Kwalijk bidden

Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.
Jakobus 4:3

Hoe zou het komen dat er gebeden zijn, die niet verhoord worden? U bidt al jarenlang om gezondheid. Dan kunt u eindelijk eens een verre vakantiereis maken. Jij vraagt iedere dag om een andere baan, die meer verdient. Maar er gebeurt niets. U hoort en ziet hoe de Heere anderen geneest of verder helpt, maar u gaat Hij voorbij. Vanbinnen geef je God de schuld. Onder degenen aan wie Jakobus zijn brief schrijft, zijn er ook die bidden, maar niet ontvangen. Hij weet hoe dat komt. Ze bidden kwalijk. Wat is dat? Kwalijk of verkeerd bidden is bidden met een verkeerd doel: ‘opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.’ Met die wellusten wordt niet alleen bedoeld wat er in het volgende vers staat, namelijk overspelers en overspeelsters. Wellusten is eigenlijk alles waarin je ontrouw bent aan de Heere, Die recht op je heeft. Je hebt geen lust om Hem te dienen. Het bevredigen van je eigen wereldse begeerten staat bovenaan. Net zoals die verloren zoon uit de gelijkenis: ‘Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij toekomt.’ In dat vergelegen land heeft hij zijn goed doorgebracht door overdadig te leven. En toen alles op was, bleef er niets over … Het ik-gerichte gebed laat een verschrikkelijke leegte over. Kwalijk bidden is bidden met allerlei zelfbedoelingen. Je wilt je eigen leven verrijken en veraangenamen. Je eigen verlangens dring je op aan God. Je eigen wil geef je voorrang boven die van God. Zo’n gebed is een reukoffer dat een walgelijke geur verspreidt voor God.

We kunnen ook op een verkeerde manier om goede dingen bidden. U bidt al heel lang om bekering tot God, maar wilt u wel bekeerd worden? Je wilt wel in de hemel komen, maar niet om daar de God van de hemel te ontmoeten. Het gebed om vergeving van zonden klinkt dagelijks uit uw mond, zonder dat u werkelijk berouw heeft, uw zonden laat en ertegen strijdt. Als onze gebeden niet verhoord worden, kan dat vanwege kwalijk bidden zijn, volgens Matthew Henry in zijn Bijbelverklaring: ‘hetzij wij niet vragen met het rechte doel of op de rechte wijze, of niet gelovig en met aandrang bidden. Ongelovige en koele gebeden vragen om weigeringen.’

Wat is het doel van ons bidden? Bidden we om er zelf beter van te worden of gaat het ons door genade in alles om de eer van God? Gaat het ons om de zegeningen of om de Zegenaar? Bent u nog zo’n kwalijke bidder, dan moet u niet stoppen met bidden. Dat zou de satan wel willen. Uw gebed wordt niet afgewezen omdat u te veel aan de Heere vraagt. U vraagt juist veel te weinig. Alleen voor uzelf, voor je eigenbelang en dat is in Gods ogen te weinig. Maar Hij kan van kwalijke bidders ware bidders maken. Een ware bidder vraagt meer.

Het tegenovergestelde van kwalijk bidden is waarlijk bidden. Dat is bidden naar God toe. Gestorven aan alle eigenbedoelingen. Bidden zonder enig recht op verhoring, integendeel. Waarlijk bidden is met het offer van een gans verbroken en door schuldbesef getroffen en verslagen geest bidden tot God om God, de Bron van alle goed, omdat we Hem niet meer kunnen missen. Al zou Hij ons dan alles onthouden, als Hij Zichzelf maar aan ons openbaart in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus.

Als we waarlijk om iets bidden, betekent het ook niet altijd dat we het krijgen. De Heere weet wat het beste voor ons is. Soms wordt het gebed later of op een andere wijze verhoord. God vervult niet al onze wensen, maar wel al Zijn beloften, die in Christus ja en amen zijn. Op de leerschool van de Heilige Geest wordt kwalijk bidden afgeleerd en waarlijk bidden geleerd. Steeds weer en steeds meer. Waarlijk bidden begint met het gebed: ‘Heere, leer ons bidden.’ De tollenaar uit de gelijkenis bad een waar gebed. Het was kort, maar echt. Geen lippentaal, maar hartentaal: ‘O God, wees mij zondaar genadig.’ In zo’n gebed ligt ook alles opgesloten, wat nodig is voor tijd en eeuwigheid. Of zoals die verloren zoon thuis kwam: ‘Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden.’ Daar komt Gods kind z’n leven lang niet bovenuit. Bidden we al mee met die tollenaar? Schuldig en ootmoedig. Houd maar aan, want zo’n gebed heeft God nog nooit afgewezen. Wat mag het voor zulke bidders meevallen. Die tollenaar ging gerechtvaardigd af naar zijn huis. En dat alles om de zoen- en kruisverdienste van Sions betalende Borg. ‘Hij maakt op hun gebeden, gans Israël eens vrij, van ongerechtigheden; zo doe Hij ook aan mij!’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen