Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De alziende ogen van Gods Zoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De alziende ogen van Gods Zoon

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

… en Hij, de scharen ziende …
Matthéüs 9:35-38

En Jezus omging al de steden en vlekken … Om stil van te worden! In het donkere Galiléa predikte Hij het Evangelie van het Koninkrijk Gods. Ook moest Hij door Samaria gaan. Zelfs in Jericho werd Zijn stem gehoord: ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.’ Ook vandaag zijn er steden en dorpen waar mensen wonen. Bolwerken van de sterkbewapende, die niet wil hebben dat er nog iemand spreekt over Wet en Evangelie, zonde en genade, verzoening door voldoening! Lezer(es), hebt u door de Heilige Geest geleid, gezien dat u een gevallen mens bent, een vijand van God? Heeft God een afgesneden zaak met u gedaan en u ingelijfd in Christus Jezus? Dan hebt u om Christus’ wil, vergeving der zonde en het recht op het eeuwige leven ontvangen. Maar dan kijkt u nu met andere ogen naar de mensen om u heen. Op stations, schoolpleinen, winkelcentra ziet u ze dolen als schapen zonder herder. Met een lege blik in hun ogen gaan ze op in de dingen van de wereld. Ieder heeft zijn eigen god. Zo reizen ze voort. Volledig onkundig van de eeuwigheid die ze tegemoet gaan. Wie weet, hoe spoedig ze voor de God van de Bijbel rekenschap af moeten leggen van alles wat ze gedacht, gezegd en gedaan hebben? Hoe zullen ze in de levende God en de verlossing in Christus kunnen geloven, als ze niet van Hem gehoord hebben?

‘En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen.’ De Godmens is bewogen in Zichzelf over vijanden en goddelozen. Zijn komst in het vlees, Zijn gehoorzaamheid aan Gods wet en Zijn lijden en sterven voor de Zijnen getuigen van de weergaloze liefde Gods. In het zaligmaken van zondaren blinkt alles van gerechtigheid. Tot op deze dag ‘zendt God goedertierenlijk verkondigers van de zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil’. Bediend uit Zijn volheid wordt een christen een schuldenaar van Grieken en barbaren. Wat is het dan stil in onze kerken. Eenieder is druk; de tijdgeest is zo sterk en nabij is de wereld en haar begeerlijkheden. Voor velen speelt, ook na ontvangen genade, het leven zich af op een vierkante meter achter een beeld. Opgeslorpt door het beeldscherm wordt er bijna geen tijd gevonden voor huisgodsdienstoefening en meditatie. Hoe zal er dan nog geloof gevonden worden? En bewogenheid tot de zielen van de naasten? De Bijbel blijft echter spreken. Gods getuigenissen zijn getrouw! Zolang de zon en de maan er zijn, roept de opperste Wijsheid overluid daarbuiten. Zij verheft haar stem op de straten. ‘Tot u, o mannen, roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen. Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts.’

‘En Jezus, de scharen ziende …’ Met vriendelijke, doch bedroefde ogen spreekt Hij de Woorden Gods: ‘De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige. Bidt dan de Heere des oogstes dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.’ O leerling van Christus, opnieuw krijgen we een les. Wij kunnen niets doen zonder de Koning der Kerk. Hij gebiedt tot Zijn gemeente: Gij hebt het om niet ontvangen, geef het om niet!

MacCheyne vertelt over de oogst, dat aan 30.000 Spaanse vluchtelingen in Frankrijk 10.000 Bijbels werden uitgereikt. De pastoors dwongen de mensen om de Bijbels in te leveren of te verbranden. Na verloop van tijd keerde men terug naar het vaderland. Eén Spanjaard met één Bijbel bleef achter. Hij vond en beleed de Christus. MacCheyne besluit, dat het de moeite meer dan waard was. Ook leert de Heere Jezus dat het niet is desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods. Daarom: bid zonder ophouden tot God, in het openbaar en in de huizen, dat Hij arbeiders uitstote in ons land. Het is tijd dat de Heere werke, zoals 2 Kronieken 7:14 ons leert: ‘Als Mijn volk, waarover Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt en zij Mijn aangezicht zoeken en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit de hemel horen en hun zonden vergeven en hun land genezen.’ Dit is de enige weg voor een mens, de gezinnen, de kerk en voor land en volk. Buigt u dan in het stof! De oogst is groot. Maar waar zijn de arbeiders? De nood van de mensen is zo groot. Christus zocht in het leerhuis, tolhuis en eethuis en Hij zoekt heden verloren zondaren in Malawi, in Zutphen, in Sneek, in Staphorst, uw woonplaats en tot alle uiteinden der aarde. Waar klinkt de boodschap van vrije genade? Wie verspreidt haar? ‘Redt degenen die ter dood gegrepen zijn, want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.’ Bid dan de Heere des oogstes dat Hij u vandaag uitstote om te verkondigen aan uw vrouw, kinderen, buren en collega’s dat het bloed van Jezus reinigt van alle zonde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 2009

Kerkblad | 12 Pagina's

De alziende ogen van Gods Zoon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 2009

Kerkblad | 12 Pagina's