijn om een dode, wiens lichaam tot niets vergaan was, tot aanzijn te roepen? Bij onze geboorte is het niet anders gegaan. Wij kwamen uit het niets, door Gods scheppende daad. Romeinen 4 vers 17 zegt: ‘God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen die niet zijn, alsof zij waren.’ Behalve Gods almacht is er nog een argument voor de opstanding der doden. In de natuur zien we dat op allerlei wijze het leven verdwijnt, maar ook weer tevoorschijn komt. Het tarwegraan sterft in de akker, om zo in een grote oogst weer terug te keren. Hetzelfde beeld gebruikt Paulus in 1 Korinthe 15 vers 42: ‘Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid. Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht.’ Bovendien belijdt een christen in de eerste vraag van de Catechismus dat Christus hem niet alleen naar de ziel heeft gekocht, maar ook naar het lichaam. Daarom zal het lichaam niet vergaan, maar eeuwig leven. Zo schrijft Paulus in Romeinen 8: ‘En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.’

Apologeticum XLVIII. 5-9

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 2008

Kerkblad | 12 Pagina's

Uit Tertullianus’ Apologeticum

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 2008

Kerkblad | 12 Pagina's