Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (61)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (61)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En wij hebben gekend en geloofd de liefde die God tot ons heeft. God is Liefde; en die in de Liefde blijft, die blijft in God, en God in hem.
1 Johannes 4:16

Eerste deel

Zeker weten en vast vertrouwen
We kennen het mooie kernachtige antwoord op vraag 21 uit de Heidelbergse Catechismus wel, dat handelt over een waar geloof: ‘Een waar geloof is niet alleen een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, dat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil.’ In de verantwoording hierover zijn verschillende bijbelteksten onder het antwoord erbij gezet. Een verwijzing naar 1 Johannes 4:16 ontbreekt, maar als vandaag hierin volledigheid zou worden nagestreefd, dan zou de tekst vast en zeker in de opsomming in overweging moeten worden genomen. Kennen en geloven, weten en vertrouwen zijn in de Schriften immers onafscheidelijke zaken. Niet voor niets spreken we van geloof en bevinding. Hoe rijk en geweldig ervaren Gods kinderen de omgang die de Vader met hen zoekt. Jawel, gelovigen zijn met hun Heere de Koning te rijk, ze zijn een ervaring rijker. De briefschrijver is er ook bekend mee en bevestigt het. Hij staat daarin niet alleen. Hij heeft medestanders. De meervoudsvorm ‘wij’ spreekt als het daarover gaat boekdelen. Hij heeft medestanders en beamende ervaringsdeskundigen in zijn medeapostelen, maar niet minder in zijn lezers. Samen hebben ze de hoofdzaak van de liefde onderkend en geloofd. Het is een kwestie van inzicht dat gekregen en vertrouwen dat gewerkt is. De afzender en de geadresseerden zijn, aldus Johannes’ opmerking, van Gods liefde overtuigd geworden. We hebben de liefde gekend en geloofd. Een Meesterlijk werk, een Geestelijke daad. De Heilige Geest voegt kennen en geloven, inzicht en vertrouwen samen. Het één staat niet los van het ander, kennen en geloven gaan hand in hand. Het gouden boekje van Heidelberg bevat rake dingen, ze staan hier in de tekst. Beide dingen verdienen de volle aandacht: kennen en geloven.

Kennen
We hebben de liefde die God tot ons heeft, gekend, aldus Johannes. Het kennen van Gods liefde is het eerste dat we lezen, de apostel plaatst het kennen voorop. Dat is bijzonder en opvallend te noemen. Temeer omdat Johannes in zijn evangeliebeschrijving die dingen omgekeerd zet als hij het antwoord van Simon Petrus opschrijft op Jezus’ smekende vraag of Zijn discipelen toch ook niet weggaan. Petrus antwoordt dan dat de Heere de woorden des eeuwigen levens heeft, gevolgd door de bekentenis ‘wij hebben geloofd en bekend dat Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods’ (Joh. 6:69). Er lijkt reden te zijn te denken dat Johannes heel bewust in zijn brief een andere volgorde kiest: kennen en geloven. Gods liefde is gekend, onderkend en dan Gods liefde is geloofd, vertrouwd.

Wanneer wij bij de behandeling van deze tekst niet alleen de inhoud maar ook de volgorde van de twee woorden ‘kennen en geloven’ overwegen en wegen, dan kunnen we op zijn minst zeggen dat de volgorde in de brief wel heel goed aansluit bij de formulering over het doel van de evangeliebeschrijving die Johannes aan het einde van zijn boek schrijft. Dan zegt hij immers dat de Heere Jezus in de tegenwoordigheid van hem en de andere discipelen (zij zijn dus oog- en oorgetuigen!!) nog veel meer tekenen heeft gedaan die echter niet in het boek staan. Daarna volgt de voor de volgorde betekenisvolle zin waarbij we de vinger leggen: Deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam (Joh. 20:31).

Het valt op dat Johannes in het laatste hoofdstuk van hetzelfde boek nog eens op de betrouwbaarheid van de door hem opgeschreven gebeurtenissen wijst. Ten gunste van de geloofwaardigheid maakt hij zichzelf bekend als een discipel die getuigt (vergelijk 1 Joh. 4:14) en hij staat sterk, want hij is geen eenling, immers ‘wij weten dat zijn getuigenis waarachtig is’ (Joh. 21:24). Al met al weten we en kennen we de feiten, we weten het heel zeker. Zijn getuigenis wil geloofd worden. Iedere lezer moet dus erkennen en onderkennen dat de dingen die door Johannes op schrift gesteld zijn waar zijn, volkomen betrouwbaar, en dus gelóóf-wáárdig. We hebben met Hem kennisgemaakt en nog dieper: we hebben kennis aan Hem en van Hem gekrégen, aldus de evangelist. Het zijn harde feiten, spijkerharde heilsfeiten.
Paulus schrijft: ‘Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken van welke ik de voornaamste ben.’ Johannes is, zoals uit ons hoofdstuk meer dan genoeg blijkt, met dezelfde liefdevolle boodschap overgoten en in hetzelfde getuigenis gedrenkt. Geleid door de Geest der waarheid heeft hij een zeer betrouwbare weergave van het levende Woord gegeven met als doel, zijn enige oogmerk: dat u, lezer, zult geloven! Het is geschreven om het vleesgeworden Woord te leren kennen en in Hem als de door de Vader gezonden Zoon te geloven. Na deze vaststelling bij het lezen van zijn evangeliebeschrijving keren we terug naar Johannes’ brieven. Hier in deze eerste brief stuiten we precies op Johannes’ eigen ervaring! Hij heeft Hem leren kennen en geloven! Hoe het hem is vergaan: kennen en geloven! De dingen zijn voor hem geen loze en voze woorden. Ze zijn voor hem praktijk. Hij spreekt uit ervaring, hij weet waarover hij praat. Als geen ander weet hij van kennen en geloven, onderkennen en vertrouwen. Zelf heeft hij met de Heere meegelopen. Hij bewaart daaraan dierbare herinneringen. Hij vergeet bijvoorbeeld nooit die dag waarop en die eerste ontmoeting waarin hij door de omkerende Jezus heel persóónlijk werd aangesproken en gaandeweg werd uitgenodigd om mee te komen en te zien: Het was omtrent de tiende ure (Joh. 1:40). Een onuitwisbare bevinding. Dingen heeft hij met eigen ogen gezien en gehoord, hij is door Hem ingewonnen. Als het om Gods Liefde gaat, kan Johannes genoeg vertellen en verkondigen. Hij heeft met eigen ogen gezien hoe de Heere met innerlijke ontferming bewogen was over de schapen zonder herder en hoe Hij meer dan eens tot het verlorene is uitgegaan. Johannes wéét het als geen ander. De Heere deinsde werkelijk voor niets en niemand terug als het om liefde ging. In het ziekenhuis Bethesda bijvoorbeeld genas Hij (Joh. 5), in Bethanië troostte Hij twee diepbedroefde zussen (Joh. 11), een betweterige Nicodémus maakte Hij wijs tot zaligheid (Joh. 3), een Samaritaanse vrouw keerde Hij de rug niet toe (Joh. 4), een hele schare stuurde Hij niet hongerig naar huis (Joh. 6), over een overspeelster sprak Hij de vloek niet uit (Joh. 8), kort en krachtig: Gods Zoon heeft getoond lief te hebben tot het uiterste (Joh. 13), als de Goede Herder legde Hij gehoorzaam aan Zijn Vader Zijn leven af voor Zijn schapen (Joh. 10:11). Geen twijfel mogelijk: Johannes heeft de gebeurtenissen gezien en gepeild, hij mocht de tekenen waarnemen. Hij onderkende wie Jezus was: de Vader heeft Zijn Zoon gezonden. Het reinigen van de melaatsen, de verkondiging van het Evangelie aan de armen, en nog zoveel meer boodschapte dat de beloofde Messias, de verwachte Christus onder ons gekomen was. Johannes en zoveel anderen kennen, onderkennen en weten: hier is de Liefde van God jegens ons, gewis en waarachtig.

Kennen om te geloven
Een belangrijk gegeven: wij hebben, aldus Johannes, in Christus Jezus Gods liefde jegens ons leren kennen. Onze ogen zijn voor Hem opengedaan en zo opengegaan. Of om het met de belijdenis te zeggen waarmee we begonnen zijn: ik weet het door de Heilige Geest en houd het voor waarachtig en betrouwbaar dat God in Jezus Christus, het vleesgeworden Woord, Zijn liefde geheel heeft uitgesproken en Zichzelf in volkomen Liefde heeft gegeven en geopenbaard. We hebben de Liefde onderkend en geloofd. Onderkennen van Gods liefde, de kennis en de ervaring daarvan werkt het geloven. Het kan niet anders. Geloven zonder kennen is onmogelijk, net zo goed als het niet bestaat dat echt kennen geen groot vertrouwen werkt. Wat is geloven zonder kennis, hoe kunnen we geloven zonder te kennen? Hiermee is de Zelfopenbaring van God, Gods bekendmaken van Zichzelf als noodzakelijkheid verklaard. Kennis van Hem krijgen, kennis met Hem maken om in Hem te geloven en op Hem te vertrouwen.

De Heilige Schrift wijst ons steeds op het grote belang van het kennen en onderkennen. Heeft Mozes al niet geboden om de kleine kinderen de woorden van de Godsopenbaring in te scherpen en in te prenten (Deut. 6:7)? Zijn juist de heerlijke daden van God niet te vertellen om in afhankelijkheid van Hem te mogen zien dat kinderen hun hoop op God stellen (Ps. 78:7)? Het gebrek aan kennis van God, het onbekend zijn met Hem en Zijn daden is funest en fataal (Hos. 4:1,6). Het staat zwart op wit dat de Heere geloofd moet worden en aangeroepen, maar dan zal er eerst van Hem gesproken en gepredikt moeten worden (Rom. 10:14). Het is daarom van het allergrootste belang dat er omgang met Gods Woord, de Bijbel, is, opdat de Inhoud van de verkondiging onderkend zal worden en geloofd. Voor het geloof zijn kennen en weten fundamenteel! In de prediking is Gods Liefde te onderkennen. In de verkondiging van het Evangelie doet God Zich in Zijn Liefde kennen, Hij Liefde. Naar Schrift en gereformeerde belijdenis: zeker weten. Zovelen van ons door de Geest geleid worden, worden door die Geest verzekerd van de Liefde Gods tot ons.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 2009

Kerkblad | 12 Pagina's

Johannes’ brieven (61)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 2009

Kerkblad | 12 Pagina's