Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tranen (deel 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tranen (deel 3)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We luisteren naar wat Alexander Whyte schrijft over heer Natte Ogen, die we tegenkomen in Bunyans Heilige Oorlog.

‘Zo helder als tranen’, zo prezen de Perzen de heerlijkste waterfonteinen aan. Maar Natte Ogen zou het met die uitdrukking niet eens zijn geweest. Hij zei: ‘Ik zie vuil in mijn tranen en onreinheid op de bodem van al mijn gebeden.’ Natte Ogen is in onze ogen een hopeloos geval. Hij is bijna onuitstaanbaar. Hij zou de grootste heilige nog zijn geduld doen verliezen. Hij is nooit tevreden en hij is nooit gerust, hij blijft altijd maar moeilijk doen, die Natte Ogen. Met die man is het onmogelijk uit te houden. De allerbeste gebeden en tranen, zoals de grootste heilige die nog niet zou voortbrengen, schieten in de ogen van Natte Ogen nog tekort. Tranen, waar wij ons mee zouden vertroosten en verzekeren, zelfs lange tijd nadat we ze vergoten hebben, over die tranen weent hij nog, zoals wij zouden wenen over onze grootste zonden. Zijn bidvertrek maakt al zijn schoonheid tot verderf en al zijn gerechtigheden tot gescheurde vodden. Geen wonder dat iedereen zo’n man uit de weg gaat. Behalve Ontwaakt Verlangen. Hij zei tegen de burgers van stad Mensenziel: Ik wil prins Immanuël uw smeekschrift aanbieden, maar op één voorwaarde: dat Natte Ogen met me meegaat. En zo ging daar die onafscheidelijke tweeling, droefheid over de zonde en een honger naar heiligheid, hand in hand naar het paleis van Immanuël. Ontwaakt Verlangen met een koord om zijn nek en Natte Ogen met ineengewrongen handen. Zo gingen ze op weg.

U zegt dat u niet zoveel vuil kan ontdekken op de bodem van uw gebeden? Ik weet wel hoe dat komt. Omdat u niet de ogen van Natte Ogen hebt. Als u zijn ogen zou hebben en u zou dan op uw gebeden en tranen uw natte ogen richten, dan zou u hem gaan begrijpen. Dan zou u van hem gaan houden. Dan kiest u de kant van die ontroostbare ziel. Dan wilt u niemand anders liever meenemen als u prins Immanuël uw smeekschriften gaat aanbieden. Lees die boeken die erop gericht zijn om gebroken harten te maken. Natte Ogen, die goede, beste man, was zo bang dat hij nog niet genoeg verbroken was. Hij snikte: ‘Goede lieden hebben soms slechte kinderen en de oprechten krijgen dikwijls huichelaars.’ Het zijn juist de oprechten, die zo vaak vrezen dat ze onoprecht zijn.

Na nog verder aan Natte Ogen allerlei lessen ontleend te hebben, besluit Whyte met een indringend woord. ‘Geestelijke prediking, recht toe recht aan, inwendig, toetsend, bevindelijk. Prediking voor een hart dat worstelt om heiliging. Prediking voor mensen wier leven er geheel op gericht is om zich een nieuw hart te maken (Ezech. 18:31). Dat soort prediking wordt in onze dagen (1870) nauwelijks meer gevonden. Er is op de kansels wel veel geleerdheid, grote welsprekendheid en grote ernst, maar bevindelijke prediking, prediking naar het hart, prediking met tranen (‘wet-eyed’ preaching, vgl. Hand. 20:31) is iets wat verdwenen is. Maar, al is die prediking in onze tijd opgeborgen en verdwenen, de boeken van geestelijk rijkere tijden zijn onder ons gebleven. En ons geestelijk gezinde volk is gelukkig niet veroordeeld om alleen ons, predikanten, aan te horen. Ze zijn niet van ons afhankelijk. Ik kan niet preken zoals ik zou willen, maar kan u wel zeggen wie het wel kunnen, al zijn ze gestorven. Maar ze spreken nog tot ons door hun onsterfelijke boeken. U hebt nog de natte-ogen-psalmen, al gaan ze voor de meeste mensen te diep. We verstaan hooguit hun oppervlakkige betekenis. We lezen en zingen ze allemaal, maar laten we daarom niet denken dat we ze ook verstaan. Daarom raad ik u dringend aan, om die boeken te lezen die te zijner tijd en onder Gods zegen, u zullen leiden in de diepte van de Psalmen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Tranen (deel 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

Kerkblad | 12 Pagina's