Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de kerk en de gemeenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de kerk en de gemeenten

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuw kerkgebouw voor Woudenberg
Opnieuw mocht een der gemeenten op de puinhopen van de vaderlandse kerk een eigen kerkgebouw uit de hand van de Koning der kerk ontvangen en daarmee in normaler vaarwater terechtkomen als het gaat om de praktijk van het kerkelijke leven. Niet langer te hoeven bijeenkomen in een noodlocatie is een dankbare zaak. De gemeente van Woudenberg heeft op vrijdagavond 12 maart 2010 officieel haar nieuwe kerkgebouw in gebruik genomen dat de naam Maranathakerk heeft gekregen. Zondag 14 maart werden er de eerste reguliere erediensten gehouden. Het gebouw is een voormalige sporthal, in maart 2009 voor circa één miljoen euro gekocht en vanaf september verbouwd tot kerkgebouw. De kerk heeft een kleine zeshonderd zitplaatsen en bevat een vijftal zalen voor het overige gemeentewerk. De kosten voor verbouwing en inrichting bedragen eveneens een slordige miljoen euro. De gemeente Woudenberg telt in totaal zo’n zevenhonderd leden en doopleden. Tot op dit moment is dominee C.J.P. van der Bas de pastor loci. Deze heeft inmiddels het beroep naar de Zeeuwse gemeenten Kruiningen en Tholen aangenomen. Hij zal binnenkort bevestigd worden in deze gecombineerde gemeenten.

Het catechetisch onderwijs volgens Dordt (I)
Onlangs is in deze rubriek een onderwerp aangesneden waarover nog wel een en ander valt te zeggen, namelijk de Catechismusprediking in de (vacante) gemeenten. In dat verband liet ik u meelezen in De Dordtsche Synode van 1618-1619, ter gedachtenis na driehonderd jaren. Daaruit werd de bekende autoriteit met betrekking tot de Dordtse Synode dr. H. Kaajan ter zake geciteerd. Over het hieraan verwante onderwerp van het catechetisch onderwijs schrijft hij ook. We laten ook daarover eerst de stem van Dordt door hem vertolkt lezen. Hij vat dus samen wat hierover op de Dordtse Synode is gezegd. Hieronder vindt u een begin dat roept om een vervolg.

‘Niet alleen in de predikatie, ook door catechisatie was onderwijzing in de gronden der christelijke religie nodig. Daarom werd ook het vraagstuk der catechese met ernst aan de orde gesteld en door de preses, ds. Johannes Bogerman, met een zeer geleerde rede bij de vergadering ingeleid. “Catechese”, zo betoogde hij, “was een oud gebruik door God bevolen, reeds onderhouden door de patriarchen en door de apostelen en goedgekeurd door de overeenstemming van de zijde der vaderen. Uit de nalatigheid in het catechiseren sproot de onwetendheid van de gemene man en de veelheid der sekten. Vooral nu was de behoefte aan catechetisch onderwijzing groot daar de Jezuïeten ook niet stil zaten. Juist door het verzuim in het catechiseren was de toorn Gods over Zijn volk gekomen, gelijk uit de remonstrantse troebelen duidelijk bleek.” Eerst werd gehandeld uitsluitend over de wijze van catechiseren maar weldra werd ook over het leerboek iets in het midden gebracht. De buitenlandse afgevaardigden, eerst om advies gevraagd, gaven allerlei goede raad en hun adviezen hebben op het synodebesluit niet geringe invloed uitgeoefend.

Praktische aanpak van de catechese
Zo spraken zij over het indelen van de leerlingen in drie groepen: kinderen, knapen en meisjes én jongelingen en jongedochters. Zij maakten onderscheid tussen drieërlei catechisatie: in de huizen door de ouders, in de scholen door de onderwijzers en in de kerken door de predikanten en catechiseermeesters. Zij bevalen ook meer dan één catechismus aan, namelijk ook kleinere boekjes voor de kinderen op de scholen en voor de min-ontwikkelden. Zij bepleitten het belonen van die kinderen die goede vorderingen maakten. Sommigen adviseerden de onwilligen met geldboeten te straffen. Anderen wilden dat de predikanten bij huwelijksaanvragen eerst de trouwlustigen zouden onderzoeken in hun religieuze kennis om, mocht deze tegenvallen, bij hen het trouwen nog een beetje uit te stellen (!). Bij de toelating tot de Dis des verbonds wilden ze dat eerst een onderzoek naar de catechetische kennis zou worden ingesteld alsmede voor het staan als getuigen bij de doop. Sommigen waren er voor het catechetisch onderwijs ook tot de ouders uit te strekken, zij het dan niet in presentie van de jongeren. Ook achtten zij het raadzaam veel te repeteren, alles goed uit te leggen opdat het gememoriseerde ook werd begrepen en vooral veel bewijsplaatsen uit de Heilige Schrift te laten leren waaruit tevens kon blijken dat de catechismus op Gods Woord is gegrond. Men had het stellen van verwarde, schoolse en curieuze vragen te vermijden daar het vooral aankwam op de grondige leer der godzaligheid en haar nut in leven en in sterven. De al te lange antwoorden had men te splitsen en goed te ontvouwen.

De binnenlandse afgevaardigden sloten zich bij deze adviezen grotendeels aan. Enkele punten brachten zij nog ter sprake. Zo drongen zij aan op een behoorlijk salaris voor de schoolmeesters en stelden zij voor nu reeds een kort begrip te ontwerpen voor schoolgaande kinderen en min-ontwikkelden waarbij door de Zeeuwse kerken gewezen werd op het Kort Begrip van ds. Faukelius. Zij wilden het schooltoezicht vooral zien opgedragen aan de predikanten in gezelschap van een ouderling en een overheidspersoon. Vooral werd door hen de huiscatechisatie door de ouders bepleit. Bij de onderwijzers moest men bovenal letten op vroomheid en gezondheid in de leer. Aan de academiën moest door één der hoogleraren les gegeven worden in het catechiseren. De schoolmeesters moesten op school de kinderen vragen wat ze van de catechismusprediking hadden onthouden. Voor armen en dienstbaren moest er op de scholen kosteloos onderwijs zijn. In de onderzoeking des geloofs moesten alle predikanten eenzelfde wijze onderhouden. Voor de huisgodsdienstoefeningen hadden sommigen gaarne een handleiding, door de synode op te stellen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Uit de kerk en de gemeenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2010

Kerkblad | 12 Pagina's