Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (72)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (72)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof.
1 Johannes 5:4

Het gewicht van de geboden
De liefde tot God blijkt uit het doen van Gods geboden. Aan Gods geboden vertilt Gods kind zich niet. Neen, want Zijn geboden zijn niet zwaar. Onwillekeurig denk ik aan een tekst in een ander verband die we er even naast leggen: ‘God is getrouw, Welke u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen’ (1 Kor. 10:13). Het ligt er niet ver bij vandaan: De Heere legt geen onmogelijke dingen op. Een kinderhart weet dat. Uit de bewering ‘Zijn geboden zijn niet zwaar’ kan, mag en moet niet worden afgeleid als zou de Heere slechts zeer geringe eisen aan Zijn kinderen stellen. Als zou Hij met een klein beetje gehoorzaamheid genoegen nemen en niet naar het maximum van volkomenheid vragen. De praktijk is anders: ‘Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is’ (Matth. 5:48). Om het Koninkrijk der hemelen binnen te gaan, blijken Zijn geboden stipt nageleefd en onderhouden te moeten worden, het moet zelfs overvloediger zijn dan de gerechtigheid van Schriftgeleerden en Farizeeën (Matth. 5:20). De Farizeeën en de Schriftgeleerden die op de stoel van Mozes zitten, zéggen wat gedaan moet worden en al verdienen weliswaar hun werken geen navolging, hun veeleisende woorden zeer wel (Matth. 23:2-3).

Het doen van Gods geboden vergt enorme inspanning, God ontziet geen mens in het bewaren van Zijn bevelen. In Zijn samenvatting van de wet heeft de Heere Jezus dienaangaande volledige duidelijkheid geschonken (Matth. 22:37-40, vgl. ook Luk. 10:26-28). De Heere eist Zijn kind kennelijk geheel op! Geen gereduceerd eisenpakket. En dan toch …: ‘Zijn geboden zijn niet zwaar’? Hoe is het mogelijk? Op zulke vragen die opborrelen geeft de briefschrijver een afdoend antwoord. Een helder getuigenis. In vers 4 beantwoordt de briefschrijver deze brandende vragen: Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld. Met het voegwoord ‘want’ schept de apostel duidelijkheid. De reden waarom de geboden van God voor ons niet zwaar zijn is gelegen in het feit dat wij uit God geboren zijn. Laten we deze kwestie goed lezen en behandelen. De stelling dat de geboden Gods niet zwaar zijn is geen waarheid die voor iedereen geldt! Er bestaat onder de mensen wel degelijk onderscheid als het gaat om het staan tegenover Gods geboden. Mensen mogen niet misleid worden. De door Johannes gedane uitspraak is namelijk alleen van toepassing op en wordt slechts bindend verklaard voor ‘wie uit God geboren is’. Opgetekend voor de rechtszitting! De geboden drukken uitermate zwaar als die geboorte uit God er niet is. Iemand is dán nog ónder de wet, een totaal en radicaal andere positie dan die van degene die door de Geest geleid wordt (Gal. 5:18). Hoor maar: De wet eist liefhebben van de naaste (Gal. 5:14), maar het vlees verwerpt die eis (Rom. 8:7; Gal. 5:17).

Op het niet doen en overtreden van Gods geboden staat de zwaarste straf (Gal. 3:10). God gaat aan Zijn recht niet voorbij. Gods oordeel is zuiver, Zijn doen en vonnis zijn rechtvaardig. Gods geboden zijn heilig, de maat die God neemt is rechtvaardig en goed (Rom. 7:12). ‘Het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden’ (Rom. 7:10). Recht is recht, de Geest is het leven, vlees is vlees, dood is dood. Hoe zwaar zijn Gods geboden zonder wedergeboorte, de eerlijke wet vervloekt ons mensen. Daarom antwoordt de Heiland: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u (…) want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht (Matth. 11:28-30). Alleen die van Christus is, is verlost van de vloek der wet (vgl. Gal. 4:5). De geboden zijn niet zwaar slechts voor wie uit God geboren is. Gaat het om Gods geboden, dan doet Gods kind niets alleen. Kinderen krijgen de zegen van het leven van de gehoorzaamheid.

Gods overwinning
De apostel legt dus uit waarom Gods geboden niet zwaar zijn. Hij verklaart voor wie dit geldt, wanneer daarvan sprake is. Het is realiteit voor ieder die uit God geboren is. De Heere zwakt Zijn eisen niet af, maar schept kinderen die in staat zijn Zijn geboden te doen. De ‘last’ wordt zogezegd niet aangepast en verlicht, maar Gods ‘jukdrager’ krijgt sterke schouders. Daarom zijn ze niet zwaar en kunnen ze gedaan worden. De Heere brengt kinderen voort die gehoorzaam Zijn wil volbrengen. Gaat het om de vervulling van Gods strenge eisen, dan is het de hemelse Vader Die Zijn kind helpt. Door Zijn Geest gebeurt het, in de kracht van de Heilige Geest zet een kind zijn stapjes op de weg der gehoorzaamheid. Dat gaat met strijd gepaard die Johannes niet onder stoelen of banken steekt: De wereld wordt overwonnen. Treffend geschreven. We zouden verwachten dat er zou volgen: Al wat uit God geboren is, doet Zijn geboden. Maar dat staat er niet. Er staat: ‘overwint de wereld’. Overwinning veronderstelt strijd die met het gebruik van het woord ‘wereld’ een vaststaand gegeven is. Het begrip wereld heeft een onheilspellende klank en belooft Gods kind strijd. In 1 Johannes 2:15 schreef de apostel over de wereld niets moois. De wereld ligt in duisternis. Zij verdrukt en haat Gods kinderen (Joh. 15:18-19; 16:33). Een verschrikkelijke tiran zwaait in de wereld zijn scepter (Joh. 12:31; 14:40; 16:11). Met duivels geweld gaat satan op het ondermaanse tekeer. Hij grijpt alles aan. Haat, nijd en ongehoorzaamheid spannen er de kroon (Gal. 5:19-21).

Hoe meer de Grote Dag naderbij komt, des te heviger wordt de strijd in de wereld: Paulus wijst op de toenemende egoïstische liefde, op de liefdeloosheid, op het gebrek aan liefde tot God en de goeden (2 Tim. 3:1-5). Kort en krachtig: Voor de beschrijving van de wereld die in de duisternis ligt komen we zwarte inkt tekort. Tegen deze inktzwarte donkerheid evenwel blinkt nu het lichtend getuigenis: Gods kind overwint de wereld. Het werkwoord ‘overwinnen’ staat veelzeggend in de tegenwoordige tijd. Het gaat dus om een gevecht dat gaande is en een overwinning die er al is. Calvijn schrijft dat God ons gedurig in onze krijg die ons hele leven duurt op zo’n manier wapent dat wij, alsof de strijd al uitgevochten was, de overwinning reeds in handen hebben. Gods kind is al overwinnaar. Het is een gewonnen zaak. Hij staat dus, terwijl hij steeds weer overwint, al op de plaats van de triomf: ‘In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, Die ons heeft liefgehad’ (Rom. 8:37). De twee schrijvende getuigen die apostelen zijn, zijn het in de Geest roerend met elkaar eens: De overwinning is er in Hem, Die het gezegd heeft: ‘In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen’ (Joh. 16:33).

De buit is binnen! De zege is een feit. Alleen in Christus wel te verstaan. De Heere steekt met Zijn verzekering Zijn kinderen een hart onder de riem en onderwijl is het ook een dolksteek in het hart van duivelskinderen. De overwinning is concreet te maken binnen het denkkader van dit deel van de brief: ‘Hoewel we nog steeds tot alle boosheid geneigd zijn, hoewel we vleselijk dus de neiging hebben God en de naaste te haten, hebben we onze broeder lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Het goede van God overwint het kwade van ons. Gods kinderen voeren een strijd op leven en dood, als hun doodsvijanden de duivel, de wereld en het eigen vlees blijven aanvechten, maar door de kracht van de Heilige Geest overwinnen zij’ (zie H.C. antw. 127). Met Christus zegevieren zij, liggen zij niet onder, maar hebben zij definitief de overhand: ‘De zege is Hem beschoren!’ Aldus is het heden vanuit Zijn overwinning gunstrijk gekleurd. Terwijl de talrijke ‘kinderschare’ de strijd nog volop voert, wappert in figuurlijke zin de vlag van Christus’ overwinning al fier, voor altijd en eeuwig gehesen. Christus mag dan een leger hebben dat geen indruk maakt omdat hij bestaat uit hinkenden, kreupelen en verminkten en wat al gebreken meer de ‘heilsoldaten’ hebben, het is onder Zijn aanvoering wel een overwinningsleger. Op de vraag op welke manier de Zijnen dan zeker zijn van de zege en hoe zij overwinnen, is in de tekst één antwoord te vinden: het geloof. Dit is de overwinning die de wereld overwint: ons geloof. Strijders Gods geloven in hun Leidsman en Aanvoerder! Als het om dit geloof gaat, geeft Johannes hier een indrukwekkende definitie van het geloof die weer in verband is te brengen met wat volgt. Daarom bewaren we dat voor de volgende aflevering, nadat hier nog gezegd is dat het geloof op vastheid stoelt, zoals het in de Bijbel op een andere plaats staat: ‘Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet’ (Hebr. 11:1). Wonderlijke tegenstelling: Voor slachtschapen Christi (!) heeft de overste Herder de zegekrans en de eerkroon al klaarliggen.

Vragen
1. Wat is de grote verandering, als het om de wet en haar betekenis gaat, voor iemand die uit God geboren is?
2. Wat is het belang van het voegwoord ‘want’ waarmee vers 4 begint en de woorden ‘al wat uit God geboren is’ die daarachter staan?
3. Vergelijk de Bijbeltekst met antwoord 127 van de Heidelbergse Catechismus. Zijn er punten waarvan u zegt dat onze belijdenis dit Schriftwoord navolgt?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Johannes’ brieven (72)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 2010

Kerkblad | 12 Pagina's