Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het catechetisch onderwijs volgens Dordt (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het catechetisch onderwijs volgens Dordt (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige nummer nam ik uit De Dordtsche Synode van 1618-1619, ter gedachtenis na driehonderd jaren voor u over hetgeen dr. H. Kaajan over het catechetisch onderwijs schrijft. Hieronder vindt u het vervolg. De tussenkopjes zijn van mij.

‘De Remonstranten vonden de Heidelberger veel te moeilijk voor de jeugd om te begrijpen en veel te groot om van buiten te leren. Op het begrijpen kwam het aan. De vragen en antwoorden moesten alleen lopen over die dingen welke ter zaligheid te weten nodig zijn en uitsluitend bestaan uit Schriftuurplaatsen. Bij de discussie werd echter den Remonstranten gezegd dat het ontwerpen van een catechismus louter uit Schriftuurplaatsen bestaande een echt middel was om ganselijk alle andere manieren van catechiseren in de kerk uit te roeien daar er nooit zulk een geloofsformulier of catechismus was uitgedacht. Sommigen wilden ook nog dat aan de catechismusprediking niet alleen de woorden van de catechismus maar ook een of andere Schriftuurplaats waarop de leer van de catechismus was gegrond zou worden voorafgegaan, maar geantwoord werd dat deze gewoonte sinds lang in onbruik was geraakt en nu niet meer geschikt kon worden ingevoerd.

De Dordtse Synode besluit over het catechiseren
Het besluit dat de synode nu nam, was kort samengevat het volgende: Er moet drieërlei wijze van catechiseren zijn:
~ in de huizen door de ouders
~ op de scholen door de schoolmeesters en
~ in de kerken door de predikanten, ouderlingen en voorlezers of ziekenbezoekers.
De overheid en allen wien het toezicht over kerken en scholen is opgedragen, moet men bidden en vermanen deze zaak te behartigen.

De taak der ouders is hun kinderen en hun gezin in de beginselen der christelijke religie naar ieders bevatting zeer getrouw te onderwijzen, tot de vreze des Heeren op te wekken, de voornaamste teksten uit de Heilige Schrift hen van buiten te laten leren en hen aldus voor de catechisatie op de scholen voor te bereiden. Ouders die hierin nalatig zijn moeten vermaand worden en indien nodig door censuur tot hun plicht worden gebracht.

De taak der schoolmeesters. Overal moeten er scholen gesticht worden en de overheid moet de schoolmeesters van behoorlijk salaris voorzien. Dezen moeten mannen zijn die lidmaat zijn der Gereformeerde kerk, vroom van leven en in de leer van de catechismus goed thuis. Ze moeten de Nederlandse belijdenis en de catechismus ondertekenen. Minstens twee dagen in de week moeten zij al hun leerlingen oefenen, niet alleen in het van buiten leren maar ook in het recht begrijpen van de catechismus. Daarvoor is drieërlei leerboek nodig: een klein boekje voor de kleine kinderen; een kort uittreksel uit de Heidelberger voor de iets meer gevorderden; de Heidelberger voor de ouderen. Andere boeken zullen in de Nederlandse scholen verboden zijn. Ook zullen de schoolmeesters hun scholieren vooral naar de catechismuspredikatie geleiden en hen over het daar gehoorde nauwkeurig ondervragen. Het toezicht op de scholen zal staan bij de predikanten, vergezeld van een ouderling en indien nodig van een overheidspersoon.

De taak der predikanten. Zij moeten uit de catechismus prediken, maar niet te lang en zó dat daarbij rekening wordt gehouden met het bevattingsvermogen niet alleen van de ouderen maar ook van de jeugd. Wenselijk is dat de predikanten de catechismus zelf op de scholen repeteren. De ouderen die nooit ter schole gingen of daar te weinig hebben geleerd, moeten door de predikant alle week in de hoofdstukken der leer onderwezen worden. Zij die zich ten Avondmaal willen begeven, moeten drie of vier weken van tevoren meermalen en naarstig onderricht worden. De predikanten zullen tot deze catechisaties alleen hen roepen die enige vrucht beloven en om de zaligheid hunner ziel bekommerd zijn. Bij getrouwheid der predikanten zal het geloof vermeerderen en de bloei der kerken toenemen.

Een commissie zorgt voor catechisatieboekjes
Nu werd een commissie benoemd om nieuwe boekjes naast de Heidelberger te ontwerpen, maar haar werd opgedragen zoveel mogelijk te blijven bij de woorden van de grote catechismus. In deze commissie werden benoemd Gomarus, Polyander en Thysius (hoogleraren), Faukelius (de ontwerper van het Kort Begrip), Lydius (pastor loci) en Udemannus (een Zeeuws predikant). Eerst in de 177e zitting (na het vertrek der buitenlanders) diende deze commissie twee concepten in. Maar de synode legde eenvoudig beide ontwerpen terzijde en beval boekjes aan die reeds in de kerken een zeker burgerrecht hadden verkregen, namelijk het ABC-boek en het Kort Begrip van ds. Faukelius (in 1608 ontworpen). Men was bevreesd dat door het instellen van nieuwe vragenboekjes de Heidelberger in verachting zou komen daar de Remonstranten reeds beweerd hadden dat de Heidelberger voor het catechetisch onderwijs zo goed als onbruikbaar was. In de 145e zitting had de synode feitelijk al verklaard dat de Heidelbergse Catechismus ook geschikt was voor ‘de bevatting der tedere jeugd’. Zo waren er dus drie catechisatieboekjes: 1. De Heidelberger Catechismus; 2. Het ABC-boekje (Haneboekje) en 3. Het Kort Begrip van Faukelius, door de synode als “aanbevelenswaardig” vermeld en sedert 1637 in de kerkboeken opgenomen.

Door al deze besluiten heeft de synode blijk gegeven een open oog te hebben voor een groot en kostelijk belang der opvoeding. Al hadden onze vaderen niet dat helder inzicht in het juiste begrip van catechese als wij thans hebben; al was de schoolmeester in die dagen de onderdanige dienaar van de predikant die zelf slechts als school-inspector optrad; al werd de rechte verhouding tussen kerk, school en huisgezin zelfs minder goed begrepen; al was het catechetisch onderwijs toen wel wat eenzijdig in de keuze der leerstof, altijd weer treft ons de ernst en de trouw waarmee de zaak van de onderwijzing der jeugd werd behartigd zodat een groot deel der gemeente lange tijd werkelijk kon meeleven in de grote vraagstukken van het religieuze en theologische leven. Door catechismusprediking en onderwijzing der jeugd in de catechismus hebben de Gereformeerden jarenlang een rijk gezegende invloed op het volksleven kunnen uitoefenen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Het catechetisch onderwijs volgens Dordt (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 2010

Kerkblad | 12 Pagina's