Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Melchior Leydecker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Melchior Leydecker

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De uitleggers en de uitleg van de Heilige Schrift (3)

Uit de voorgaande bijdragen over de uitleg van de Heilige Schrift, geput uit het hierboven vermelde boekje van Leydecker, zijn ons tot hiertoe vooral twee gedachten bijgebleven. Om te beginnen dat de Heere Zelf de eigenlijke Uitlegger van het Woord is. Vervolgens dat de Schrift haar eigen uitlegger is. In de vorige bijdrage stonden we erbij stil dat, om tot het ware verstaan van het Woord te komen, de verlichting met de Heilige Geest onmisbaar is. Hij gééft het Woord te verstaan. Hij verklaart het aan het hart en legt het in het hart.

In het volgende gedeelte van het boekje legt Leydecker uit hoe belangrijk de plaats en de functie van de belijdenis der kerk is met het oog op het persoonlijke verstaan van de Heilige Schrift. Enkele van zijn gedachten dienaangaande geven we in deze bijdrage door.

Dat het Woord van God door de Reformatie de gewone man en vrouw (weer) in de handen is gelegd, betekent niet dat ieder er naar eigen inzicht zijn of haar uitleg aan mag geven. Dan staat de deur inderdaad open voor allerhande misvattingen en dwaling. Het is niet zo ‘dat het een yegelijck vrij is de Schrifture soo uyt te leggen, als hy meynt met den sin en meyninge Godt best overeen te komen’.

De aanleiding voor Leydecker om dit te schrijven was het standpunt van de remonstranten inzake het gezag van synoden en haar besluiten. Zij betwistten deze meerdere vergadering der kerk het recht om in leergeschillen, zoals die tussen de remonstranten en de contraremonstranten, een oordeel te vellen. De remonstranten waren van oordeel dat de synode dit gezag niet toekwam. Het staat elke christen vrij de Schriften naar eigen inzicht te verstaan en te verklaren, zo meenden zij. Uiteraard dient dat wel nauwgezet en consciëntieus te geschieden.

Naar het oordeel van Leydecker moet dat in de kerk wel leiden tot ‘alle ongebondentheyt in gevoelens, scheuringe en tweedracht’. Hij vraagt zich af: ‘Wat sal dat voor een Kercke wesen, daer men tusschen de Ledematen in gevoelens geenszins over een en komt?’ Wat hem betreft, zijn om die reden belijdende, op de Schrift gefundeerde, kerkelijke uitspraken onmisbaar. Ze zijn nodig om de ongebondenheid (‘die ons natuurlijck aangeboren is’) in te tomen, om de rust in de kerk te bewaren en de leden in geloof en liefde aaneen te verbinden. Ontbreekt de bescherming van de belijdenis, dan moet de gemeente wel schade lijden, dan moet de gezonde leer verdorven worden en dan zal de zwakke gemakkelijk verleid worden.

We stuiten in dit kleine boekje op een aantal zeer behartigenswaardige zaken, die juist ook in de huidige dag zo actueel blijken. Beleven wij niet een tijd waarin veelszins datgene goed geacht wordt wat goed voelt? Ook in zaken die geloof en leer raken? En: is de mens van de 21e eeuw, ook de kerkelijke mens, niet zeer kritisch ten aanzien van het gezag als zodanig? Wat betreft die kerkelijke mens: is er niet een tendens te signaleren om het belijdende spreken der kerk te relativeren? Hetgeen meestal het begin is van het weerspreken ervan …

Met alle gevolgen van dien. Leydecker zat er mijns inziens niet naast toen hij in 1687 schreef dat dit wel moet leiden tot ‘ongebondenheid, scheuring en tweedracht’. En wat onszelf betreft: laat het belijdende spreken van de kerk, laat de belijdenis zoals de Heere ons die in Zijn voorzienigheid schonk, ons inderdaad ‘in geloof en liefde verbinden’. Niet als dorre letter. Niet als een program. Wel als uitdrukking van het bijbelse, beleefde geloof, waaraan we ons – vanwege de verschuldigde gehoorzaamheid aan het Woord – gebonden weten én waarin we ons verbonden weten.

Heel concreet zal dat betekenen dat we voor onszelf, heel persoonlijk, niet alleen plechtig verklaren bij de belijdenis der kerk te blijven maar die belijdenis ook te kennen. Het is heel praktisch een uitstekend hulpmiddel om tot meer en beter verstaan van de Schriften te komen. Lees uw Catechismus, bestudeer de Nederlandse Geloofsbelijdenis, verdiep je in het getuigenis van de Dordtse Leerregels. Het zijn leermeesters in de bijbelse beginselen. Of zoals ik tegen mijn catechisanten nog wel eens zeg: ‘Laten we als kleintjes maar staan op de schouders van de groten die ons voorgingen.’ Het heeft ook te maken met wat Paulus de Efeziërs voorhield: ‘Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij, en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods’ (Ef. 3:18-19).

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 2009

Kerkblad | 12 Pagina's

Melchior Leydecker

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 2009

Kerkblad | 12 Pagina's