Johannes’ brieven (75)

En de Geest is het, Die getuigt, dat de Geest de waarheid is.
1 Johannes 5:6b

De Geest als Jezus’ Kroongetuige
De Zoon van God is gekomen, Jezus is Zijn Naam. Hoe komt een mens aan die wijsheid? Die wordt hem gegéven. Het is de Geest Die getuigt. De Heilige Geest schept duidelijkheid over de Persoon Jezus. De menswording van de Zoon van God is een krachtig getuigenis. Al gaan er kwade stemmen op over Jezus de Christus, de Heilige Geest treedt op als Getuige à décharge. Leugenaars wordt het zwijgen opgelegd. Wat van Jezus in de prediking gezegd wordt, is voluit waar. Johannes beroept zich niet op een reeks Schriftwoorden uit het Oude Testament om de waarheid aangaande Jezus te staven en het leugenachtige betoog van de dwaalleraars daarover te ontzenuwen, neen, de Geest Zelf treedt in het geding als Kroongetuige op: Jezus is de Christus, Jezus is de Zoon van God. Jezus heeft de hoogste Pleiter aan Zijn kant. Dat was te verwachten. Als het om de Identiteit van Hem gaat, dan gaat de hemel open. Over Jezus Christus valt hemels licht. Dat is nodig. Zonder de prediking, zonder de openbaring slaat iedereen, niemand uitgezonderd, de plank helemaal mis. De duivel heeft zijn werk grondig gedaan, duivelskinderen houden de waarheid in ongerechtigheid ten onder. De leugen tiert. De wereld in de duisternis heeft altijd en immer Hulp van buitenaf nodig. De Vader verklaart Wie Hij is: Hij is de Zoon van Zijn welbehagen, Hij is Zijn Geliefde. De Geest is afgedaald, uitgaande van de Vader en uitgestort door de Zoon, Hij spreekt een krachtig woord. De Heilige Geest ontboezemt daadwerkelijk, Hij ontboezemt wat in God de Vader en in Jezus’ Middelaarshart leeft.

Als het om God de Vader gaat, is één tekst genoeg. Zij komt uit de eerste Korinthebrief. Daarin zegt Paulus vastberaden dat hij slechts één voornemen heeft: de verkondiging van Jezus Christus en Dien gekruisigd, Hij is de Heere der heerlijkheid. In verband met die Christus en Zijn werk knipperen Gods kinderen met hun ogen en hun oren tuiten, want dit is nooit vertoond: geen oog heeft dit gezien en geen oor heeft dit gehoord, in geen mensenhart is dit opgeklommen! Neen, het is puur werk Gods. Om tot de kern te komen volgt nu de tekst waarom het gaat: God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods (1 Kor. 2:10). Het is als verricht de Heilige Geest heilig speurwerk in de diepten van God de Vader. Daarmee bezoekt Hij kinderen die bij zoveel ontboezeming van Vaderlijke ontferming niet anders kunnen dan God de Vader liefhebben. Terzijde, toch even Gods doorlopend werk aanstippen, steeds weer de vloeiende lijn van Boven naar beneden: de Heilige Geest doet het werk dat Christus deed. Anders gezegd: de Heilige Geest zet het werk op de aarde voort als Christus Jezus verhoogd is aan Gods rechterhand. Gods werk gaat door. Lees maar: het Woord is vlees geworden en dat Woord is de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is (Joh. 1:18). Wat heeft die Zoon gedaan? Jawel, kostelijke eenheid: Hij heeft de Vader verklaard. De Geest doet het daarna en nu. De verkondiging blijft gaan, de verheerlijking van de Vader wordt voortgezet en vervolgd. Kortom, er is en er wordt een goed getuigenis gegeven van de Vader.

Nu het getuigenis dat van de Zoon gegeven wordt. De Gemeente kon erop wachten. Het Zijne is erop voorbereid. Het komt niet onverwacht. Het getuigenis van Hem volgt, dat is naar Jezus’ eigen woorden en beloften. Het getuigenis van een mens neemt Hij niet aan, maar het getuigenis van de Vader en de Geest heeft Hij (Joh. 5:32). De Heere Jezus belooft Zijn Vader te zullen bidden om een andere Trooster Die zal blijven in eeuwigheid. De Geest zal Zijn discipelen over Hem doen horen. Hij zal getuigenis van Jezus de Christus geven (Joh. 15:26). Hij zal onderwijzen en Hij zal al Jezus’ woorden indachtig maken (Joh. 14:26). Geleid door de Geest komt een mens voor de Rechter Die rechtspreekt: Hij overtuigt van zonde en van gerechtigheid en van oordeel (Joh. 16:8). Hij leidt in de waarheid! Hij spreekt niet van Zichzelf, neen, Hij spreekt wat Hij gehoord heeft. God de Vader en God de Zoon hebben alle aandacht. De Geest heeft alle aandacht voor Hun spreken en de toekomende dingen zullen worden verkondigd (Joh. 16:13). Het klinkt veelbelovend als Jezus afscheid gaat nemen: De Geest der waarheid zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen (Joh. 16:14). Zoals beloofd ontboezemt de Geest een grote Schat: God de Vader zendt Zijn Zoon en de gezonden Zoon leidt kinderen in het hart van de Vader; zij sterven en leven.

Toch een Zelfgetuigenis van de Geest?
De Geest getuigt niet zo af en toe. Neen, nú getuigt de Geest, voortdurend. Hij houdt vol, Hij gaat daarmee door. De Geest is het, aldus de tekst, Die getuigt dat de Geest de waarheid is. Het roept een vraag op, een wezenlijke vraag. Welke? De vraag of de Geest dan toch van Zichzelf getuigt, terwijl de Heere Jezus, zoals hierboven staat, in Johannes 16 gezegd heeft dat Hij dat niet zal doen. Geeft de Geest Zichzelf het getuigenis dat Hij de Waarheid is? Zegt de Geest dat over Zichzelf? Het is moeilijk voor te stellen. Johannes die iedere keer bewijst een trouwe hoorder van de Heere Jezus te zijn, waagt het nu toch niet om andere dingen te zeggen dan zijn Heere en Meester hem heeft geleerd? Het kan gewoon niet waar zijn dat de apostel zijn Leraar voor Wie hij altijd boog hier ‘corrigeert’. Wijkt hij van zijn Heere af? De vertaling zoals die er nu staat plaatst de lezer voor grote moeilijkheden en zij plaatst voor grote problemen. Wie de kanttekeningen bij de Statenvertaling gebruikt, ziet meteen dat de kanttekenaren het probleem ook hebben onderkend. Er staat namelijk bij de tekst geschreven dat het hier niet om de Heilige Geest Zelf gaat maar: dat is de leer des Evangelies, dat Jezus is de Christus, welke leer geest genaamd wordt, 2 Kor. 3:6. Geest wordt dan in sommige Bijbeltjes met een kleine letter geschreven. Wie zich eerlijk tegenover de tekst verantwoordt, erkent dat de manier van uitleggen op deze manier wel een beetje gekunsteld is. Het is natuurlijk zondermeer waar dat de leer van het Evangelie van Jezus Christus de waarheid is. Daar is geen speld tussen te krijgen. Dat mag en kan nooit worden ontkend. De vraag is wel of dát hier staat. En het antwoord daarop moet eigenlijk ontkennend zijn. Het is niet aannemelijk dat dát er staat. Het ligt niet voor de hand dat Johannes dat bedoelt. Het is beter om aan te nemen dat Johannes tweemaal over de Heilige Geest schrijft: het is de Geest Die getuigt en het is de Geest Die de waarheid is. Maar dan rijst de vraag: Hoe zijn deze beide uitspraken, gedachtig aan Jezus’ zeggen dat de Geest niet van Zichzelf getuigt, dan te verbinden? De sleutel voor het verstaan van de woorden moet in het kleine woordje liggen dat met ‘dat’ is vertaald. Daarin moet de oplossing te vinden zijn voor de moeilijkheid die geconstateerd is.

De Geest is de betrouwbare Getuige
De Griekse tekst biedt de mogelijkheid tot een andere vertaling waardoor er geen enkel probleem is en de tekst heel nauw aansluit bij Jezus’ eigen woorden die in het Johannesevangelie staan. Hoe dan? Door te vertalen: en de Geest is het Die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. De Kroongetuige is gezonden en geroepen. Omdat mensen aards zijn en aards denken, is een Helper van Boven nodig voor het betrouwbare getuigenis. Een betrouwbare Getuige om zielen te redden. Hij, de Heilige Geest, is het Einde van alle tegenspraak!! Hij wordt door Jezus Zelf de Geest der waarheid genoemd, Die zal van Hem getuigen! De Geest spreekt alleen maar de waarheid, en kan die slechts spreken, omdat Hij de waarheid is. Calvijn legt dit vers in die betekenis uit als hij schrijft dat de Geest de gelovigen verzekert en ‘opdat hun geloof niet wankele, zo doet hij daarbij dat de volle en grondige vastigheid bestaat in het getuigenis van de Geest, want de Geest wordt de waarheid genoemd, omdat Zijn autoriteit buiten twijfel is’. Waarheid komt niet uit mensen op, zij komt van Boven en daar vandaan alleen! De kwestie is helder: Gods Geest weet waarover Hij spreekt, Hij weet van Waaruit Hij leert. God alleen heeft het recht van spreken: Wij spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien hebben (Joh. 3:11). Ook al neemt niemand dat getuigenis aan, het doet aan de waarheid van Ons getuigenis niets af. Is Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven, Gods Geest is ook de Waarheid. Heeft de Vader gezegd dat Jezus Zijn Zoon is, heeft de Zoon gezegd dat Zijn Vader Hem gezonden heeft, de Heilige Geest verklaart dat Jezus de Zoon van God is, de Christus naar Wie is uitgezien en om Wie is geroepen. Voor het waarachtig getuigenis over Jezus is de wereld op Gods Woord en Zijn Geest aangewezen! Niet meer en niet minder. Degenen die beweren dat Jezus niet de Zoon van God is zijn gebóren leugenaars! De Bijbel bevat deze geboorteakte van alle mensen. Gods Geest, gezonden door de Vader en de Zoon, Die de waarheid en Die de waarachtige Getuige is, is daarentegen en daartegenover Jezus’ Kroongetuige! De Geest stelde het ook op Schrift. Hij grift het in kinderharten. Degenen die geloven en belijden dat Jezus is de Christus, dat Jezus is de Zoon van God, dat Jezus is de Heere, zijn wedergeboren waarheidskinderen.

Vragen
1. Waarom heeft de Heere Jezus Christus de Heilige Geest als Kroongetuige nodig?
2. Wat ontboezemt de Heilige Geest over de Vader en wat over de Zoon?
3. Wat zou u het eigenlijke werk van de Heilige Geest noemen?
4. Waarom hebben wij de Heilige Geest als inwendige Getuige nodig?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen