Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De blik van Jezus!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De blik van Jezus!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheüs!
Lukas 19:5

‘Opwaarts ziende zag Hij hem.’ De Heere was Zacheüs gevolgd en zo volgt Hij al Zijn uitverkorenen. Hij beschermt hun leven, want ze zijn geboren om wederomgeboren te worden. En dat is een eenzijdige Godsdaad, waarin de uitverkoren zondaar geheel lijdelijk is.
Zacheüs was in de hoogte en Jezus in de laagte, de omgekeerde wereld. Hoe wordt het ooit omgekeerd?

Vrienden, we staan een voet te hoog, we zijn geen verloren mensen in eigen oog. Dat is ons beeld. En weet u wat er aan ons mankeert? We zien het niet, we belijden en bewenen niet de verlorenheid van ons verstand, onze wil, onze begeerte, onze kracht, onze ongerechtigheden, onze verdoemelijkheid. Wij bewenen de verlorenheid van onze persoon niet. Zacheüs verliest zichzelf. Wij denken vaak en misschien u ook wel: Hoe komt het toch dat de Heere Jezus niet tot mijn ziel nadert? Het komt doordat we niet alles hebben losgelaten en voor God in de schuld zijn gevallen. We kennen de betekenende zaak niet van het Woord: ‘Want de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.’ Zacheüs begeerde Jezus te zien, maar als het daarbij gebleven was, dan was het nog verloren geweest. Want ook de schare begeerde Jezus te zien. Wij kunnen bepaalde oude schrijvers, sprekers, kerkdiensten begeren zonder hartvernieuwende genade. Laten we onszelf niet bedriegen voor de grote eeuwigheid!

We lezen in onze tekst: ‘Jezus zag Zacheüs aan’ en daarin lag het voor hem. Geliefden, de zaligheid is voor ons een verborgenheid; ze moet aan ons geopenbaard worden. Laat het ons tot waarschuwing zijn dat de hel vol ligt met mensen die het verstandelijk wel goed wisten, maar voor wie het geestelijk een verborgen zaak is gebleven. Gevaarlijk als dat verstandswerk gepaard gaat met tranen en gemoedsaandoeningen. Zoals iemand met tranen in de ogen een roman kan lezen, zo kan het een mens ook gaan als hij bijvoorbeeld een bekeringsgeschiedenis leest en daardoor meent er ook kennis van om te dragen in het hart. Het moet door Gods lieve Geest onderwerpelijk toegepast en verklaard worden aan het hart. De Heere Christus staat stil en dan klinkt Zijn Goddelijke stem: ‘Zacheüs!’ Hieruit blijkt dat de Kenner der harten ook de namen van de Zijnen kent. Hier toont de Heere dat Hij de Alwetende is, de Zoon van God, voor Wie niets verborgen is. Hij spreekt hen bij name toe. Zacheüs waagt het niet tot Jezus te gaan. Daarvoor kent hij zichzelf te goed. Maar dat Deze naar hem uitziet, naar hem vraagt, och, dat gaat zijn gedachte te boven. Hier gaat in vervulling: ‘En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen, en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd, en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.’

Zacheüs! De Heere noemt Zijn schapen bij name en dan is de roeping inwendig. Dan komt God in de Zoon van Zijn eeuwige liefde. Hij heeft Zichzelf verklaard in Zijn gunst, liefde en genade en gezegd: ‘Ziet, hier ben Ik!’ Dan is de roeping ook krachtdadig. De aanbiedende hand van God in Christus heeft de hand van de uitverkoren zondaar, die krachteloos langs zijn lichaam hangt, aangegrepen en nu ontvangt deze hand. Ze ontvangt wat God haar aanbiedt, dat is de Heere Jezus Christus. Ze ontvangt Zijn gunst, liefde en genade in de Zoon van God, vergeving van zonden en reiniging van het hart. En dan is de roeping ook onwederstandelijk en die is niet tegen te houden, wel tegen te werken. De Heere trekt en de ziel laat zich trekken. Hier gaat het Woord in vervulling: ‘Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.’

Ligt het zo ook geestelijk verklaard in de ziel? Dit ligt onderscheiden van de uitwendige roeping die tot allen komt die verkeren onder Gods Woord. Het voorrecht dat u mag opgaan onder de bediening van Gods Woord mogen we niet onderschatten. Hoevelen zijn er niet van verstoken? We mogen het ook niet overschatten door te menen dat we beter zijn dan de ander die niet opgaat naar de kerk, of dat we ons met een uitwendige godsdienst tevreden mogen stellen en menen dat het om deze reden wel goed met ons zal komen. Nee, we moeten gelijk als Zacheüs door en tot God bekeerd worden. Dat betekent: bij onze naam geroepen worden: ‘En de Heere zei tot Adam: Waar zijt gij?’ Zo komt de Heere Zijn volk te roepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Als God Zijn Geest paart aan Zijn Woord, dringt het door tot in de ziel. Dat wordt genoemd: een toepassing bij God vandaan. En dat wensen we elkaar van ganser harte toe te beleven. Want wie de stem van de Zone Gods gehoord heeft, die zal leven! Ja, zo is het en niet anders. Het gaat om de Waarheid die beleefd wordt. Zie Psalm 66 vers 8 (berijmd): ‘Komt, luistert toe … hoort, wat mij God deed ondervinden …’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

De blik van Jezus!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2010

Kerkblad | 12 Pagina's