Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes’ brieven (92)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes’ brieven (92)

Deel 2

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch wij weten dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij de Waarachtige kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven.
1 Johannes 5:20

Persoonsverheerlijking
Het eerste deel van de tekst is bekeken: Christus geeft inzicht. De juiste kijk en de zuivere geestelijke kennis is een kwestie van openbaring. Niet meer en niet minder. Het strekt tot Gods eer. Een goed inzicht is Persóónsgebónden! Het gaat om goed onderscheidingsvermogen: de Waarachtige wordt gekend! Dus Persoon. We dragen derhalve zeer bijzondere kennis met ons mee. Het Waarheidsgehalte is hoog, honderd procent: de Waarachtige. Geen krasje valsheid of onechtheid. De leugens van mensen zijn door Hem achterhaald, alsook zijn – we zijn innerlijk overtuigd – de onware afgoden ingerekend en uitgerangeerd. De omgang met Gods Zoon is niet abstract en we zijn niet in het onzekere gelaten: wij kennen de Waarachtige. Met de gekregen kennis van Hem durven we gerust van Persoons-verheerlijking te spreken: Ere wie ere toekomt. De kennis is wonderbaar. De kennis is hoog. We kunnen het wonder niet op, dat we Hem mógen kennen, dat de waarheid aan het licht is gebracht en de Waarachtige ons leven is binnengekomen. Een rijke ervaring, daadwerkelijk een ont-dekking, een reële gewaarwording. Gaat het om de Persoon, om de Waarachtige, dan zou een reeks van daden kunnen worden opgesomd, dan zijn wij voorlopig niet klaar. Maar bij en in dat alles zitten we in het hart van de heilszaak: God de Vader! Met Johannes houden we ons aan de hoogstaande belijdenis: We hebben kennis aan God en we hebben kennis van God, want de Heere heeft de omgang met ons gezocht en ons Zichzelf als de Waarachtige bekendgemaakt. Hij heeft er de Zoon voor naar de wereld gezonden! Met de komst van Gods Zoon is ons kennis van God Zelf gebracht. Ja, kennis van God de Vader wordt gebracht, waartoe de Zoon Zich geroepen weet: de Vadernaam verheerlijken (Joh. 17). De kennis en het inzicht die Christus geeft, heeft alles met de Vader te maken. De wil van de Vader is heilig. De verkiezing door de Vader is geleerd. Gelovigen krijgen weet van de Bron van hun zaligheid. Zij zijn gezegenden van God de Vader. Ze ontvangen de beste en onmisbare Gids, de Heilige Geest. Het is hier niet de plaats om heel breedvoerig de kennis van de Waarachtige te omschrijven. Als maar wel bedacht wordt en erkend dat er een ellenlange preek over te houden is. Een preek die niet spreekt over de dingen, maar vanuit de dingen, zaken die vanuit de hemel gebrácht zijn.

Vader en Zoon: de Waarachtige en de Waarachtige
Johannes trekt er in zijn slotakkoord nog een register bij: en wij zijn in de Waarachtige, in Zijn Zoon Jezus Christus. ‘Zoete banden die mij binden aan en met de Heere Zelf!’ Ongedachte intimiteit. Duizelingwekkende werkelijkheid. De apostel schrijft bij nauwkeurige lezing over verhoudingen waarvan te zeggen is: het is waar, maar doorgronden kunnen we het niet. Elke oplettende lezer ontgaat in de eerste plaats het diepe geheimenis van de eenheid van de Vader en de Zoon niet. De Heilige Geest leidt daarin. Hierboven is God de Vader nadrukkelijk naar voren geschoven, zonder eigenlijk te zeggen waarom. Dat volgt nu nog. De beklemtoning van God de Vader als de Waarachtige komt namelijk voort uit de inhoud, uit het beschouwen van de hele tekst. Kijk goed mee. Eerst lezen we even in het Johannesevangelie om iets over die eenheid te horen. Daarin schreef de evangelist zulke geweldige dingen op, door de Heere Jezus Zelf gezegd. Hijzelf getuigde ten tijde van Zijn gebed in zeer rijke en ondubbelzinnige bewoordingen dat de Vader en Hij één zijn (Joh. 17). Meer dan eens wierp de Heere predikend het geheimenis van de eenheid van de Vader en de Zoon erin en confronteerde Hij Zijn hoorders ermee. Wie in het voorleeslokaal van Johannes zit en daar naar zijn Evangeliebeschrijving luistert, moet daarvan onder de indruk komen. In één brandpunt van openbaring citeren we die werkelijkheid: Die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien (Joh. 14:9c).

Welnu, die eenheid kenmerkt ook de tekst die we onderzoeken. Dat wordt ons duidelijk als we op het bezittelijke voornaamwoord ‘Zijn’ letten. De gelovigen bevinden zich in de Waarachtige, in Zijn Zoon Jezus Christus. Het bezittelijk voornaamwoord ‘Zijn’ zal moeten worden betrokken op ‘de Waarachtige’ zoals Hij buiten kijf de eerste keer in dit vers staat en dat kan niemand anders dan de Vader zijn. De Zoon is kennelijk ook de Waarachtige genoemd zoals de Vader in het versdeel daarvoor. De Statenvertalers hebben in hun vertaling verduidelijkt dat in het tweede geval met de typering ‘de Waarachtige’ de Zoon wordt bedoeld. Zij voegen achter ‘de Waarachtige’, wanneer die naam weer gebruikt wordt, het woord ‘namelijk’. Tussen ‘de Waarachtige’ en ‘Zijn Zoon’ schuiven zij ‘namelijk’ in om aan te geven dat met deze beide aanduidingen dezelfde Persoon is bedoeld. Zij kiezen niet voor de gedachte dat Johannes hier in dit versdeel aan twee Personen denkt: de gelovigen zijn met het noemen van ‘de Waarachtige’ in de Vader én daarna genoemd zijn zij dat ‘in Zijn Zoon’. In een vertaling wordt in dit geval ‘en’ erbij geschreven in plaats van ‘namelijk’. Op zich is die gedachte van ‘in de Vader zijn en in de Zoon zijn’ niet fout, want in hoofdstuk 2 van de brief schreef de apostel dat (vers 24). Het is onbetwist dat wij in de Vader zijn omdat wij in Zijn Zoon zijn. Het maakt overigens voor de beschrijving van de ‘Vader-Zoon eenheid’ niet veel uit. Want of in dezelfde benaming van ‘de Waarachtige’ is de eenheid tussen de Vader en de Zoon onderstreept, of door het dubbel gebruik van het voorzetsel ‘in’ gebeurt het: gelovigen zijn in de Vader doordat zij in de Zoon zijn. Een eindeloze discussie is daarom niet nodig.

In Zijn Zoon Jezus Christus
Het ‘zijn in Zijn Zoon Jezus Christus’ is nog even nader te bekijken. Want in de tweede plaats is er de diepe eenheid van Christus met de gelovigen. Volledigheidshalve: door de Geest der eenheid. De gelovigen hebben gemeenschap aan Christus (vgl. HC vraag en antwoord 55). Het gaat om een uitzonderlijk innige relatie met Hem. Er is een meest intieme band, de allerinnigste gemeenschap. Geschapen, Geestvol. We kennen de Vader, want we zijn in Zijn Zoon. De zaak is te rijk om uit te leggen, te diep voor woorden. Het is een betaalde waarheid. Met dierbaar zoenbloed. Het is een rechtmatig bestaan. Gelovigen kunnen er onder de deskundige leiding van de Heilige Geest alleen maar bloedwarm van spreken en getuigen. We gaan met Hem mee, we gaan in Hem mee. Hij draagt ons met Zich mee, Hij draagt ons in Zich mee. Zijn in Hem! Alle woorden schieten tekort. Dan maar van Bovenaf de afgang en de opgang! Van eeuwigheid tot eeuwigheid. Daarbij onderzoekt de Geest de diepten des Vaders en neemt het uit de Zoon, Hij overtuigt en deelt uit. We beginnen bij het begin, in de verkiezende Vader. En dan in Hem zijn van begin tot eindeloze bestemming. Mijn leven is met Christus in de stilte van de eeuwigheid waar Hij Zich bereid verklaarde: Ik ben bereid, Vader, om Uw wil te doen. Gods Zoon, Christus, is bereid. Mijn leven is met Christus in de moederschoot van Maria waar Hij de strijd tegen de (erf)zonde voert, Jezus wordt geboren. Ik ben in Christus Jezus, als Hij in Gethsémané kruipt, als Hij met mijn kruis naar Golgotha gaat, als Hij gevloekt wordt. Ik ben in Christus Jezus als Hij in het graf is en als Hij opstaat. Ik ben in Hem als Hij heengaat naar Zijn Vader. Ik ben in Hem in de hemel en Hij is in mij door Zijn Geest. Recht gedáán. ‘Zoete banden’: mijn leven is met Christus verborgen bij God. Wedergeboren tot een levende hoop: Waar Ik ben, zult gij zijn!

De Zoon is God
Het vlees strijdt, de Kerk belijdt. De laatste woorden van de tekst worden bevochten. Zij luiden: Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. De discussie ontstaat over het Onderwerp. De zinsontleding is niet moeilijk. Wat is het onderwerp van de zin? Een kind kan het antwoord geven: Deze. Volgende vraag: Wie is Deze? Het antwoord dat te geven is: Jezus Christus, Gods Zoon. Christus Jezus is God. Een belangrijke uitspraak over onze Heere, aldus de apostel Johannes. Op dat punt worden de degens gekruist. Vroeger en nu. ’t Is een belijdenis die bestrijding vindt, zij ligt onder duivels vuur. Johannes zegt dingen over Christus waarop blijkens het geheel van de brief duivelse handlangers met grof hels schieten. Daarom bevat het slot van de brief nog eens een hoge en diepe, ja, de hoogste belijdenis. Dat goede getuigenis over Hem benadrukken wij. Tegelijk bewaren we het voor het laatste onderzoek van deze indrukwekkende eerste Johannesbrief als toch zeker in relatie tot deze zuivere belijdenis de apostolische vinger waarschuwend omhooggaat: Kinderkens, bewaart uzelf van de afgoden.

Vragen
1. Noem betekenissen van de komst van de Zoon van God en bespreek ze afzonderlijk.
2. Hoe zou u het verschil omschrijven tussen ‘het kennen van de Waarachtige’ en ‘het zijn in de Waarachtige’?
3. De Vader en de Zoon zijn één. Lees Johannes 17 en schrijf de gevolgen van die eenheid op.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Johannes’ brieven (92)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 2010

Kerkblad | 12 Pagina's