Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het witte paard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het witte paard

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zag, en zie, een wit paard …
Openbaring 6:2a

Christus, het Lam van God, heeft van Zijn Vader het boek met Gods raadsbesluiten ontvangen om dat te openen. Christus alleen is waardig om Gods besluiten uit te voeren en de schepping tot haar voleinding te brengen. Daartoe worden de zeven zegelen van het boek door Hem verbroken. De geschiedenis gaat voort. Bij de opening van de eerste vier zegelen verschijnen er vier paarden. Het eerste paard is wit en op dat paard zit een Ruiter met een boog. Aan deze Ruiter wordt ook een kroon gegeven. Rijke prediking! De Ruiter is Christus de Overwinnaar en het witte paard is het zuivere Woord des Heeren, het heilig Evangelie. Christus rijdt zegevierend op het Woord der waarheid door deze wereld. Met de krachtige hand der liefde spant Hij de Goddelijke boog der genade en treft met Zijn pijlen het hart van Zijn vijanden. Die pijlen zijn puntig en van weerhaken voorzien. Het zijn de dodende en levendmakende woorden Gods.

Geliefden: weten we daarvan? Wanneer de Goddelijke Ruiter aanlegt en de pijl afschiet, dan treft Hij het hart diep en dodelijk. Die pijl kan niet meer worden weggenomen. Door de pijl van het Woord wordt de zondaar geveld: ‘Draag mij uit, want ik ben dodelijk verwond.’ Het Woord dringt naar binnen en slaat alle oude zekerheden weg. De rust wordt opgezegd. De mens wordt zijn ellendige natuurstaat gewaar: hij ligt in de dood; hij is dood, dood in de zonden en de misdaden. Hij is zonder God en zonder hoop in de wereld. Die ziel gevoelt het ongenoegen Gods over de ongerechtigheden. Hij krijgt van doen met een toornend God, een vloekende wet. En voor het eerst is nu zijn verzuchting: Uw pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald (Psalm 38).

Als de pijl van het Woord de mens in het hart raakt, dan komt aan het licht wie hij voor God is: een goddeloze en een erfwachter van de hel. Er komt een diepe onrust: te moeten sterven, maar niet te kunnen sterven. De mens gaat met een openstaande schuld over de wereld, bij ogenblikken jaloers op een dier dat geen ziel voor de eeuwigheid heeft te verliezen. Het heilig en verdoemend recht van God staat als een vurig zwaard bij de ingang van de hemel. Aan dat recht zal voldaan worden. O! wat een benauwdheden houden dan het hart bezet. De ziel kan het nog wel eens toestemmen naar het Goddelijk recht te moeten worden verdoemd, maar gaat dat oordeel ook afbidden. Hij kan onder het recht Gods niet komen. De ontdekte zondaar mag wel eens in Christus de weg der verlossing zien ontsloten, maar kan van zichzelf die Borg maar niet gelovig omhelzen. En zijn arme ziel blijft werken, op het leven aan werken. Onderhandelen. Afkopen. Eigen gerechtigheid oprichten. Maar de Heere werkt ook door en werkt aan op de dood. De overgave, het dood’lijkst tijdsgewricht: verloren gaan onder het Goddelijk recht. Maar dáár komt het wonder: ‘Dan wordt verloren gaan, door God niet toegestaan!’

Gezegende ure! Christus, de Goddelijke Ruiter op het witte paard, rijdt nu de ziel binnen. Overwinnend. Verlossend. Verklarend: Ik heb u lief met een eeuwige liefde en dáárom heb Ik u getroffen met pijlen van goedertierenheid! Dán verstaat de zondaar: waarom die pijl, die wond, die smart: verwond om te worden genezen, ontledigd om te worden vervuld! Zo is Christus: Overwinnaar. Hij wordt al Zijn kinderen te sterk, overwint hen, neemt hun harten lieflijk in bezit, reinigt hen door Zijn dierbaar bloed en leidt hen in Zijn koninkrijk van eeuwige vrede en gerechtigheid. Christus is Overwinnaar. Zijn kinderen leren dat hun Koning ook nog andere pijlen op Zijn boog heeft. Pijlen van nadere ontdekking en doding van de ongerechtigheden. Maar hoe scherp die pijlen ook zijn, nooit ontbreekt daaraan de honing der liefde.

Christus is Overwinnaar. Hij betoont dat óók aan allen, die niet willen dat Hij hun Koning is. Hij straft Zijn vijanden met tijdelijke en eeuwige straffen. Hoor, onbekeerde medereiziger naar de rechterstoel van Christus, wat de Heere daarvan in Zijn eigen Woord zegt: Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen en dien bereid. Hij heeft dodelijke wapenen voor Zich gereedgemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers tewerkstellen (Psalm 7). Christus is Overwinnaar. De koninklijke Overwinnaar. Hem is de kroon gegeven. Hoe heerlijk heeft Hij immers getriomfeerd over al die machten van dood en hel, zonde en satan! Christus is Overwinnaar. Eens zal deze Koning wederkomen. Als de laatste van Zijn kinderen door Zijn genade is getroffen en alles is gerijpt voor de grote oogst. Dan zal Hij komen, Christus, met eer en heerlijkheid gekroond. En de Kerk verwacht die dag met groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus onze Heere (Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 37).

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 2009

Kerkblad | 12 Pagina's

Het witte paard

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 2009

Kerkblad | 12 Pagina's